HC: Een uitglijder met gevolgen Flashcards

1
Q

Q: Welke spieren zijn verantwoordelijk voor flexie van het bovenbeen?

A

A: De hamstrings (biceps femoris, semitendinosus, semimembranosus) en m. popliteus, geïnnerveerd door de n. ischiadicus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Wat zijn de symptomen van een proximale peesavulsie van de hamstrings bij kinderen?

A

A: Spieravulsie komt voor bij een onvolgroeid skelet, meestal proximaal in de hamstrings.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wat zijn de twee belangrijkste traumamechanismen van een proximaal hamstringletsel?

A
  • High-speed blessure: treedt vooral op in de m. biceps femoris.
  • Slow stretch blessure: treedt vooral op in de m. semimembranosus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Tijdens welke fase treedt een hamstringblessure voornamelijk op en waarom?

A

A: Tijdens de excentrische fase, omdat de spier kracht moet leveren terwijl deze juist langer wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat is de belangrijkste risicofactor voor het opnieuw krijgen van een hamstringblessure?

A

A: Een eerdere hamstringblessure, vooral in de periode na terugkeer naar de sport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Wat is de Peetrons-classificatie voor hamstringblessures?

A
  • Graad 0: Geen afwijking op MRI/echo, ondanks klinische verdenking
  • Graad 1: Spierverrekking, minder dan 5% van de spiervezels beschadigd
  • Graad 2: Partiële spierruptuur, 5-50% van de spier beschadigd
  • Graad 3: Totale spierruptuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Welke spier scheurt meestal bij hamstringblessures en waar treedt de scheur meestal op?

A

A: De m. biceps femoris scheurt meestal proximaal en lateraal, bij de musculotendinogene overgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat is actieve spierinsufficiëntie?

A

A: Het onvermogen van een spier om verder te buigen omdat deze niet korter kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Wat is passieve spierinsufficiëntie?

A

A: Het onvermogen om de spier verder uit te rekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Wat zijn de indicaties voor conservatieve behandeling van proximaal hamstringletsel?

A

A: Als de blessure niet ernstig is en geen breuk van het tuber ischiadicum of avulsie van drie pezen omvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Wat zijn de indicaties voor operatieve behandeling van proximaal hamstringletsel?

A
  • Breuk van het tuber ischiadicum
  • Avulsie van de drie hamstringpezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q: Welke oefeningen worden gebruikt om hamstringblessures te voorkomen?

A

A: Excentrische hamstringtraining zoals de Nordic curl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Wat houdt de RICE-behandeling in voor hamstringblessures?

A

A: RICE staat voor Rest, Ice, Compression, Elevation en wordt gecombineerd met NSAID’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Welke oefeningen zijn belangrijk in de revalidatie van hamstringblessures?

A

Oefentherapie:
- rompstabiliteitsoefeningen
- excentrische krachttraining.

En ofc sportterugkeer uiteindelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Q: Wat is het herstelprotocol na operatief herstel van proximaal hamstringletsel met breuk?

A

Rust gedurende 6 weken om de pees de kans te geven om aan te groeien, vaak vastgemaakt met botankertjes aan het tuber ischiadicum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer voornamelijk optreden blessure?

A

Tijdens de excentrische fase treedt de blessure voornamelijk op, omdat de spier kracht moet zetten maar wel juist langer is.

17
Q
A