Showcase bot pathologie: Translationele geneeskunde Flashcards

1
Q

Q: Wat zijn de functies van botweefsel?

A
  • Locomotie
  • bescherming van zachte weefsels
  • hematopoëse
  • mineraalopslag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Wat is endochondrale ossificatie (EO)?

A

Het proces van botvorming waarbij bot wordt voorafgegaan door kraakbeen.

Dit proces is verantwoordelijk voor de groei en verlenging van lange botten en vindt plaats tot aan de adolescentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wat zijn factoren die het herstel van botbreuken kunnen belemmeren?

A
  1. Fractuurstabiliteit
  2. botcontact
  3. infectie
  4. doorbloeding
  5. botpathologie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Wat is het verschil tussen een hypertrofische en atrofische non-union bij botbreuken?

A

Hypertrofische non-union: goede doorbloeding maar gebrek aan stabiliteit.

Atrofische non-union: slechte doorbloeding en een gebrek aan zowel stabiliteit als botgroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat is weefselengineering bij grote botdefecten?

A

A: Een benadering waarbij botvormende cellen, biomaterialen en groeifactoren worden gecombineerd om biologisch vervangend weefsel te creëren voor implantatie in het lichaam om beschadigd bot te herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Wat zijn de componenten van weefselengineering voor botdefecten?

A

A: Botvormende cellen, biomaterialen, biologische factoren en het genereren van nieuw weefsel (mature cellen of stamcellen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Hoe werkt extracorporele shockwave therapie bij botherstel?

A

A: Door middel van drukgolven stimuleert shockwave therapie mechanotransductie, angiogenese en osteogenese, wat bijdraagt aan botvorming en herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat is de SPARKLE-studie in translationele geneeskunde?

A

A: Een klinische studie die kijkt naar de effectiviteit en veiligheid van shockwave therapie voor botunion en het vertalen van onderzoeksresultaten naar klinische zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Wat zijn de vereisten voor het vertalen van een experimentele behandeling naar klinische zorg?

A

A: Een studieprotocol, financiering, goedkeuring van de Medische Ethische Toetsingscommissie, inspectiegoedkeuring en implementatie van resultaten in de klinische praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Wat was de “Infuse Bone Graft”-casus?

A

A: Een FDA-goedgekeurd botgroeiproteïne voor tibia fracturen en wervelkolomfusies, waarbij off-label gebruik (bijvoorbeeld in de cervicale wervelkolom) ernstige verwondingen en rechtszaken veroorzaakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Wat is autografting in bottransplantatie?

A

A: Een bottransplantatie waarbij het ontbrekende bot wordt vervangen door botweefsel van de patiënt zelf, wat effectief maar beperkt beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q: Wat is het doel van stamcelisolatie in weefselengineering?

A

A: Het isoleren van stamcellen uit bijvoorbeeld beenmerg of botfragmenten om ze te gebruiken bij botreconstructie en herstel van grote botdefecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Hoe draagt cartilagineus weefsel bij aan botvorming in weefselengineering?

A

A: Stamcelaggregaten met groeifactoren worden in vitro omgezet in kraakbeen, dat in vivo kan mineraliseren en omgezet wordt in bot door endochondrale ossificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Waarom is het belangrijk om fundamenteel, preklinisch en klinisch onderzoek te doen in de botpathologie?

A

A: Voor het ontwikkelen van betere behandelingen voor complexe botdefecten en het verzekeren van de veiligheid en effectiviteit van nieuwe therapieën in de klinische praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly