VO week 5 Flashcards

1
Q

wat kan je zien op de 13 weken echo (ET-SEO)?

A

dit is het eerste trimester waarbij de foetus 5-7 cm is.
- het hart, hoofd met de hersenen erin , de buik, ledematen, darmen en lever waardoor structurele afwijkingen opgespoord kunnen worden. de dooeierzak is ook te zien
- grove afwijkingen kunnen worden opgespoord: missen extremiteit, verdikte nekplooi (.3,5 mm), neuralebuisdefect, anaencefalie, microcefalie, asymmetrie en of het hartje klopt van het kind. inhoud hersenen niet goed te beoordelen. placenta is bij deze echo nog niet helemaal aangelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zien we op de 20 weken echo (TT-SEO)?

A

99% laat 20-weken echo maken. verhouding tussen vruchtwater: placenta:foetus is optimaal (1:1:1
- er wordt gezocht naar afwijkingen in aangezicht (schisis), hart, de hersenen, urineblaas (vulling en lediging), voeten en rug (spina bifida).
- afwijkingen van brein, longen en maag-darmstelsel zijn minder goed te zien, omdat deze pas later in de zwangerschap beter ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zien we op 32-wekenecho?

A

later in de zwangerschap kunnen er echter ook structurele afwijkingen ontstaan.
- hydrops foetalis en/of D.C. ontwikkelen of darmafsluitingen.
- hier kijk je naar mond, neus, maag, hart, voet, longen en genitaliën. vanaf 28 weken kan ook de tractus digestivus worden onderzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is oligohydramnion? en wat is het gevolg?

A

een tekort aan vruchtwater. de foetus ademt vruchtwater in om de longen goed te laten rijpen. later in de zwangerschap kan een tekort aan vruchtwater de bewegingruimte van het kind beperken, waardoor de gewrichten minder beweeglijk worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kun je de zwangerschapsduur bepalen?

A

de lengte van de foetus meten
- kop-stuitmeting: dit kan je tot ongeveer 12 weken gebruikt worden
- schedelomtrek en -diameter
- femurlengte
- buikomtrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is grappig aan de diameter van de kleine hersenen?

A

tussen 16-22 weken komt het overeen met de termijn. bij 16 weken wordt dus een diameter van het cerebellum van 16 cm verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verschil tussen een gynaecoloog en embryoloog met betrekking tot zwangerschapsduur?

A
  • gyn: 40 weken want rekenen vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie
  • embry: vanaf de bevruchting dus 38 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer is er sprake van omfalocele?

A

de darmen hebben in de buik te weinig ruimte om te ontwikkelen, dus ontwikkelen zij zich in de navel. na 11/12 weken moet de buik gesloten zijn. blijft het buikwanddefect bestaan dan is er sprake van omfalocele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een ventriculomegalie?

A

de cerebrale ventrikel zijn groter dan tien centimeter in diameter. hierbij zit er te veel vocht in de ventrikels van de hersenen: er is een soort waterhoofd: er is een soort waterhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is polyhydramnion?

A

te veel vruchtwater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe groot is de kans dat een kind bij de geboorte iets markeert?

A

naar schatting 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke verschijnselen zijn alarmerend voor een afwijking?

A
  • Tijdens de eerste helft van de zwangerschap geeft het merendeel van de zwangerschappen met foetale afwijkingen geen klinische verschijnselen bij de aanstaande moeder. Ernstige aangeboren afwijkingen, in het bijzonder foetale chromosoomafwijkingen, kunnen aanleiding geven tot een spontane miskraam of intra-uteriene vruchtdood. Tijdens het eerste trimester van de zwangerschap blijft intra-uteriene vruchtdood klinisch meestal onopgemerkt tot de eerste verschijnselen van een dreigende miskraam, zoals vaginaal bloedverlies en pijn in de onderbuik.
  • Ook tijdens de tweede helft van de zwangerschap verloopt het merendeel van de zwangerschappen met foetale afwijkingen asymptomatisch. Desondanks zijn er tijdens de tweede helft van de zwangerschap alarmerende verschijnselen die kunnen wijzen op ernstige afwijkingen van de foetus, zoals: groeivertraging of anhydramnion of polyhydramnion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat bedoelen we met neuraalbuisdefecten?

A

hier kunnen we naast de trisomie ook op screening. er kan onderscheid gemaakt worden tussen anencefalie en spina bifida aperta (deze kinderen hebben vaan een hydrocefalus)

geboorteprevalentie is 1:1000 voor neuraalbuis defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke structuur is belangrijk in het aanmaken van wervels?

A

Belangrijke structuur voor het aanmaken van wervels zijn somieten. Ze ontstaan tijdens in de derde week na de bevruchting in het gastrilatie proces. Somieten gaan splitsen. Somieten worden paar voor paar aangelegd: van craniaal naar caudaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel cervicale, thoracale, lumbale wervels zijn er normaliter bij de mens, uit hoeveel wervels is het heiligbeen (os sacrum) opgebouwd, en hoeveel staart (coccygeale) wervels zijn er meestal?

A

C7, Th12, L5, S5, 3-6 coccygeale wervels, meestal 4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem belangrijke verschillen tussen cervicale, thoracale en lumbale wervels.

A
  • De cervicale wervels (C1-C7) zijn het kleinst en bevinden zich in de nek (platter en breder). Ze hebben een grotere bewegingsvrijheid, vooral C1 en C2, die de draaibeweging van het hoofd mogelijk maken.
  • De thoracale wervels (T1-T12) zijn groter en verbonden met de ribben, wat zorgt voor stabiliteit en beperkte beweeglijkheid (hartvormig).
  • De lumbale wervels (L1-L5) zijn de grootste en sterkste, omdat ze het meeste gewicht dragen (ronder). Ze hebben een bredere schijf en bieden meer stabiliteit, maar minder flexibiliteit dan de cervicale en thoracale wervels.
17
Q

at zijn de risicofactoren voor een spina bifida?

A

Risicofactoren spina bifida: anti-epileptica, diabetes mellitus, tekort aan foliumzuur.

18
Q

Welke vormen van spina bifida heb je?

A

Je hebt een open en een gesloten spina bifida. Onder de open spina bifida vallen de meningocele en de meningomyelocele. Alles onder L2 geeft nog een goede loopfunctie. De meeste komen lager voor. Hoe lager hoe gunstiger de spina bifida.

19
Q

welke botkernen zijn er bij ongeboren kinderen?

A

de botkern van het wervellichaam en de gepaarde bilaterale kernen van de wervelbogen

20
Q

Wanneer begint de botvorming van de wervels?

A

Botvorming vanaf 9 weken: begint cervicothoracaal. Rond AD 14wk lumbaal. Dus je kan dan nog niet goed een spina bifida zien omdat nog niet alle botkernen zijn gemineraliseerd bij een 13 weken echo.

21
Q

Hoeveel van de doodgeboren foetussen hadden een afwijking aan de wervelkolom?

A

bijna 80% van de foetussen afwijkingen van de wervelkolom vertoonde bij de overgangen tussen de verschillende delen (cervico-thoracaal, thoraco-lumbaal, lumbo-sacraal). Dit uit zich in extra ribben cervicaal en lumbaal of ontbrekende ribben.

22
Q

Hoe noem je als een cervicale wervel de identiteit van een thoracale wervel overneemt? En hoe noem je het als een lumbale wervel de identiteit overneemt van een thoracale wervel?

A

Als een wervel de identiteit heeft aangenomen van een meer anterior gelegen wervel (e.g. lumbale wervel met een rib), spreken we van een anterieure homeotische transformatie. Als de wervel de identiteit heeft aangenomen van een meer posterior gelegen wervel (e.g. cervicale rib), spreken we van een posterieure homeotische transformatie.

23
Q

Hoe zouden de resultaten van de studie van ten Broeke kunnen bijdragen aan de prenatale diagnostiek van aangeboren afwijkingen?

A

In geval van mogelijke afwijkingen ook zoeken naar wervelafwijkingen; indien aanwezig = slechter prognose: deze hypothese moet nog worden gevalideerd. Als je hartafwijkingen of nierafwijkingen ziet dan moet je ook op zoek naar wervelafwijkingen.

24
Q

wat doen HOX-eiwitten?

A

ze bepalen de anterieur-posterieur identiteit van weefsels en cellen in het embryo. deze worden al vroeg getranscribeerd. zoogdieren hebben 39-HOXgenen met 13 functioneel en structureel overlappende subtypes die in vier clusters (A. B, C, D) op 4 chromosomen liggen.