PD.4.1 - Bekkenbodemproblematiek: verzakkingen en urine-incontinentie

Question 1

Wat is de pathogenese van urogynaecologische problematiek?

Answer 1

Urogynaecologische problematiek treedt op door een combinatie van factoren: vaste factoren (bv. veroudering), luxerende factoren (bv. bevalling), omstandigheden en decompenserende factoren (ziekteproces).

Question 2

Wat is de functie van het bekkenbodem?

Answer 2

Functie van de bekkenbodem: afsluitmechanisme (bindweefselplaat en spieren), ondersteuning van de organen en daardoor minder stress op de ligamenten
– Bij relaxatie of beschadiging van de spieren: alle kracht op de ligamenten. Leidt uiteindelijk tot schade aan het bindweefsel. Kan leiden tot prolaps
– Ook neuromusculaire schade kan leiden tot prolaps en incontinentie (baring)

Question 3

Hoe ontstaat prolaps?

Answer 3

Als de druk te hoog is dan werkt de ondersteuning niet goed genoeg. Bot veranderd niet, maar je moet wel verandering hebben in dit gebied. Om bijv. te kunnen plassen. Bij relaxatie of beschadiging van de bekkenbodemspieren komt alle kracht op de ligamenten terecht. Dit leidt uiteindelijk tot (neuromusculaire) schade aan het bindweefsel met als gevolg een prolaps (uitzakken van organen in het bekken naar de vagina toe).

Question 4

Wat zijn risicofactoren voor prolaps?

Answer 4

Vaginale Bevalling
o Groot kind ( > 4000 gram)
o > Pariteit
> BMI
Positieve familie anamnese
Zwaar lichamelijk werk
Hysterectomie
Eerdere prolaps chirurgie
Obstructief long lijden
Roken

Question 5

Wat is de functie van de bekkenbodem?

Answer 5

De functie van de bekkenbodem is de werking als afsluitmechanisme en het zorgt voor ondersteuning van de organen, waardoor er minder stress komt te staan op de ligamenten

Question 6

welke mechanismen ondersteunen de bekkenbodem?

Answer 6

Er is een samenspel van twee mechanismen die de bekkenorganen ondersteunen. Namelijk de bekkenbodemspieren (een stevige laag waarop de organen rusten) en de endopelviene fascie (een bindweefsel-ophangsysteem aan de zijwanden van het bekken).

Question 7

hoe werkt het ophangsysteem?

Answer 7

De bekkenbodem is dorsaal opgehangen aan het sacrum, lateraal aan het ligamentum sacrospinale en ventraal aan het os ischii.

Question 8

Welke bekkenbodemspieren zijn betrokken bij de stabilisatie van de bekken?

Answer 8

• De trechter in het bekken wordt aan de ventrale zijde gevormd door de m. levator ani. De m. levator ani bestaat uit drie delen: m. pubococcygeus, m. iliococcygeus en de belangrijkste, de m. puborectalis.
• De innervatie wordt verzorgd door segment S3 en de n. pudendus.
• Aan de dorsale zijde wordt het diafragma urogenitale gevormd door de m. coccygeus.
• Het diepste punt van de bekkenbodem is de anale sfincter. Hierin zit aan de dorsale zijde het ligamentum anococcygeus en aan de ventrale zijde het centrum tendineum perinei.

Question 9

welke spier in het bekkenbodem is het meest van belang?

Answer 9

Puborectale spier is voor het bekkenbodem het meest van belang. Deze spier rekt het meest op tijdens de bevalling. Dus dit is het zwakste punt. Hij moet 2,5x zijn lengte worden. En doet dit in een kort moment. Hele snelle uitrekking is niet goed, de spier moet zich wel langzaam kunnen adapteren. Dus groter risico op prolaps.

Question 10

Welke vormen van prolaps zijn er?

Answer 10

• Cystocele: verzakking van de blaas
• Topprolaps/Descensus uteri: verzakking van corpus uteri
• Enterocele: verzakking van de dunne darm
• Rectocele: verzakking van het rectum

Question 11

Welke symptomen ervaar je bij prolaps?

Answer 11

• Zwaar gevoel
• Toename aan het eind van de dag
• Dyspareunie
• Lage rugpijn
• Stress incontinentie
• Urinary/Faecale urgency
• Incomplete lediging blaas/darmen
• Seksuele dysfunktie

Question 12

Welke soorten incontinentie kennen we?

Answer 12

Soorten incontinentie: voor urine als iemand het net niet haalt (urge incontinentie), anders dan voor incontinentie bij hoesten of persen.

Question 13

Wat is vaginale uterus excerpatie?

Answer 13

verwijdering van de baarmoeder via de vagina