PD.4.3 - cervixcarcinoom Flashcards

1
Q

wat zijn de klachten van een cervix carcinoom?

A
  • bloedverlies
  • afscheiding
  • buikpijn: dit is een heel laat symptoom
  • geen, ontdekt bij screening: ongeveer 50% maakt hier gebruikt van
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de eerste test?

A

cytologie dit is dus een uitstrijkje. als dit afwijkend is doe je weefsel onderzoek (biopt). maar als deze afwijkend is en weefsel niet moet je terug naar de patholoog om in gesprek te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de gouden standaard?

A

histologie dus weefsel onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de PAP score?

A
  • PAP 0 = hierbij is het niet te beoordelen en moet je na een week of 6 het uitstrijkje herhalen
  • PAP 1: er zijn geen afwijkende cellen gevonden.
  • PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt.
  • PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig.
  • PAP 3b: de cellen wijken net iets meer af dan bij een PAP 3a. Waarschijnlijk krijgt u een eenvoudige behandeling.
  • PAP 4: er zijn ernstig afwijkende cellen te zien. In 90% van de gevallen is een behandeling nodig.
  • PAP 5: de cellen zijn zeer afwijkend. Soms alarmeert het uitstrijkje ten onrechte, maar soms is er ook sprake van baarmoederhalskanker. Een uitgebreide behandeling is dan noodzakelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is colposcopie? en wat kan je ermee?

A

scopie van de baarmoedermond. hierbij beoordeel je de weefsel-lus zichtbaar is; kijken of er afwijkingen zichtbaar zijn & bepalen van de plaats van de meest ernstige afwijking, waarvan biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar past de tumormarker SCC bij?

A

deze past bij plaveiselcelcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar past de tumormarker CA125 bij?

A

adenocarcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom screenen we op HIV bij cervix carcinoom?

A
  1. meer kans op baarmoederhals kanker
  2. als je HIV en baarmoederhalskanker helpt dan moet je beide behandelen want daarvan wordt de prognose beter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe krijg je het label aids?

A

cervix carcinoom + HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke T stadium zijn er?

A
  • T1: beperkt tot de baarmoedermond. kan heel beperkt zijn of heel groot
  • T2: beperkte uitbreiding naar de schede of naar opzij (parametria)
  • T3: uitbreiding naar onderste 1/3 van de schede of vast aan bekkenwand (hydronefrose)
  • T4: uitbreiding naar blaas of rectum

je kan een grote T1 hebben maar het is altijd beter om een 7 cm grote T1 te hebben dan een 7 cm T3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat bespreek je aan het eind van het 1ste consult?

A

of het wenselijk is om zoveel mogelijk afspraken tegelijk te hebben op een dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de voorstadia voor cervixcarcinoom?

A

CIN-II en CIN-III dit zijn dysplasieën die men poliklinsich behandelt met large loop exicision transformation zone (LLETZ)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer opereer je?

A

je kan vanaf stadium Ia opereren afhankelijk van de kinderwens en de invasieve groei van de lymfevaten en de vaten zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke operaties kunnen worden gedaan?

A
  • conisatie
  • hysterectomie
  • radicale hysterectomie of trachelectomie
  • pelviene lymfadenoectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is conisatie?

A

het binnenste stukje van de baarmoederhals wegnemen, waarbij de randen beoordeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is hysterectomie?

A

verwijdering uterus

17
Q

wat is radicale hysterectomie en trachelectomie?

A

hyster: verwijdering uterus en eierstokken
trach: verwijdering baarmoederhals, parametrium (steunweefsel) en lymfeklieren in het bekken zonder verwijdering van de uterus -> toegepast bij sterke kinderwens bij een tumor < 2 cm

18
Q

hoe bepaal de behandeling?

A

afhankelijk van metastaseringspatroon
- laag risico: lokaal (conus) -> uterus extirpatie
- gemiddeld risico: lokaal, maar radicaal -> wertheim met klierdissectie
- hoog risico -> chemoradiatie

19
Q

gaat de tumor dood door chemo of bestraling?

A

chemo zorgt voor het uit balans brengen en je dood wel kankercellen maar door het uit evenwicht brengen kan je via bestraling het echt verwijderen.

20
Q

wat is brachytherpaie?

A

op de OK krijg je een aplikator ingebracht. hierbij prik je de tumor aan en kan je hoge dosis straling geven. dus je geeft radiotherapie inwendig

21
Q

wat zijn de bijwerkingen van radiotherapie?

A

acuut:
- frequentere aandrang ontlasting, diarree, krampen
- frequentere mictie, branderigheid
- vermoeidheid
laat:
- ovariële dysfunctie (eierstokken doen het niet meer)
- darm/blaas schade
- vermoeidheid

22
Q

welke toevoegingen kunnen worden gedaan aan radiotherapie?

A
  • chemotherapie: dit wordt wekelijks gegeven, in de vorm van cisplatine
  • diepe hyperthermie: streeft men naar een temperatuur van 42 graden in het bestraalde gebied, dit klinkt voordelig maar is ook erg heftig
  • inductiechemotherapie: gevolgd door radiotherapie met hyperthermie