PD 13.3 Een patiënt met ritmestoornissen Flashcards
Wat kun je zeggen over het lichamelijk onderzoek bij mensen met een ritmestoornissen?
Bij mensen met ritmestoornissen is er tussen de aanvallen door niks aan de hand.
Wat zie je op een ECG bij iemand met atriumfibrilleren? En wat gebeurt er met de hartslag?
P-top is weg (hobbelig, kriebelig geworden) –> atriumfibrilleren. Je krijgt overal activatie. In de boezem zit de AV-knoop die wordt overgeactiveerd, en dit leidt tot een versnelde hartslag.
Waarom maken we een CT-scan bij iemand met verdenking op een ritmestoornis?
Kijken of er kalk zit in de kransslagaders, je wilt zien hoe de linkerboezem is opgebouwd (voor verdere therapie).
Wat is ablatie?
Bij hartritmestoornissen is de elektrische aansturing van het hart verstoord. Er ontstaan prikkels op verkeerde plaatsen (in dit geval de longaders), of ze volgen een verkeerde route over het hart. Bij een ablatie beschadigt de arts het hartweefsel juist op die plaatsen (door het te koelen (-60 graden)). De littekens die ontstaan, blokkeren de voortgeleiding van elektrische prikkels.
Door wat wordt atriumfibrilleren meestal veroorzaakt?
Bij atriumfibrilleren zit voor 85% van de gevallen de oorzaak in de longaders. In de longaders zitten uitlopers van het myocardweefsel. Deze kunnen uit zichzelf beginnen met vuren.
Hoe heeft een elektrisch schok invloed op atriumfibrilleren?
Elektrische shock: depolariseert alle hartcellen in een keer, dan komen ze in de refractaire periode. Daarna gaat de geleiding in het hart weer zoals normaal. Zo’n elektrische shock werkt heel lang. Je behandelt daar alleen de oorzaak niet mee.