HC 14.7 Hypertensief spoedgeval Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van een hypertensief spoedgeval?

A

Een sterke verhoging van de bloeddruk (meestal > 200/120 mmHg) die gecompliceerd wordt door acute hypertensie gemedieerde orgaanschade. Als je niet aan deze eisen voldoet dan heb je ernstige hypertensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ernstige hypertensie?

A

Ernstige hypertensie is een sterke verhoging van de bloeddruk zonder acute orgaanschade. Geen bewijs dat het gepaard gaat met een slechte prognose op korte termijn, wel op middellange termijn (dus op middellange termijn moet het behandeld worden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klachten kun je krijgen bij een hypertensief spoedgeval?

A
  • Hoofdpijn is de meest voorkomende klacht (drukkend gevoel achter de ogen), ze kunnen hierbij ook visusklachten hebben (minder goed scherpstellen/vlekken).
  • Pijn op de borst
  • Kortademigheid, oedeem
  • Mensen kunnen verward raken
  • Bewusteloosheid
  • Eenzijdig uitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe groot is het probleem van hypertensief spoedgeval?

A

0,5-3% van de SEH bezoeken is met verdenking op een hypertensief spoedgeval, daarvan is maar 25% daadwerkelijk een hypertensief spoedgeval en de rest ernstige hypertensie. 3-7% overlijdt aan een hypertensief spoedgeval in het ziekenhuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de patiëntkarakteristieken bij een hypertensief spoedgeval?

A
  • 55% man
  • Rond de 60 jaar
  • 4x hogere incident bij Afrikaanse afkomst
  • 70% vooraf bekend met HT
  • 20-40% secundaire HT
  • 30% slechte therapietrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de pathofysiologie van een hypertensief spoedgeval?

A

Er is al ernstige hypertensie aanwezig, en daarbij krijg je extra activatie van de bloeddrukverhogende systemen (het RAAS en de sympaticus). Hierbij faalt de autoregulatie (geen vasodilatatie), de vaatweerstand neemt als gevolg toe, vasoconstrictie wordt in gang gezet. Vasoconstrictie komt ook in de nier, minder bloeddoorstroming met als gevolg activatie van het RAAS, wat ook een hogere bloeddruk geeft. Op een bepaald moment is er zo’n hoge bloeddruk dat er endotheelschade ontstaat (door de hoge druk en door sheerstress). Je krijgt een pro-trombotische staat (in het endotheel zitten factoren voor de stolling). Je krijgt stolseltjes in de vaten waardoor je ischemie kunt krijgen. En dat leidt tot orgaanschade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kan iemand zonder klachten toch orgaanschade hebben?

A

In de criteria voor hypertensief spoedgeval staat dat iemand klachten moet hebben. Maar je kan geen klachten ervaren bij nierinsufficiëntie of retinopathie, maar het zijn zo weinig mensen dat het niet relevant is om daarmee rekening te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaan longembolieën en maagulcussen niet?

A
  • Maagulcus ontstaat niet door hoge bloeddruk. Andersom kan wel.
  • Longembolie ontstaat ook niet door een hoge bloeddruk. Het kan wel een hoge bloeddruk geven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de belangrijkste eindorgaanbeschadigingen die kunnen optreden bij een hypertensief spoedgeval?

A
  • Aortadissectie, geruptureerd aneurysma
  • Hersenbloeding, herseninfarct, encefalopathie (meer diffuse schade, wat je eigenlijk niet ziet op een CT-scan)
  • Myocardinfarct, acuut cardiopulmonaal oedeem (hartfalen)
  • Nierinsufficiëntie
  • Retinopathie
  • Trombotische microangiopathie (TMA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je onderzoek doen naar welke eindorgaanbeschadiging er optreedt bij een hypertensief spoedgeval?

A

Als iemand geen POB heeft hoef je geen dissectie uit te sluiten, dan hoef je geen CT-scan te maken. Een ECG en bloedonderzoek doe je eigenlijk altijd. Voor de nier kijk je in het bloed naar: creatinine, natrium, kalium. En je kijkt voor de nier naar het urinesediment. Er wordt voor hoofdpijn en druk achter de ogen een funduscopie/fundusfoto gemaakt. Kenmerkend aan TMA is dat de rode bloedcellen kapot gaan je krijgt een hemolyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het belangrijk om te weten welk orgaansysteem er is aangetast bij een hypertensief spoedgeval? Noem hier twee voorbeelden bij.

A

Het is erg belangrijk om te weten welk orgaansysteem er is aangetast omdat je daarmee weet hoe snel je de bloeddruk moet verlagen. Hele snelle bloeddrukverlaging kan voor sommige organen schadelijk zijn. En het is van belang voor welke geneesmiddelen je wilt gaan geven.
1. Een aortadissectie kan heel snel scheuren dus bij die mensen moet de bloeddruk op korte termijn al naar beneden.
2. Als je bij een encefalopathie (schade door hoge bloeddruk in het brein) de bloeddruk te snel naar beneden haalt dan gaat het autoregalutiesysteem (die al helemaal is verstoord) te langzaam mee waardoor je hypoperfusie krijgt van organen –> herseninfarct. Dus bij een encefalopathie moet de bloeddruk veel geleidelijker naar beneden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de vier klasseringen voor oogbeschadiging?

A

I. Lichte gegeneraliseerde arteriolaire vernauwing of sclerose
II. Onmiskenbare focale vernauwing en A-V kruisingsfenomenen (overlappende arteriën en venen). Matige sclerose van de retinale arteriolen. Versterkte arteriële lichtreflex. (Reversibel)
III. Retinale bloedingen, harde exsudaten (=lekkage van eiwitten uit de bloedvaten) en zachte exsudaten/cottonwool spots (=ischemie).
IV. Ernstige graad III beeld met papiloedeem, achterpooloedeem en eventueel choroidale laesies, deze mensen hebben vaak gezichtsveld uitval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we van retinopathie en hoe ontstaat het?

A

We spreken van retinopathie bij Fundus klassering III of IV die zijn niet meer reversibel. Retinopathie ontstaat bij een hoge bloeddruk door falende cerebrale autoregulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn klachten van problemen met de cerebrale autoregulatie?

A
  • Verminderd bewustzijn
  • Delier, agitatie, stupor
  • Epilepsie
  • Corticale blindheid
  • Braken (meest voorkomend)
  • Hoofdpijn (meest voorkomend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen CVA en encefalopathie?

A

diffuus = verdeeld door het hele brein ischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heb je de meeste controle over de verlaging van de bloeddruk?

A

Met een infuus.

17
Q

Wat is trombotische microangiopathie?

A

De erytrocyten raken beschadigd, dit komt omdat de fibrinedraden als een soort scheermes gaan werken. Hierdoor vallen de erytrocyten uit een (hemolyse), tot fragmentocyten.

18
Q

Wat zijn de oorzaken van TMA?

A
  • Intoxicatie
  • Adrenerg (feochromocytoom)
  • Glomerulonefritis
  • Vasculitis
  • Pre-eclampsie
  • Hypertensie
    Trombotische microangiopathie kan ook een oorzaak zijn voor een hypertensief spoedgeval en daarnaast ook het gevolg van.
19
Q

Wat is de behandeling voor een hypertensief spoedgeval?

A
  • Bloeddruk verlagen
  • Maatwerk afhankelijk van orgaan
    Labetalol (bèta-blokker) is een pomp met een hele lage halfwaardetijd (makkelijk instellen) en een nicardipinepomp (calciumantagonist), heeft een iets langere halfwaardetijd: 5 uur(iets moeilijker in te stellen) worden vaak gebruikt om de bloeddruk te verlagen. Bij sommige indicaties wordt ook NTG (zorgt voor vasodilatatie) gegeven, cardiale aandoeningen, mensen kunnen op lange termijn hiervan een cyanide intoxicatie krijgen (heel veel afvalstoffen van de medicatie).