PD 11.1 Restrictieve longziekten Flashcards

1
Q

Wat is sicca?

A

Droge ogen, droge mond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar moet je aan denken bij crepetaties?

A

Longfibrose en longoedeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar moet je aan denken bij clubbing?

A

Longkanker, longfibrose en sommige cardiale ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat hoor je minder bij COPD en hoe komt dat?

A

Minder ademgeruis, dit komt door de hyperinflatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn ANA en uitsplitsing voor bloedwaarden?

A

Stoffen waarmee we kijken of iemand een onderliggende reumatische ziekte heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de gemiddelde overleving van iemand met idiopathische longfibrose?

A

2-3 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de behandeling voor longfibrose?

A
  • Fibroseremmers
  • Longtransplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verband tussen pneumonie en longfibrose?

A

Mensen met longfibrose zijn gevoeliger voor pneumonie. Maar pneumonie kan bij mensen ook longfibrose aanjagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de gemiddelde overleving na een longtransplantatie?

A

Eerste vijf jaar 70%, eerste tien jaar 60%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kun je zeggen over de prevalentie van interstitiële longziekten?

A

Interstitiële longziekten (ILD) zijn zeldzaam.
- Alleen in longen
- In kader onderliggende ziekten
30-40% ILD geven uiteindelijk longfibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van longfibrose?

A

IPF is de meest voorkomende vorm longfibrose met een slechte prognose: vroege herkenning is belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly