IC week 14 Flashcards
Waarom moet je iemand met chronische hypertensie langzamer behandelen dan iemand met acute hypertensie?
Is het snel gekomen dan moet het snel naar beneden, dit gebruik je tegen hersenoedeem. Als het chronisch is moet je langzamer naar beneden omdat het autoregulatiesysteem naar rechts is geschoven.
Wat is het verschil tussen hersenoedeem en een CVA?
Hersenoedeem komt door hypertensie (verhoging intracraniële druk), CVA komt door een bloeding of een infarct. Je kunt van een hypertensieve crisis wel een herseninfarct krijgen –> door het te snel verlagen van de bloeddruk –> hypoperfusie –> herseninfarct.
Waar duidt papiloedeem op?
Papiloedeem (fundusscore IV) duidt op hersenoedeem.
Hoe kan je encefalopathie zien op een MRI?
Bij encefalopathie kan je achterin de hersenen oedeem zien op de MRI.
Hoe wordt de bloeddruk gereguleerd?
Bloeddruk wordt gereguleerd door het hartminuutvolume en de perifere weerstand. Angiotensine en de sympathicus geven vasoconstrictie en zorgen voor de verhoging van de perifere weerstand.
Waarom leidt nierinsufficiëntie tot hypertensie?
Gestoorde druknatriurese = nierinsufficiëntie kan hypertensie veroorzaken door het onvermogen van de nier om bij een normale bloeddruk voldoende water en natrium uit te scheiden. (het evenwicht tussen inname en uitscheiding komt bij een hogere bloeddruk en de lijn loopt minder steil).
Hoe zorgt een nierarteriestenose voor hypertensie?
Nierarteriestenose: veel renine productie en aldosteronproductie, omdat de nier denkt dat de bloeddruk is verlaagd –> hoge bloeddruk. De andere nier probeert wel natrium uit te scheiden om het te compenseren, maar dit heeft niet heel veel effect op de bloeddruk. De angiotensine II en de aldosteron zorgen toch voor hypertensie.
Hoe kun je de nierziekten die wel geleerd hebben indelen?
Wat is het verschil tussen minimal change disease en membraneuze GN?
Minimal change = een kinderziekte
Membraneuze GN = een ouderenziekte, kan ook voorkomen bij tumoren
Hoe ziet het urinesediment eruit bij een nefritisch syndroom?
Nefritisch syndroom: rode bloedcellen, witte bloedcellen, rode bloedcellen cilinders in de cylinder
Wat is selectieve proteïnurie?
Selectieve proteïnurie: alleen maar albumine in de urine (bij een nefrotisch syndroom).
Aniongap: Na+ (+ K+) – HCO- – Cl-
Ladingsselectiviteit gestoord: grote eiwitten kunnen er nog steeds niet erdoorheen, maar albumine wel.
Welke vorm van Alport komt het meest voor?
X-chromosomale syndroom van Alport komt veel vaker voor. Alleen de autosomale mutaties kunnen het syndroom geven als ze het op beide allelen hebben. Consanguiniteit: trouwen met je zus, dan is de kans groter dat je een recessieve aandoening krijgt. Heterozygote autosomale recessieve Alport en als je dan hypertensie krijgt dan heb je een iets grotere kans op nierschade. Vrouwelijke dragers van 4a5 alport die kunnen ook lichte nierschade krijgen.