HC 12.6 Diepveneuze trombose Flashcards
Wat is trombose?
Pathologische vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, waardoor dit bloedvat geheel of gedeeltelijk wordt afgesloten.
Waar kan arteriële trombose tot leiden?
Arteriële trombose kan leiden tot een hart- of herseninfarct.
Waar kan veneuze trombose tot leiden?
Veneuze trombose kan leiden tot een trombosebeen of -arm of een longembolie.
Wanneer is het een distaal of een proximaal trombose been?
Een trombose in de v. poplitea of erboven noemen we een proximaal trombosebeen en een trombose onder de v. poplitea heet een distaal trombosebeen.
Wat is erger distaal of proximaal trombosebeen?
De proximale trombose geeft de meeste morbiditeit, complicaties en de behandeling is ook meer invasief.
Wat is het verband tussen DVT en longembolie?
50% van de proximale DVT gevallen heeft een asymptomatische LE. Patiënten met een longembolie hebben in 80% van de gevallen een DVT. Een brokstuk van het stolsel kan via de v. cava inferior, superior, rechterboezem en -kamer vastlopen in de pulmonale arteriën.
Wat is de epidemiologie van veneuze trombose?
- 1 op de 1000 mensen krijgt trombose per jaar. Daarvan heeft 2/3 een DVT en 1/3 een LE. Sterfte van ongeveer 5% in de eerste maand na diagnose trombose.
- DVT wordt vaker gezien bij mensen met kanker of immuunziekten.
- De incidentie is sterk afhankelijk van de leeftijd: jongvolwassenen 1:10.000, hoogbejaarden 1:100 dit heeft te maken met andere ziektes en het feit dat deze mensen minder mobiel zijn.
Wat is de Trias van Virchow?
Beschrijft de pathogenese van veneuze trombose:
1. Vaatwandbeschadiging in een bloedvat: Trauma / Operatie / Infuus
2. Stase of turbulentie in de bloedstroom: Immobiliteit / Veneuze obstructie door zwangerschap, tumor of obesitas / Vliegreis
3. Hypercoagulabiliteit (verhoogde stollingsneiging van het bloed): Veranderde samenstelling van het bloed door bijv. kanker, zwangerschap, oestrogeen gebruik of trombofilie.
Waar leidt een tekort aan stollingsfactoren tot?
Tekort aan stollingsfactoren zal leiden tot minder fibrine en meer bloedingen.
Waar leidt een tekort aan anti-coagulatie factoren tot?
Een tekort aan anticoagulatie factoren leidt juist tot trombose of andere stolselvormingen.
Hoe werkt de secundaire hemostase?
De secundaire hemostase wordt in gang gezet door tissue factor dat vrijkomt uit het endotheel bij weefselbeschadiging. Via factor VII en IX wordt de cascade in gang gezet die de bloedplug versterkt. Het eindproduct van de secundaire hemostase is fibrine.
Waardoor wordt fibrine afgebroken?
Door plasmine
Hoe kan DVT erfelijk worden veroorzaakt?
Trombofilie is een erfelijke oorzaak van DVT. Deze kan veroorzaakt worden door:
- Antitrombine deficiëntie
- Proteïne-C-deficiëntie
- Proteïne-S-deficiëntie
- Factor-V-Leiden mutatie
- Protrombine-gen variant
Wat zijn de symptomen van DVT?
Bloed kan wel het aangedane ledemaat in, maar de uitstroom is beperkt. Symptomen:
- Pijn
- Zwelling
- Roodheid
- Warm
- Glanzend
- Subfebriele temperatuur
Hoe ontstaat een diep veneuze trombose?
Vaak begint het stolsel in de kleppen van de venen. Veneus bloed stroomt van zichzelf al langzamer dan arterieel bloed. De kleppen kunnen beschadigen waardoor stase (stilstand) van bloed ontstaat. Als je de spieren in je benen veel gebruikt, kun je dit probleem opheffen, maar als je bijv. een gipsbeen hebt, krijg je door de stase een hogere kans op trombose.