HC 14.6 Primaire en secundaire hypertensie Flashcards
Waar geeft hoge bloeddruk meer risico op?
Hoge bloeddruk geeft meer risico op hart- en vaatziekten, beroertes, hartinfarcten, nierinsufficiëntie.
Wanneer spreken we van hypertensie? En wat is de optimale bloeddruk?
Optimaal is onder de 120/80. Graad 1 hypertensie > 140/90, 24 uurs bloeddrukmeting 130/80 (bloeddrukmeting in de spreekkamer is altijd wat hoger).
Wat is primaire hypertensie?
Primaire hypertensie: hypertensie waarbij de oorzaak niet bekend is. Wordt multifactorieel bepaald en er is vaak een positieve familieanamnese (“polygenetisch” er is niet één gen die je kan aanwijzen in de familie die dan de hoge bloeddruk geeft).
Hoe ontstaat primaire hypertensie?
Vanaf je ouders krijg je genen mee waardoor je gemakkelijk een hoge bloeddruk krijgt. Dan heb je een soort vroege hypertensie en die wordt dan steeds erger met de leeftijd. Op een gegeven moment heb je vastgestelde hypertensie, deze kan ongecompliceerd voorkomen of mensen kunnen zich (acuut) presenteren met klachten: hartfalen, infarct, aneurysma, dissectie, herseninfarct/-bloeding, nierfalen.
Wat is secundaire hypertensie?
Secundaire hypertensie: hypertensie die ergens aan ligt, het is secundair aan een ander probleem.
Wat zijn klachten die kunnen optreden bij hypertensie?
Klachten van iemand met een hoge bloeddruk: hoofdpijn, vermoeidheid, misselijk, kortademig, hartkloppingen, opeens bleek wegtrekken, pijn op de borst, enkeloedeem, verminderde inspanningstolerantie.
Welke leefstijl kan invloed hebben op het ontwikkelen van hypertensie?
Zoutinname, overgewicht, ongezond dieet met weinig kalium.
Wanneer moet je denken aan een secundaire oorzaak voor de hypertensie?
- Jonge patiënten (hoge bloeddruk is een oude mensen ziekte)
- Plots ontstaan of verergeren
- Negatieve familieanamnese
- Hypertensieve crisis (CVA, hoofdpijn, andere orgaanschade)
- Therapieresistentie
- Kenmerkende symptomatologie (feochromocytoom (zeldzaam): aanvallen van hartkloppingen en bleek zien (evt. stigmata neurofibromatose))
- Afwijkingen lichamelijk onderzoek of bij routinelab (creatinine, kalium, urine)
Hoeveel procent van de mensen met hypertensie kun je verklaren door genetische afwijkingen? En waarom testen we hier niet op?
30% van de hoge bloeddruk kun je verklaren door foutjes in de genen (waarvan er heel veel zijn en daarom testen we er nooit klinisch op).
Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor secundaire hypertensie?
- Slaap-apnoe syndroom (OSAS)
- Endocrien (hormoonafwijkingen)
- Dieet/genotsmiddelen (drop, cocaïne, amfetamine)
- (Reno)Vasculair (meestal de grote vaten naar de nieren)
- Parenchymateuze nierziekten
- Geneesmiddelen (bijv. middelen tegen ADHD)
- Mono-genetisch (1 mutatie, super zeldzaam, meestal al op kinderleeftijd bekend)
Wat is OSAS?
OSAS komt vrij veel voor, met name bij mannen. OSAS verhoogd de kans op hypertensie, hart- en vaatziekten en diabetes mellitus.
- Minimaal 15 keer per uur niet ademen (apneu) tijdens het slapen + klachten van slaperigheid overdag.
Waardoor worden de apneus bij OSAS veroorzaakt?
De apneus worden veroorzaakt door een obstructie van de bovenste luchtweg doordat de tong bij het ontspannen in de keel zakt (doordat het bij deze patiënten allemaal wat vetter is in het KNO gebied). Meestal snurken deze patiënten ook ’s nachts.
Wat is het lichamelijk onderzoek voor iemand met OSAS?
- Het gewicht van de patiënt is belangrijk om te bepalen en of de patiënt een bindweefselziekte heeft, dan zijn ze ook wat slapper in het KNO gebied.
- Bij mensen met OSAS gaat de bloeddruk ‘s nachts niet omlaag terwijl dat bij gezonde mensen wel zo is. Misschien omdat ze zo veel wakker worden omdat ze zo benauwd zijn.
Wat is de behandeling van OSAS?
- Leefregels: gewichtsreductie, alcoholgebruik minderen, zij- in plaats van rugligging (tennisbal)
- Interventie: CPAP middels neusmasker (bitjes waarbij je voorkomt dat de kaak naar achter zakt), operatief: KNO-arts
- Bloeddruk verbetert niet altijd!
Wat zijn de endocriene oorzaken voor hypertensie?
- Primair hyperaldosteronisme (meest voorkomend)
- Feochromocytoom
- Hypercortisolisme (Cushing)
- Acromegalie
- Hyperthyreoïdie
- Hypothyreoïdie