HC 15.3 Afwijkende hartkleppen deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is de prevalentie van klepziekten?

A

Neemt toe met de leeftijd. De meest voorkomende klepafwijkingen zijn de aortaklepstenose en de mitralisklepinsufficiëntie. En gemengd kleplijden komt ook regelmatig voor (meestal een combinatie van AS en MI). Aortaklepinsufficiëntie en mitralisklepstenose zien we alweer een stuk minder. Tricuspidalisklepinsufficiëntie komt vaker voor dan AI en MS maar het levert relatief weinig problemen op.
De tricuspidaalklep lekt bij bijna iedereen, de mitralisklep al een stukje minder en de aortaklep die hoort niet te lekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een stenose?

A

Stenose: drukbelasting van het compartiment wat voor de stenose zit met concentrische hypertrofie (de kamer verdikt maar verwijd niet, het volume van de ruimte wordt kleiner).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een insufficiëntie?

A

Insufficiëntie: volumebelasting compartimenten aan beide zijdes van de insufficiëntie met dilatatie. Er is ook drukbelasting van het compartiment waar de insufficiëntie heen gaat, met excentrische hypertrofie (hypertrofie gaat naar buiten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke tonen hoor je als je luistert naar het hart?

A

De tonen die je hoort zijn sluitingstonen.
- Eerste toon = de sluiting van de mitralis- en de tricuspidalisklep (atrioventriculaire kleppen)
- Tweede toon = de sluiting van de aorta- en de pulmonalisklep (semilunaire kleppen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met de harttonen als je inademt?

A

Als je inademt zuigt het hart meer bloed aan omdat de druk in de borstkas lager wordt. Dan vult de rechterkamer zich meer met bloed en dan doet de rechterkamer er langer over om dat bloed te ejecteren, hierdoor zou de tweede compartiment van de tweede toon wat naar achteren gaan en krijg je een splijting van de toon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met de harttonen als je kniebuigingen gaat maken?

A

Als je kniebuigingen gaat maken hoor je ook nog eens een ruisje bij jezelf. De pulmonalisklep is de kleinste klep van het lichaam en die zorgt dan voor een kleine obstructie waardoor je een ruisje hoort. Dit is onschuldig ejectiegeruis. Dit hoor met name op 2 links parasternaal, want daar bevindt de pulmonalisklep zich.
De vorm van onschuldig ejectie geluid is ruitvormig (crescendo-decrescendo (toenemend-afnemend) en hij is nauwelijks hoorbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kunnen we de kleppen beoordelen met echo

A

We kunnen de kleppen bekijken met echo, we kijken hoe ziet de klep eruit, hoe beweegt die, we kijken naar de kleur (met een kleurendoppler) en daarnaast meten we met echo de snelheid over de kleppen. De snelheid over de aortaklep is bij een gezond persoon 1.5 m/s en bij deze patiënt is die 5 m/s en dat zegt dus dat er een aortaklepstenose is. Als de klep goed sluit bevindt die zich net iets onder de anulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de aortaklep?

A

Bestaat uit drie cuspis, in twee van de cuspis komen coronairen uit. In de non-coronaire cuspis komt geen coronair in uit en die bevindt zich bij het atriale septum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van aortaklepstenose?

A
  • Reumatische ziekte: mensen hebben vroeger ontstekingen gehad en die antilichamen slaan ook neer op kleppen. Je krijgt hierdoor fusie van je commissuren (waar de cuspis bij elkaar komen)
  • Aangeboren: met name de bicuspide klep
  • Degeneratief: calcificatie van de klepbladen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstaat een degeneratieve stenose? en helpen medicijnen?

A

Als de klep ziek wordt zie je aan de aortale zijde, dat er subendocardiaal verdikking op treedt, het endotheel gaat kapot, daar komen gaatjes in. Uiteindelijk krijg je een verplaatsing van de lamina elastica door een laesie die volzit met lipiden, mineralisatie (calcificatie) en allerlei ontstekingscellen. Uiteindelijk krijg je dan mechanische schade, met een chronische ontstekingsreactie.
- Eerste stadium is sclerose: klep gaat nog wel redelijk goed open maar wordt wel al dikker.
- Later krijg je ernstige degeneratieve stenose: kalk op de blaasjes zitten, de klep gaat een stuk minder open.
Medicijnen helpen niet tegen kleplijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kun je zeggen over het ontstaan van de bicuspide klep?

A
  • Ware bicuspide klep die echt maar bestaat uit 2 klepbladen is heel zeldzaam <5%.
  • Het is meestal een fusie van twee klepbladen >95%.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de drie belangrijke metingen die we doen om de ernst van de aortaklepstenose te bepalen?

A
  • Doppler Vmax over de klep (en hiervan afgeleide gradiënten), naast klepopening ook afhankelijk van slagvolume en tijd waarin het volume door de klep gaat.
  • Berekend klepoppervlak
  • Anatomisch klepoppervlak
    We spreken van een ernstige aortaklepstenose als de snelheid over de aortaklep > 4.0 m/s. Een normaal klepoppervlak is boven de 3.0 cm2 en het klepoppervlak van een ernstige aortaklepstenose is <1.0 cm2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de problemen die je kunt krijgen van een aortaklepstenose?

A
  1. Symptomen van hartfalen (dyspnoe en vermoeidheid)
  2. Angina pectoris
  3. Duizeling bij inspanning of syncope
  4. Je kunt ook ernstige ritmestoornissen krijgen, het hart is hypertroof en als er dan ook fibrosering optreedt kun je ventrikeltachycardieën, ventrikelfibrillatie of plotse hartdood.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zorgt een aortaklepstenose voor symptomen van hartfalen?

A

Symptomen van Hartfalen (dyspnoe en vermoeidheid): de linkerkamer wordt dik, een dikke kamer wordt stijf, een stijve kamer vult moeilijker, en dus krijg je diastolische dysfunctie. Soms krijg je ook fibrosering waardoor het hart nog stijver wordt. Als de kamer stijver wordt, stijgen de vullingsdrukken, dit gaat terug naar de linkerboezem, naar de longvenen, met als gevolg longoedeem. Als de fibrosering erger wordt (eindstadium) dan gaat het hart ook minder goed knijpen, dus dan is er sprake van systolische dysfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zorgt een aortaklepstenose voor symptomen van Angina pectoris?

A

Angina Pectoris: disbalans tussen verhoogde zuurstofvraag (de kamer moet harder gaan werken) en verlaagd zuurstofaanbod door: vaak aanwezig coronairlijden, er vindt hypertrofie plaats van de hartspier maar de capillairen groeien minder goed mee, verkorte vullingstijd (deze mensen krijgen meestal een iets snellere hartslag), druk in de LV wordt hoog dit heeft met name invloed op de endocardiale flow (die wordt dan minder en krijg je daar zuurstoftekort).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zorgt een aortaklepstenose voor symptomen van duizeling bij inspanning of syncope?

A

Duizelingen bij inspanning of syncope = collaps = wegraking: bij inspanning verlaagd je systemische weerstand en normaal gesproken gaat je hart dan sneller pompen en beter knijpen om voor een grotere CO te zorgen. Bij AoS is de reserve minder, je kan minder goed je slagvolume verhogen ten opzichte van de verlaagde weerstand van de vaten. Hier kun je duizelig van worden of wegraken.

17
Q

Wat is de auscultatie bij een aortaklepstenose?

A

Je hebt een ruis, maximaal op 2 rechts en uitstralend naar de a. carotis. Intensiteit verschilt van hoorbaar maar zacht tot makkelijk hoorbaar met thrill (2-4). En de vorm is ruitvormig. Het is een ruw geluid. Bij een aortaklepstenose kun je een vierde toon horen.

18
Q

Wanneer doen we een interventie bij een ernstige aortaklepstenose?

A
  • Klachten (subjectief vs objectief) <> geen klachten plotse dood discussie
  • Als je al een grote operatie moet ondergaan (buikoperatie bijv.)
  • Echocardiografische aanwijzingen voor (naderende) LV decompensatie (contractiliteit verlaagd, verhoogde hartfalen markers), de linkerkamer dreigt het op te geven.
19
Q

Wat voor interventie kunnen we doen bij een aortaklepstenose?

A

Wat kunnen we doen: mechanische klep (voordeel: gaan levenslang mee, nadeel: antistolling slikken, meer risico op bloedingen), bioprothese (bij ouderen, voordeel: geen antistolling, nadeel: hij slijt), TAVI (percutaan, voor mensen met een groot operatierisico).

20
Q

Wat zijn de mogelijke problemen van een klepprothese?

A
  • Structureel klepfalen
  • Thrombus (zelfs bij patiënten met antistolling)
  • Bloeding (door de antistolling)
  • Infectie
  • Paravalvulaire lekkage (hechting kan uitscheuren met als gevolg ook hemolyse van bloedcellen)
  • Pannus (weefsel ingroei, boven de klep krijg je een vernauwing of het zorgt ervoor dat de klep het niet goed doet)
  • PPM: te kleine klep inhechten
  • De kunstkleppen maken geluiden: sommige mensen worden er helemaal gek van
21
Q

Waaruit bestaat de mitralisklep?

A

Bestaande uit: papillairspieren, chordae tendinae, twee klepbladen.

22
Q

Wat zijn de oorzaken van een mitralisklepstenose?

A
  • Reumatisch: fusie commissuren en chordae met verdikking (en later calcificatie klepbladen). Komt vaak voor bij jonge niet-westerse vrouwen, omdat die allemaal van de verwaarloosde streptokokkeninfecties hebben gehad. De klep gaat beperkt open (hockeystickfenomeen)
  • Degeneratief (calcificatie): calcificatie mitraal annulus uitbreidend naar de basale delen van de klepbladen, de klepblaadjes zijn vaak nog gespaard. Komt vaak voor bij oude witte mevrouwen.
23
Q

Wat meten we om de ernst van een mitralisklepstenose te bepalen?

A

We meten dezelfde dingen als bij de aortaklepstenose, maar we spreken van een normaal klepoppervlak tussen de 4-6 cm2 en een ernstige mitralisklepstenose onder de 1,5 cm2.

24
Q

Wat zijn de symptomen van MS?

A
  1. Hartfalen: je krijgt obstructie van bloedflow door de MS, hier kun je moe van worden. De linkerboezem krijgt overbelasting van volume en druk daardoor krijg je stuwing in de longvenen, zorgt voor longoedeem met als gevolg kortademigheid. En op lange termijn pulmonale hypertensie en hemoptoë.
  2. Palpitaties: als de boezems groter worden kun je altijd hartkloppingen krijgen. Je kunt met name atriumfibrilleren krijgen.
  3. Thrombo-embolie: soms heb je dat het atriumfibrilleren er is en dat het atrium vergroot is, doordat het bloed dan minder goed stroomt kun je stolsels krijgen (je krijgt dan sludge).
25
Q

Wanneer krijgen mensen met MS vooral de klachten?

A

Deze mensen krijgen vooral klachten als ze tachycard worden: de vullingstijd wordt verkort. En dit gebeurt bij:
- Inspanning
- Boezemfibrilleren (ook verlies atriale contractie)
- Koorts
- Zwangerschap

26
Q

Wanneer interveniëren bij ernstige mitraalklepstenose? Wat kunnen we doen?

A
  • Klachten (subjectief vs objectief)
  • Risico op decompensatie (zwangerschap, pulmonale HT, grote operatie)
  • Groot risico op thrombo-emboliën (boezemfibrilleren, eerdere embolie, SEC)
    Wat kunnen we doen: mechanische prothese of balloneren (je maakt dan de commissuren open (bij MS wel nuttig)), bioprothese en TAVI doen we eigenlijk bijna niet bij MS.