H1: Systematische Proefmethode Voor Wijn Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee doelen van SPM (systematisch proefmethode)

A
  • Het vermogen ontwikkelen om een wijn correct te beschrijven
  • het vermogen ontwikkelen om daaruit zinnige conclusies te trekken (kwaliteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de ideale proefomgeving eruit?

A

-natuurlijk licht. Voor uiterlijk beoordeling
-vrij van geurtjes. Zo geen verstoring van aroma’s
- genoeg ruimte, voor glas en aantekeningen.
-spuugemmertje in handbereik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereid je jezelf goed voor om het proeven?

A
  • schone mond, geen tandpasta of andere sterke smaken.
  • voldoende vocht. Bij uitdroging kunnen geurreceptoren in je neus uitdrogen en hun gevoeligheid voor geuren verliezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is goed glaswerk voor het proeven?

A
  • Glas dat geurloos en kleurloos is en vrij van aanslag of restanten.
  • Glas met ronde kelk, voor het walsen.
  • Toelopende zijkanten, om aroma’s vast te houden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel schenk je ongeveer in om te proeven?

A

5 cl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uiterlijk
helderheid: welke keuze kan je maken en wanneer is het wat?

A

Keuze uit: helder of troebel

Helder is het bijna altijd.
Troebel is het wanneer er (veel) deeltjes in de wijn verspreid zijn.

LET OP: op examen is het sowieso helder!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uiterlijk
Intensiteit: welke keuze kan je maken en wat is het wanneer?

A

Keuze uit: licht, gemiddeld, diep

Wit wijn. Licht betekend een brede waterige rand. Komt de kleur bijna tot aan de rand dan is het diep. (Glas in 45 graden houden en er recht opkijken)

Rode wijn. Hou het glas schuin en kijk maar de rand. Bij weinig kleur is het licht. Kijk je dan vanaf recht boven maar de steel, dan zie je de steel aanzet makkelijk. Loopt de kleur tot de rand, dan is het diep. Je ziet de steel niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uiterlijk
Kleur: welke keuze voor witte wijnen en wanneer is het wat? Waar kijk je?

A

Keuze uit:
groengeel, citroengeel, goudgeel, ambergeel, bruin.

Je kijkt: in het midden waar de vloeistof diep is.

Groengeel. Groene toets

Citroengeel. Bijna alle wijnen.

Goudgeel. Er zit echt wat oranje, amber, bruin in.

Ambergeel. Duidelijk meer naar bruin neigen.

Bruin. Hele oude geoxideerde wijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uiterlijk
Kleur: welke rode kleuren zijn er en wanneer is het welke? Waar kijk j

A

Keuze uit: paars, Robijnrood, granaatrood, bruinrood, bruin.

Je kijkt: naar de randen om de pigmenten te kunnen waarnemen.

Paars. Duidelijke blauwe of paarse toets.

Robijnrood. Meest voorkomende kleur. Klein beetje paarsig/blauw randje.

Granaatrood. Duidelijke oranje, bruine accent maar de wijn blijft meer rood dan bruin.

Bruinrood. De wijn is meer bruin dan rood te noemen.

Bruin. Er zit geen rood meer in. oude wijnen met oxidatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uiterlijk
Kleur: welke kleuren rose zijn er en wanneer is het wat?

A

Keuze uit: roze, oranjeroze, oranje

Roze. Zuiver roze kleur. Hint van paars.

Zalmroze/oranjeroze. Roze met een hint van Oranje.

Oranje. Oranje is dominant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn tranen en Wanneer heb je tranen in je glas?

A

Tranen of ookwel benen, zijn stroompjes wijn aan zijkant van het glas die na het walsen stromen.

Bij wijnen met suiker of hoog alcohol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geur
Hoe kun je goed ruiken?

A

Door kort alvast te ruiken, dan te walsen, dan je neus bij de rand te houden en kort te snuiven. Let hierbij op: conditie, intensiteit, ontwikkeling, gedetailleerde kenmerken vd aroma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Tca

A

Tca is trichlooranisol, ook wel kurk.

Oorzaak: een chemische reactie, vaak veroorzaakt door besmetting van bijv de kurk.

Kenbaar: minder fruittonen, minder fris, wijn wordt vlak, nat karton, schimmel, natte kelder,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Reductie

A

Oorzaak: wijn heeft gebrek aan zuurstof. Vaak bij wijnen onder schroefdop.

Kenbaar: putlucht, rotte eieren, gekookte kool, verstopte afvoer, gekookte uien.

Herstel: veel zuurstof geven. In karaf schenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Zwaveldioxide

A

Oorzaak; te veel toegevoegd zou kunnen. Zwavelverbindingen in de wijn.

Kenbaar: scherpe geur van net afgestreken lucifers. Fruitigheid verdwijnt. Zwavel, benzine, vuursteen, verbrand rubber.

Meestal bij goedkope of zoete wijnen. Bij riesling is juist kwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Oxidatie

A

Oorzaak: niet goed werkende afsluiting.

Kenbaar: diepere kleur, smaken als toffee, caramel, honing, koffie, mist frisheid en fruit. Walnoten.

Sherry en Amarone is gewenst

17
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Vluchtig zuur

A

Oorzaak: Een bacterie die de wijn afbreekt.

Kenmerk: lijm, nagellakremover, azijn.

Bij sauternes is het acceptabel. En na lang een wijn laten staan wordt iedere wijn azijn.

18
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Brett

A

Brett is ook wel brettanomyces. En is een gistsoort, een wilde gist, die door gebrek aan hygiëne ontstaat in de wijnkelder. En geeft de wijn plastic of dierlijke aroma’s.

Kenmerk: pleisters, warm vinyl, gerookt vlees, leer, zwetende paarden, mest stal, muizennest, spek.

Acceptabel bij Rhone wijnen. Bourgogne zeiden de Engelse, a good burgundy smells like shit.in geringe mate is dus oke!

19
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Maderisatie

A

Oorzaak: de wijn heeft te lang warm gestaan.

Kenmerk; karamel, rozijnen, stroop, gestoofde tonen.

Madeira is het gewenst.

20
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Koolzuur/bubbels

A

Oorzaak: de suiker in de wijn gaat weer gisten.

Kenmerk; belletjes, je hoort hem prikkelen.

Soms bewust zoals bij petillant of frizzante. Om de wijn jonger en frisser te laten lijken. Vaak met champagnekurk. Bij stille wijn is het een fout

21
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Residu rode wijn

A

Oorzaak: het neerslaan van moleculenketens tussen kleurstoffen en tannines. Als de ketens te lang worden slaan ze neer.

Kenmerk. Donkere vlokken op bodem glas of fles.

Vintage port heeft t vaak. Kan ook komen door minimale filtering wat goed is voor kwaliteit en aroma’s.

Oplossing: decanteren en voorzichtig uitschenken

22
Q

Conditie: wordt niet getoetst!

Wat is de volgende wijnfout en hoe herken je het?

Wijnsteen

A

Oorzaak: de zuren slaan als kristallen neer.

Kenmerk: kristallen op de bodem van het glas.

Oplossing: wijnmaker kan wijn goed koelen voor verkoop, zodat ze al neerslaan en verwijdert kunnen worden. En decanteren

23
Q

Geur intensiteit,welke keuze kan je maken en wanneer doe je wat?

A

Licht, gemiddel (+-), sterk/uitgesproken.

Uitgesproken, als de aroma’s zonder snuiven het glas uitspatten en je aroma’s kan waarnemen.

Licht als je na paar keer snuiven nog moeilijk iets waarneemt.

24
Q

Wat zijn primaire aroma’s?

A

De aroma’s die na de vergisting in de wijn zitten.

Sommige komen van de druiven en andere van het vergistingproces.

25
Q

Wat zijn secundaire aroma’s?

A

Deze aroma’s worden gecreëerd tijdens de vinificatie, na de vergisting.

Bijv van hout, malo, contact met lie of autolyse.

26
Q

Wat zijn tertiaire aroma’s?

A

Deze aroma’s vinden hun oorsprong in rijpingsprocessen.

Dit kan oxidatief zijn, bijv lange tijd op hout (koffie, toffe, karamel)
Of zonder zuurstof, rijping op fles. (Benzine, honing, paddenstoel)

Hierbij worden fruit aroma’s minder fris, meer gestoofd of gedroogd.

27
Q

In welke ontwikkeling zit de wijn?

A

Jong: er zijn vooral primaire en secundaire aroma’s aanwezig. Secundaire aroma’s zijn losstaand en nog niet geïntegreerd.

In ontwikkeling: vooral primaire en secundaire aroma’s, maar enkele tertiaire ook aanwezig.

Volledig ontwikkeld: overheersende tertiaire aroma’s. Met misschien nog wat primaire en secundaire. Secundaire aroma’s zijn hier geïntegreerd.

Vermoeid/over hoogtepunt heen: de aroma’s gaan achteruit. De aantrekkelijke aroma’s vervagen en onaangename beginnen te vormen.

28
Q

Smaak:
Wat is zoetheid en welke aanduidingen heb je?

A

Zoetheid is de smaak van de suikers in een wijn.

Droge wijn; bevat geen of weinig suiker. Is niet waarneembaar

Iets zoet; er is een minimum suiker waarneembaar. (Bijv. Droge gewurztraminer Elzas, champagne brut, goedkoop rood of witte wijn)

Halfdroog/halfzoet; duidelijke aanwezigheid van suiker, maar niet zoet genoeg om bij desserts te schenken. (Halfzoete wijn is net hoger in suiker dan halfdroog)

Zoet; aanwezigheid suiker is prominent kenmerk van de wijn. (sauternes, port)

Volzoet: suikergehalte is zo hoog, wijn is stroperig en op de lippen plakkerig. (Rutherglen Muscat en px-sherry)

29
Q

Smaak:
Wat kan je zeggen over ook zuurgehalte heb je in de wijn?

A

Zuren komen van wijnsteenzuur, appelzuur of melkzuur na omzetting van appelzuur. Soms wordt in wijnkelder zuur toegevoegd.

Waarneembaar: aan de zijkanten van de tong. Scherp, prikkelend gevoel en speeksel aanmakend. (Dit laatste om balans in mind te kunnen herstellen)

Let op: bij proeven altijd kijken naar het speeksel opwekkende effect. Zuur kan gemaskeerd worden door suikers/zoet en door brandend/prikkelend van alcohol

30
Q

Smaak:
Tannine. Wat kan je hierover zeggen?

A

Is een belangrijk structurerend element in rode wijn. Dat komt van druiven schillen tijdens de vergisting.

Tannine bind zich aan je speeksel waardoor je mond droger en ruwer voelt. (Op het tandvlees waarneembaar)

Tannine kan bitter zijn, wat je achter in je mond voelt.

Is de tannine streng, vraag je dan af of de wijn dun aanvoelt in body, dan heb je een laag tannine gehalte. Geen strenge tannine, wel een mondvullende body, tannine is hoog.

31
Q

Smaak:
Alcohol. Wat kan hierover gezegd worden?

A

Draagt bij aan de body van de wijn. Hoger alcohol is vollere body. Lage alcohol, wijn is waterig soms en dus lage body.

Na uitspugen of doorslikken voel je een heet, branderig gevoel, het triggert je pijnreceptoren.

Let op het kan lijken op hoog zuur. Let op de speekselaanmaak en of de wijn waterig of dik aanvoelt.

Alcohol gehalte wijn:
Laag. 11% of minder
Gemiddelde 11%-13.9%
Hoog. 14% of meer

Alcohol gehalte versterkte wijn;
Laag. 15%-16,4%
Gemiddeld. 16,5%-18,4%
Hoog. 18,5% of meer

32
Q

Smaak:
Body, wat kan hier over verteld worden?

A

Body is mondgevoel, is de gewaarwording van textuur die een wijn creërt.

Een totaalimpressie. Waarbij alcohol grote rol speelt. Suiker levert ook meer body op. Hoog tannine is hoge body.

33
Q

Smaak:
Mousse, niet getoetst, wat kan hier over verteld worden?

A

Meeste mousserende wijnen is de mousse romig, dus voldoende om levendige belletjes in de mond te voelen zonder dat het hard of schuimig wordt.

Harde mousse is wanneer er een explosie in je mond ontstaat en de mousse daarna in 1 klap verdwijnt.

Verfijnd betekend belletjes die heel zacht en fijn zijn. Vaak met langdurige rijping of onder lage druk

34
Q

Smaak intensiteit wat kan hierover gezegd worden?

A

Doordat wijn opwarmt in je mond, kunnen bepaalde aroma’s duidelijker naar voren komen. bijv kruidige aroma’s, aardse en toastachtige. Bloemen en fruit zijn juist minder duidelijk in de mond.

Schrijf altijd 80% over van geurkenmerken en schrijf 20% nieuw op.

35
Q

Afdronk, wat kan je hier over vertellen?

A

Is de verzameling van gewaarwordingen nadat je de wijn hebt doorgeslikt of uitgespuugd hebt.

Hoe langer hoe beter de wijn

Alleen kijken naar de gewenste gewaarwordingen. Zoals het fruit en niet bitter.

Kort: korter dan 5sec
Gemiddeld: 5-15 sec
Lang: 15sec en meer

36
Q

Hoe maak je een conclusie op na het proeven van wijn?

A

B i c a. of b l i c

Balans: hoe wordt de balans bereikt? Hoe goed is de wijn in balans? Hoe goed zijn de verschillende elementen geïntegreerd?

Intensiteit: concentratie van de wijn of hoe zwak/waterig of juist voor en sterk zijn de smaken.

Lengte / afdronk: hoe lang is de afdronk

Complexiteit; hoe complex is deze wijn? Zijn er veel smaken uit veel verschillende categorieën?

Voortreffelijk; alle 4 is goed
Heel goed; scoort op 3
Goed: scoort op 2
Redelijk; scoort op 1
Slecht; scoort niet

37
Q

Mate waarin op dronk, wat kan je hierover zeggen?

A

Eerste waar je op let: is de wijn gemaakt om eventueel te rijpen?

Nu drinken en niet geschikt om te rijpen; niet gemaakt om te rijpen. Bijv Primaire aroma’s, lichte zuren en tannine.

Te oud: frisheid is weg.

Op dronk maar kan nog rijpen;over aantal jaren nog beter, maar nu al goed.
bijv. wijn is stevig in structuur van zuren en tannine en heeft veel smaakconcentratie. Wat doet rijpen moet je inschatten. Primaire aroma’s worden tertiaire, tannine zachter, alcohol hetzelfde, zuren en suikers hetzelfde (zoete wijn wordt uiteindelijk droger).

Te jong; over een aantal jaar pas echt goed. Zonde om nu te drinken.