Ritme en geleidingsstoornissen III Flashcards
diagnostiek
ECG, ergometrie, holter, event recorder, ILR, heart rate variability, signal averaged ECG, Twave alternans, TILT test
sinus carotis massage
sterke vagale inhibitie van het hart
medicatie anti-aritmica
klasse 1: natriumkanaal blokkers (flecainide, propafenon)
klasse 2: betablokker (-olol)
klasse 3: calciumkanaal > actiepotentiaal verlengen (amiodaron en sotalol)
klasse 4: calciumblokkers > verminderen plateaufase (verapamil en diltiazem)
klasse 5: overige anti-aritmica (adenosine en digoxine)
ablatie
wordt met catheters de geleiding van het hart gemeten om vervolgens precieze littekens te kunnen aanbrengen die processen als re-entry kunnen verhinderen
ééndraads pacemakers
bij mensen met chronisch atriumfibrilleren of bij sinusknoop disfunctie zonder AV blokkade
tweedraads katheter
- bij AV blok
3 kamer systeem
LA, RA en LV = biventriculaire pacemaker of CRT-P
- ernstig hartfalen met geleidingsstoornissen
- bundeltakblok met hartfalen, zonder verbreed QRS complex geen CRT nodig
implantable pacemaker
IPG, draden en lichaamsweefsel
indicaties pacemaker
SSS, sinusbradycardie met klachten, AV blok, Wenckebach gedrag soms
indicatie ICD
iedereen die VT of VF heeft gehad en geen reversibele oorzaken
aanhoudende VT