Extra leren 1b3 Flashcards
soorten nefrotisch syndroom
- minimal change
- FSGS
- membraneuze glomerulopathie
minimal change
15-20 g eiwit/dag, vooral bij kinderen; verstoorde ladingsselectiviteit
- goede prognose, behandelen met prednison
FSGS
geen nierfunctie meer in gebied met fibrosering; prognose slechter dan bij MCD
Hoe wordt diagnose FSGS gesteld
mutaties in eiwitten (nefrine, collageen 4A > podocytdisfunctie)
membraneuze glomerulopathie
- tegen eiwitten op podocyten worden IgG’s gemaakt > complementen boren gaatjes in membraan > immuundeposities slaan neer in/onder basaalmembraan
- antistoffen tegen PLA2-receptor aan onderkant podocyt
Wat zie je bij membraneuze glomerulopathie
- biopt met zilverkleuring: basaalmembraan van capillairen verdikt
- elektronenmicroscoop: immuundeposities en kapotte podocyten
nefritisch syndroom
- anti GBM
- post streptokokken
- ANCA
- lupus
anti GBM
antistoffen tegen glomerulaire basaalmembraan (IgE), collageenkluwen ontwarren; extra capillaire proliferatie
- bloed ophoesten kan doordat GBM antistoffen in longen kunnen komen
ANCA
antistof tegen witte bloedcellen > onrust en treden uit > vasculitis
- met fluorescentie niet zichtbaar, moet in bloed worden gemeten
afrikaans ras
Ca antagonisten en diuretica werken beter
kaukasisch ras
ACE remmers of beta blokkers werken beter
tacrolimus en ciclosporine
remmen calcineurine waardoor T cellen en APC via HLA niet meer kunnen beschadigen; bijwerkingen hoge BD, nier- en zenuwbeschadiging, risico op diabetes en verhoogd cholesterol
basiliximab
inductietherapie door interleukine 2 te remmen
azathioprine
remt celdeling waardoor T cellen niet kunnen delen; bijwerkingen: leverziekten, remming beenmerg, buikklachten en diarree
mycofenolaat mofetil
remt ook de T cel deling door te zorgen dat er geen bouwstenen zijn voor het DNA
prednison
bijwerkingen: oedeem, haargroei, risico diabetes, gewichtstoename, spierzwakte, hypertensie en hoog cholesterol
HC farmaco
opnieuw
theory of planned behavior
- gedachten en houding
- subjectieve norm
- persoonlijke controle
- daadwerkelijke controle
stages of change model
- precontemplatie fase
- contemplatie fase
- preparatiefase
- actiefase
- volhouden
gezondheidsdeterminanten model
Als allereerst persoonlijke karakteristieken, maar die zijn niet te beïnvloeden
1. individuele leefstijl
2. sociaal netwerk
3. leef en arbeidsomstandigheden
4. sociaal economisch, culturele en omgevingsfactoren
PAR
de proportie van de totale incidentie van een bepaalde ziekte binnen de bevolking die toe te schrijven is aan blootstelling aan een bepaalde risicofactor
PAR = P x (RR-1) / P x (RR-1)+1
ventielmechanisme
lucht gaat uit de long de pleuraholte in maar kan er niet meer uit
spanningspneumothorax
sprake van lucht achter de long dat door het ventielmechanisme onder druk staat en de long zo in elkaar drukt, thoraxwand naar buiten gedrukt, mediastinum naar de andere kant en diafragma naar beneden
- lage bloeddruk kenmerkend
normaal sinus ritme
50-100 pm