Inspanningsfysiologie Flashcards
ketting ademhaling (CO2 doorloopt andersom)
- convectief gastransport door geleidende luchtwegen; kan gestoord worden door obstructies
- gasmenging in alveolaire ruimte: wordt negatief beinvloed door dode ruimte ventilatie
- diffusie: afhankelijk van diffunderende oppervlak en dikte lucht-bloed barriere
- pulmonale circulatie: shunt kan probleem vormen
- gehele circulatie en hartfunctie
- spieren
- diffusie
- mitochondrien
rendement ademhalingsketen
24%, de rest naar warmte
maat prestatievermogen
maximale O2 opname in procenten van de normaalwaarde
respiratoire parameters
O2 diffusie, ventilatie (maximaal AMV), ventilatie-perfusie verhouding, zuurstofspanningsverschil (DO2)
skeletspier parameters
enzymen en oxidatiepotentiaal, energiereserves en leverantie, myoglobine, aantal en grootte van mitochondrien
cardiovasculaire centrale parameters
slagvolume, hartfrequentie, Hb concentratie
cardiovasculaire perifere parameters
flow naar regio’s zonder arbeid, bloedflow naar spier, capillaire dichtheid in spier, O2 diffusie, O2 extractie, Hb-O2 interactie
Waarvan is de saturatie afhankelijk?
pH, temperatuur, pCO2 en 2,3 BPG
Bohr effect (andersom in longen)
temperatuur stijgt door verbranding, pH daalt en pCO2 stijgt
Welk reserve is groter?
ventilatoire reserves (x17) tov cardiovasculaire (x6)
Inspanningsproef
Kijkt waar de beperkende factor zit
uitkomstparameters
- systolische BD en HF horen lineair te stijgen, diastolische BD ongeveer constant
- SV zal iets toenemen
verhoging HMV
vooral door verhoogde HF, SV stijgt minder
mechanische efficientie
V’O2 (zuurstofopname) wordt uitgezet tegen belasting van de fiets, moet lineair verband zijn
- vlakker, hoger: test niet valide
- kromme: cardiaal probleem
zuurstofpuls
zuurstofopname per hartslag = V’O2/HF