Integratiecollege week 13 Flashcards
complicaties MI
recifief infarct, ritmestoornis, pompfunctiestoornis en mitralisklepinsufficiëntie
behandeling recidief infarct
PCI of CABG
behandeling ritmestoornis
medicatie, pacemaker/ICD of ablatie
behandeling pompfunctiestoornis
medicatie
behandeling mitralisklepinsufficientie
klep vervangen
oorzaken syncopes
cardiovasculair kan
- vasculaire, obstructieve (aortastenose, tetralogie Fallor of pulmonale hypertensie) oorzaak of aritmie (tachycardie, bradycardie, significante pauzes en pacemakerfalen
oorzaken syncopes
cardiovasculair kan
- vasculaire, obstructieve (aortastenose, tetralogie Fallor of pulmonale hypertensie) oorzaak of aritmie (tachycardie, bradycardie, significante pauzes en pacemakerfalen)
atriumfibrilleren
sinusritme is verstoord en er vindt overal in de boezem activiteit plaats door fibrotische plekken atrium
- signalen bij AV knoop kunnen dit niet doorgeven aan kamers
- vooral bij oudere mannen en vaak samen met verhoogde bloeddruk
belangrijkste complicatie atriumfibrilleren
harseninfarct, bloedverdunners nodig om te voorkomen
- Chad Vasc score bepaalt of er een reden is om bloedverdunners te geven
prognose atriumfibrilleren
matig, want vaak co-morbiditeit
- acute behandeling: cardioversie
- medicatie
STEMI
St elevaties op ECG, behandeling liefst binnen een uur
ACS
STEMI, non-STEMI, IAP
non-STEMI
liefst binnen 24 uur behandelen
Wanneer wordt er voor CABG gekozen ipv PCI bij SAP
ernstig 3-vats coronair lijden, hoofdstam of hoge LAD laesie, moeilijk behandelbare laesie met PCI, diabetes mellitus
Wanneer gaat de voorkeur bij ACS uit naar CABG
uitgestelde CABG na afkoelen en PCI, na PCI met complicatie, na gecompliceerd ACS (papillairspierruptuur, myocardruptuur)
symptomatische behandeling ACS/SAP
betablokkers, calciumantagonisten, nitraten met sublinguale of orale toediening
preventieve behandeling ACS/SAP
trombocyten aggregatieremmers, cholesterolsyntheseremmers, ACE remmers
accelerated automacity
prikkels volgen elkaar sneller op door aanpassing depolarisatiedrempel
triggered activity
tijdens de relatieve refractaire periode ontstaat er nog een prikkel
re-entry
kan alleen optreden als er meerdere geleidingswegen zijn, er vertraging is in de geleiding en de prikkel een circuit kan aflopen
4 categorieen tachycardieen
supraventriculair, ventriculair, smal complex tachycardie en breed complex tachycardie
supraventriculair
gelokaliseerd boven de kamers, vrijwel altijd smal QRS
ventriculair
in de kamers, breed QRS
smal complex tachycardie
meestal een supraventriculaire tachycardie
pacemaker
bij te trage hartslagen
ICD
bij te snelle en levensbedreigende ventriculaire stoornissen
indicaties pacemaker
verstoorde prikkelvorming (sick sinus syndrome), klachten die bij bradycardie horen, AV blok (2e graads bij uitzonderingen) of 3e graads
eerste graads AV
verlengde PQ tijd
2e graads AV, type 1
steeds langere PQ tijd totdat er een QRS uitvalt, P top wordt niet gevolgd door QRS
2e graads AV, type 2
PQ tijd stabiel en valt plots een QRS uit
3e graads AV
P toppen niet gevolgd door QRS, boezems contraheren onafhankelijk van kamers
indicaties ICD
reanimatie zonder oorzaak of uitlokkende factor (< 48 uur), blijvende VT, LV ejectiefractie <35% en klachten
nabehandeling AMI
pijnstilling morfine, trombolytica + aspirine en heparine/LMWH, secundaire preventie (aspirine, beta blokkers, RAS blokker en/of cholesterolremmers)
ventrikeltachycardie
monomorfe regelmatige breedcomplextachycardie
Torsade de Pointes
overgangsfase van VT naar VF, waarbij verschillende punten in de ventrikel, de ventrikel aansturen en er polymorfe regelmatige brede complexen ontstaan, die vaak een spoelfiguur vormen
ventrikelfibrilleren
totale chaos