Niertransplantatie Flashcards
Waar wordt naar gekeken voor een transplantatie?
- bloedgroep
- weefseleigenschappen: HLA
- uitgebreide medische screening
- risico recidief nierziekte
- chirurgische beoordeling: vaatstelsel, overgewicht, plaatsing
- donornier
procedure
wordt in de linker/rechter fossa geplaatst omdat de aansluiting op bloedvaten makkelijk is en de blaas dicht in de buurt zit
complicaties
trombose, bloeding, infectie, stenose/lekkage urineleider
immuunherkenning
macrofaag neemt antigeen op > knipt in stukjes > gepresenteerd op HLA > T helper cel geactiveerd mits er co-stimulatie moleculen en interleukine 2 wordt afgegeven > cytotoxische T cellen > cellysis
B cel kan antigeen herkennen maar moet geactiveerd worden door T helpercel en kan dan antistoffen gaan produceren
immuunsupressie
mycofenolaat mofetil (cellcept), basilicimab, tacrolimus (prograft)
bijwerkingen prednison
oedeem, haargroei, risico diabetes, gewichtstoename, spierzwakte, hypertensie en verhoogd cholesterol
nadelen immuunsuppressie
infecties, HVZ, kanker en nierschade
infecties
atypisch en snel verloop (meeste bacterieel maar ook viraal en schimmel), 80% kans binnen 2 jaar
cytomegalovirus
symptomen van 0 tot 60%, profylaxe met valganciclovir
pneumocytis jiroveci pneumonie
gistachtige schimmel die ernstige pneumonie veroorzaakt, sterfte zonder behandeling 90-100%
- cotrimoxazol
nefrotoxiciteit immuunsuppressie
- acuut: constrictie afferente arteriole, trombotische microangiopathie, isometrischce tubulaire vascuolisatie en tubulaire disfunctie met elektrolytstoornissen
- chronisch: interstitiele en glomerulaire fibrose en soms tubulaire atrofie
Epstein Barr virus
symptomen meestal mild, proliferatie B lymfocyten, vooral na T cel depleterende therapie risico op reactivatie of primo infectie
BK virus
latent aanwezig in nier epitheelcellen, risicofactor vooral intensiteit immuunsuppressie, therapie is reductie immuunsupressiva
hoog risico
leefstijl/dieet/overgewicht, bloeddruk <130/80, protein urie remming, statine, roken verdubbelt kans op sterfte
chronic active antibody mediated rejection
belangrijke oorzaak transplantaat verlies
- progressief, proteinurie, hypertensie
- door: endotheel activatie, anti-HLA antibodies, histomorfologische afwijkingen