Diagnostiek en behandeling atherosclerotische complicaties Flashcards

1
Q

symptomatische behandeling

A

betablokkers (metaprolol, atenolol), nitraten (sublinguaal/oraal) en calciumantagonisten (verapamil, diltiazem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

preventieve behandeling

A

ACE remmers (catopril…-pril), trombocyten aggregatieremmers en cholersterolsyntheseremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

opties revascularisatie

A

PCI: dotteren
CABG: bypassoperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

IAP

A

geen schade aan myocard, geen stoffen in bloed, niet te zien op ECG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Myocardinfarct

A

schade aan hartspier, meetbaar in bloed, pathologische Q golven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

STEMI

A

volledige afsluiting coronair, plaque is helemaal gescheurd > reperfusietherapie (trombolyse en PCI/CABG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Non-stemi

A

troponinetest normaal, plaque deels gescheurd en coronair deels afgesloten > GRACE score bepaalt hoe snel er PCI moet worden gestart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CABG ipv PCI

A

bij ernstig drievatslijden, een hoofdstam laesie of hoge LAD lesie, moeilijk behandelbare lesie, diabetes mellitus, uitgestelde interventie na afkoelen en PCI, PCI met complicatie, gecompliceerd ACI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nabehandeling

A

betablokkers, trombocyten aggregatieremmers, cholesterolsyntheseremmers en ACE inhibitors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zit het probleem bij een onderwandinfarct

A

rechter kransslagader, risico op papillairspierruptuur > mitralisklepinsufficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

FFR

A

druk voor en achter stenose wordt gemeten, eerst adenosine om ader maximaal open te zetten > verhouding bepalen
- lager dan 0,8 > stenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

iFR

A

maakt gebruik van dat in de drukgolf zelf in diastole al een gebied is waar flow maximaal is en kan worden berekend door druk achter stenose te delen door druk voor de stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

IVUS

A

ultrageluid en geschikt om diep te kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

OCT

A

maakt gebruik van licht en contrast en is geschikt om goed te kijken naar een bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly