Hypertensieve crisis

Question 1

hypertensieve crisis

Answer 1

acuut onstane, sterk verhoogde bloeddruk die nu gecompliceerd wordt of op korte termijn kan zorgen voor acute hypertensieve orgaanschade van de hersenen, hart , nieren, grote bloedvaten en/of ogen (220/120-130 mmHg)

Question 2

Wat is belangrijk voor de mate van orgaanschade?

Answer 2

snelheid van bloeddrukverandering

Question 3

hypertensief noodgeval

Answer 3

iemand moet op de IC behandeld worden met intraveneuze bloeddrukverlagers
- symptomen: graad III/IV retinopathie aan beide ogen, nefrosclerose/hypertensieve encelopathie/MAHA, hartfalen/ischemie, snelle BD daling gewenst

Question 4

Micro-angiopathische hemolytische anemie

Answer 4

fragmentatie hemolyse; anemie
- oorzaken: beschadiging endotheel > stollingsactivatie > fibrinedraden maken erytrocyten kapot
- vaak gecombineerd met trombose of bloedingen voor

• behandeld met orale bloeddrukverlagers

Question 5

pathofysiologie

Answer 5

ernstige hypertensie > falen autoregulatie > vaatweerstand omhoog > vasoconstrictie > endotheelschade > ischemie > eindorgaanschade

Question 6

Wat is fibrinoide necrose?

Answer 6

necrose van de media doordat door de hoge bloeddruk fibrine en bloedplaatjes aan de wand blijven kleven > verwijding door hoge druk > doorbraak vasodilatatie, leidt tot orgaanschade door te hoge capillaire druk

Question 7

oorzaken hypertensieve crisis

Answer 7

cocaine intoxicatie, adrenerge crisis, glomerulonefritis, geaccelereerde primaire of secundaire hypertensie, sclerodermie/vasculitis, preëclampsie

Question 8

symptomen hypertensieve crisis

Answer 8

hoofdpijn, visuele beperking, hartfalen, LV hypertrofie, neurologische complicaties, maagdarmklachten, mciro-angiopathische hemolytische anemie en secundair hyperaldosteronisme

Question 9

graad 1 retinopathie

Answer 9

Lichte gegeneraliseerde arteriolaire vernauwing of sclerose

Question 10

graad 2 retinopathie

Answer 10

Onmiskenbare focale vernauwing en A-V kruisingsfenomenen. Matige sclerose van de retinale arteriolen. Versterkte arteriële lichtreflex.

Question 11

graad 3 retinopathie

Answer 11

Retinale bloedingen, harde exsudaten en zachte exsudaten/ cottonwool spots.

Question 12

graad 4 retinopathie

Answer 12

Ernstig graad III beeld met papiloedeem, achterpooloedeem en eventueel choroidale laesies.

Question 13

hypertensieve encephalopathie

Answer 13

door doorbraak vasodilatatie
- hoofdpijn, lethargie, verward, verminderde visus, insulten en uitiendelijk coma
- parieto-occipitale regio
- autoregulatie is tekort geschoten
- bloeddruk langzaam laten dalen

Question 14

beroerte vs encephalopathie

Answer 14

acuut, focale neurologische uitval, geen bloedingen/exsudaten in oog, symptomen kunnen verergeren door bloeddruk verlaging

subacuut, diffuus neurologische uitval, fundus graad III of IV, verbetert door BD verlaging

Question 15

therapie

Answer 15

labetalol of nifedipine (in principe geen diuretica, tenzij overvulling)
- cerebrale perfusie moet gewaarborgd blijven, daling van 20-25%

Question 16

amlopdipine

Answer 16

maakt uw bloedvaten wijder en verlaagt uw bloeddruk