Revascularisatie en nabehandeling coronair syndromen Flashcards
PCI
vernauwing in een coronair wordt geopend met een ballon en vaak wordt er ook een stent geplaatst, grootste probleem is restenose
- oplossing: drug eluting stents
Drug eluting stents
gecoat met medicijn dat over de tijd wordt afgegeven > gladde spiercellen profileren niet dus restenose voorkomen
- nadeel: niet celspecifiek dus endotheel cellen ook geremd > risico trombose
uitzonderingen voor PCI bij stabiel coronair lijden
in principe niet gedaan
- niet pijnvrij ondanks optimale medicatie behandeling
- hoofdstamstenose > 50%
- proximale LAD stenose > 50%
- twee- of drievatslijden met stenose 50% en LVEF <35%
- groot gebied van ischemie > 10% bij niet-invasieve ischemie detectie
risico’s PCI
vasculaire complicaties, MI, CVA of allergische reactie, nierinsufficientie en overlijden
- vasculaire complicaties = arteriele trombose, distale embolisatie, bloeding, dissectie, pseudo aneurysma, AV fistel en occlusie a. radialis
therapie PCI
- antitrombotisch: heparine
- aspirine, bij stens plaatsing gecombineerd met P2Y12 receptor inhibitor (stabiel coronair lijden clopidogrel, acuut coronair syndroom prasugrel of tricagelor)
Hoelang therapie PCI bij stabiel coronair lijden
6 maanden, tenzij hoog bloedingsrisico dan 3
Hoelang therapie PCI bij acuut coronair syndroom
12 maanden, tenzij hoog bloedingsrisico dan 6
Golden 5 na PCI
- aspirine
- tricagrelor/prasugrel (P2Y12 receptor inhibitor)
- atrovastatine (cholesterolverlager)
- perindopril (ACE remmer)
- metoprolol (beta blokker)
PCI vs CABG
afhankelijk van comorbiditeit en complexiteit situatie
- SYNTAX score
redenen voor CABG: patienten met diabetes mellitus en patienten met PCI en restenose
nadeel CABG: heftige operatie en lang herstel
Richtlijnen katheterisatie NSTEMI
binnen 24 uur
- bij pijn, hemodynamisch instabiel, cardiogene shock of ST elevatie in AVR en diffusie ST depressie binnen 2 uur
Richtlijnen katheterisatie STEMI
PCI zo snel mogelijk, liefst binnen 1 uur
- na 48 uur vaak geen PCI meer vanwege afgestorven weefsel
periprocedurele complicaties
- perforatie
- dissectie
- occlusie zijtak
- distale embolisatie
- stent trombose