H5 De groeiomgeving Flashcards

1
Q

Welke 5 dingen heeft een wijnstok nodig?

A
  1. Warmte
  2. Zonlicht
  3. Water
  4. Voedingsstoffen
  5. Kooldioxide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem wat gebeurt tijdens de groeicyclus:

  • Winter
  • Lente
  • Late voorjaar/zomer
  • Zomer vordert
  • Late zomer/vroege herfst
  • Herfst
A
  • Winter: rust, geen groene delen
  • Lente: nieuwe loten beginnen te groeien
  • Late voorjaar/zomer: wijnstok bloeit en kleine druifjes vormen zich
  • Zomer vordert: druiven groeien, maar nog hard en groen
  • Late zomer/vroege herfst: druiven beginnen te rijpen, suikergehalte stijgt, zuurgehalte daalt, smaken ontwikkelen (eerste teken van rijpingsproces is veraison)
  • Herfst: oogst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt fotosynthese?

A

De wijnstok gebruikt zonlicht om kooldioxide en water te combineren, om zo glucose en zuurstof te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke temperatuur is het te koud voor de wijnstok om te groeien?

A

Onder de 10 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 6 factoren beïnvloedden warmte?

A
  1. Geografische breedte
  2. Hoogte
  3. Oceaanstromingen
  4. Mist
  5. Bodem (absorberen / weerkaatsen van warmte)
  6. Expositie (naar evenaar meeste warmte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is continentaliteit?

A

Het verschil in temperatuur tussen de koudste en de heetste maanden.

Gebieden met hoge continentaliteit kennen grote verschillen tussen de seizoenstemperaturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hebben gebieden dicht bij groter watermassa’s doorgaans een hoge of lage continentaliteit?

A

Doorgaans een lage continentaliteit doordat het water langzamer opwarmt en afkoelt.

Wijngebieden die ver landinwaarts liggen hebben over algemeen meer temperatuurverschillen en dus een hoge continentaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bepaalt de continentaliteit?

A

De continentaliteit van een gebied bepaalt de lengte van het groeiseizoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bedoeld met de term diurnal range?

A

Het verschil tussen dag- en nachttemperatuur.

Koele nachten vertragen het verlies van aroma’s en zuren in de druiven gedurende de rijping. Warme nachten versnellen de rijping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk effect kan een grote diurnal range hebben in een warm of heet gebied?

A

Dit kan wijnen opleveren die frisser en aromatischer zijn dan die van een wijngaard met een kleiner temperatuurverschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan de nabijheid van een zee of meer doen met de diurnal range?

A

Die kan deze verkleinen.

Zelfs relatief kleine watermassa’s (rivieren) kunnen genoeg warmte vasthouden om nabijgelegen wijngaarden ‘s nachts warm te houden en overdag van verkoelende briesjes te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan er gebeuren als de temperatuur onder -20 graden komt en wat kan er tegen gedaan worden?

A

De wijnstok kan ernstig beschadigen of zelfs doodgaan door bevriezing. Plek waar de plant ge-ent is, loopt meeste risico. De entplaats kan met aarde bedekt worden ter bescherming. Dit heet aanaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In subtropische klimaten is geen winter. Welk effect heeft dit?

A
  • De wijnstok heeft geen rustperiode en kan meer dan 1 oogst per jaar producen.
  • De levensduur is korter en kwaliteit van de druiven minder.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan gedaan worden om de knoppen van de wijnstok te beschermen tegen lentevorst?

A
  • Kachels
  • Windmachines
  • Sproeiers
  • Doordachte wijngaardaanleg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een wijnstok heeft zonlicht nodig voor fotosynthese. Noem 3 factoren die zonlicht beïnvloeden.

A
  1. Geografische breedte
  2. Zeeën en meren
  3. Expositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt het klimaat van een gebied gedefinieerd?

A

Als het jaarlijks patroon van temperatuur, zonlicht en regenval, over verschillende jaren gemiddeld.

17
Q

Wat zijn de gemiddelde groeiseizoentemperaturen van de verschillende klimaten (koel, gematigd, warm, heet)?

A
  • Koel: 16,5 graden of lager
  • Gematigd: 16,5 - 18,5 graden
  • Warm: 18,5 - 21 graden
  • Heet: Hoger dan 21 graden
18
Q

Beschrijf een continentaal gebied.

A
  • Hoge continentaliteit
  • Meestal korte zomers met grote, snelle daling van temperatuur in herfst.
  • Bekend om droge zomers.
  • Vooral geschikt voor rassen die laat uitbotten en vroeg rijpen.
19
Q

Wat kenmerkt een maritiem klimaat?

A
  • Koele tot gematigde temperaturen met lage continentaliteit.
  • Regenval meestal gelijkmatig over jaar verspreid, helpt temperatuur te matigen.
  • Hierdoor temperatuur hoog genoeg voor druiven om tot ver in herfst te rijpen (daarom Cabernet Sauvignon met dikke schil succesvol rijp worden in maritiem Bordeaux).
  • Regenval in lente en zomer kan schadelijk zijn voor bloei, vruchtzetting en gezondheid van druiven bij de oogst.
20
Q

Waardoor wordt mediterraan klimaat gekenmerkt?

A
  • Lage continentaliteit (temperatuurverschil tussen heetste en koudste maanden).
  • Zomers meestal warm en droog.
  • In mediterane gebied, maar ook groot deel van kustgebied Californie, Chili, Zuid Afrika en Zuidoost Australie.
21
Q

Wat is het verschil in warmte en zonlicht tussen mediterraan en maritiem klimaat en welk effect heeft dit?

A
  • Vergeleken met maritiem klimaat heeft mediterraan klimaat extra warmte en zonlicht.
  • Dit zorgt voor wijnen met meer body, rijpere tannine, hoger alcohol en lager zuur.
22
Q

Welk effect kunnen stenen hebben die op het oppervalk van de wijngaard liggen?

A

Die kunnen helpen een wijngaard op te warmen.

23
Q

Waar bestaan humus uit en wat bevat dit voor planten?

A

Humus bestaat uit rottende plantaardige en dierlijke materialen.
Het is rijk aan voedingsstoffen en kan uitstekend water vasthouden.

24
Q

Wat is de ideale hoeveelheid water in de bodem vroeg in het seizoen en na de veraison?

A

Vroeg in het seizoen ruime hoeveelheid water om sterke groei van loten en bladeren te bevorderen.
Na de veraison lichte waterstress.

25
Q

Welk effect heeft een bodem met veel klei op de hoeveelheid water?

A

Een bodem met te veel klei kan makkelijk doordrenkt raken, kan in extreme gevallen de wijnstok doden.

26
Q

Welk effect heeft een bodem met zand en stenen op de hoeveelheid water?

A

Deze houden water niet goed vast, maar voeren het juist weg. Zit er te veel zand en steen in een bodem, dan kan de bodem soms onvoldoende water vasthouden, waardoor er irrigatie nodig is.

27
Q

Waar bestaan de beste bodems uit?

A

Leem, een mengsel van zand- en kleideeltjes.

Dit heeft een goede waterafvoer, maar houdt voldoende vocht vast voor groei van de wijnstok. Echter, geen enkel bodemtype is in alle opzichten ideaal. Hangt ook af van klimaatfactoren als temperatuur en regenval.

28
Q

Noem 3 belangrijke voedingsstoffen voor een wijnstok.

A
  1. Stikstof
  2. Fosfor
  3. Kalium
29
Q

De bladeren worden geel en het vermogen v/d wijnstok om fotosynthese uit te voeren neemt af. Druiven worden midner goed rijp en hun kwaliteit en kwantiteit gaat achteruit. Wat heeft de wijnstok?

A

De wijnstok heeft chlorose, is verbonden aan gebrek aan voedingsstoffen.

Kan worden opgelost door juiste meststoffen te gebruiken.