ZO12.4 Flashcards

1
Q

Beschrijf de oorsprong en functie van de 3 belangrijkste botcellen.

A

Osteoblasten (botvorming), osteocyten (mechanotransductie en reguleren van botombouw), en osteoclasten (botafbraak). Meschenchymale stamcellen (osteoblasten en vervolgens zijn osteocyten afkomstig uit osteoblasten) en hematopeoietische stamcellen (osteoclasten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf wat na de menopauze in het beenmerg kan worden waargenomen en hoe dit verband houdt met de oorsprong van de botvormende cellen.

A

Een toename van het aantal vetcellen. Vetcellen en osteoblasten zijn afkomstig van dezelfde stamcel. Er is dus blijkbaar een verschuiving in stamcel differentiatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een karakteristiek intra-cellulair kenmerk van mature botafbrekende cellen?

A

ze zijn multinucleair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet de structuur in het bot waar botvormende en botafbrekende cellen samen voorkomen?

A

Basaal Multicellulaire Unit (BMU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ongeveer de duur van een botafbraak fase en van een botaanmaak fase?

A

Afbraak: 2-3 weken, vorming: 2-3 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly