VO12.1 Flashcards

1
Q

goldner kleuring

A

onderscheidt gemineraliseerd en niet gemineraliseerd bot;
osteoïd = rood
gemineraliseerd = groen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

thionine kleuring

A

onderscheidt gemineraliseerd en niet gemineraliseerd bot;
osteoïd = lichtblauw
gemineraliseerd = paars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HE kleuring

A

celkernen = paars
eiwitten = oranjeroze
geminderaliseerd = donkeroze
zacht = lichtroze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ZF kleuring

A

kleurt alleen osteoclasten rood/roze
de rest = lichtgeel/groen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bot bestaat uit twee lagen

A
  • corticaal bot
  • spongieus bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

corticaal bot

A
  • compact bot
  • vormt de harde buitenkant van botten
  • hoge dichtheid
  • veel bloedvaten
  • dikke cortex
  • van belang voor opvangen van krachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

spongieus bot

A
  • trabeculair bot/spongiosa/cancellous bone
  • gemineraliseerd
  • zachte binnenkant van botten
  • lagere dichtheid
  • geen bloedvaten
  • dunnere cortex
  • bevat meer cellen door de differentiatie van osteoblasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe krijgen osteocyten in trabels dan bloed als er geen bloedvaten zijn?

A

via de canaliculi door diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

periost

A
  • buitenste laag van het bot
  • vezelige structuur
  • daar liggen onrijpe mesenchymale stamcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osteonen

A

kanalen van Haver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lacunes

A

hierin zitten de osteocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beenmerg

A

bestaat uit
- hematopoetische voorlopercellen
- vetcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

secundaire hyperparathyreoïdie

A

veroorzaakt door nierinsufficiëntie of een voedingsdeficiëntie. de bijschildklier merkt dat het serum calcium is verlaagd en scheidt meer PTH uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

paget’s disease

A
  • sterk verhoogde botopbouw
  • virale infectie osteoclasten is het primaire probleem
  • polygenetische predispositie
  • virus jaagt osteoclasten aan door ze groot, meerkernig en actief te maken
  • osteoclasten worden overgevoelig voor RANKL doordat het meer receptoren worden aangemaakt
  • stimuleert ook osteoblasten om meer IL-6 te maken, dat meer osteoblasten aantrekt en stimuleert
  • ## fibrosering van merg en ontsteking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

paget’s disease pathologische stadia

A
  1. osteolytische fase
  2. balansfase door osteoblasten
  3. osteosclerotische fase waardoor er meer aanmaak is dat osteolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A