RB-W11 Flashcards

1
Q

TSI

A
  • thyroid stimulating immunoglobuline
  • de stimulerende antistoffen die de schildklier stimuleren (zoals bij de ZvG)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lage TSI

A

kan worden gevonden bij HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoge TSI

A

diagnostisch voor de ZvG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor wordt de negatieve schildklierfeedback gegeven aan de hypofyse en hypothalamus?

A
  • door T3
  • maar de negatieve feedback is afhankelijk van het serum T4, omdat dit lokaal omgezet wordt tot T3 in de hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

synthese van T4 in de folliculaire cel

A
  • jodide wordt in de cel opgenomen met de NIS
  • vervolgens wordt het vervoerd naar het lumen door het pendrine-kanaal
  • in het lumen zit Tg (thyreoglobuline)
  • o.i.v. thyroid peroxidase (TPO) wordt het jodide ingebouwd in tyrosine en in MIT.
  • de eindproducten hiervan zijn MIT en DIT
  • door het combineren van MIT en DIT, kan T3 worden gevormd, en door het combineren van twee keer DIT kan T4 gevormd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er met de NIS-activiteit bij teveel jodium?

A

gaat naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil tussen DIT en T2

A

DIT = 1 tyrosine 2 jodide
T2 = 2 tyrosine 2 jodide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom is de achillespeesreflex bij een hypo vertraagd?

A

de relaxatie is vertraagd: ca kan minder snel uit de spier worden weggewerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly