H12.2: Calcium- en fosfaatstoornis Flashcards
calcium lokalisatie
- bot (hydroxyapatiet)
- klein deel in plasma
fosfaat lokalisatie
- bot (hydroxyapatiet)
- kleine fractie in serum als inorganisch fosfaat (maar wel grotere fractie dan calcium)
calcium rol
- membraanpotentiaal
- signaaltransductie
- spiercontractie
- bloedstolling
fosfaat rol
- DNA, RNA, ATP, ADP
- fosforylering receptoren en eiwitten
calcium regulatie
nauwe grenzen
fosfaat regulatie
ruimere grenzen
calcium-/fosfaathomeostase
- komt binnen via voeding
- geabsorbeerd door darm
- komt in bloed
- uitwisseling met bot
- te veel aan calcium kan worden uitgescheiden via feces of urine
wat gebeurt er bij calciumdaling?
- bijschildklier observeren dat calcium verlaagd is
- er wordt meer PTH uitgescheiden
PTH effecten
- stimuleert 1-alfahydroxylase
- stimuleert osteoclasten
- remt SLC34A1 en 3
1-alfahydroxylase effect
- afkomstig uit de nier
- zorgt ervoor dat vitamine D vanuit de inactieve vorm wordt omgezet in de actieve vorm
vitamine D effect
zorgt ervoor dat in de darm meer calcium en fosfaat wordt opgenomen
osteoclasten
calcium en fosfaat uit bot resorberen, waardoor in het bloed het calcium en fosfaat ook gaat stijgen
SLC34A1 en 3
door remming hiervan neemt fosfaat reabsorptie in de nieren af (dus meer uitgeplast) en neemt calcium rebasorptie in de niren juist toe
fosfaatstijging gevolg
- actieve vitD gaat omhoog
- actieve vitD en fosfaat zorgen voor toename FGF23
FGF23 effecten
- remt 1-alfahydroxylase
- remt SLC34A1 en 3
- remt PTH
extracellulaire calcium concentratie … dan intra
hoger
drie vormen van calcium in circulatie:
- geïoniseerd
- eiwitgebonden (pH afhankelijk)
- gecomplexeerd met citraat, sulfaat, fosfaat
je moet calciummeting in bloed corrigeren voor albumine
hormonen betrokken bij extracellulaire calciumhuishouding
- PTH
- vitD
- calcitonine
lijstje effecten PTH
- mobilisatie Ca en P uit skelet via stimulatie osteoclastaire botresorptie
- verhoging renale Ca drempel en verlaging P-drempel
- stimulatie 1-alfahydroxylase in de nier
=> serum calcium stabiel houden
release PTH
- korte termijn: er ligt een gedeelte in blaasjes opgeslagen in de bijschildklier
- iets langere termijn (uren): PTH synthese
- langere termijn (dagen): hyperplasie
intestinale absorptie van ca
- actief:
= afhankelijk van 1,25-(OH)2D3 (actief vitD)
= verzadigbaar - passief:
= afhankelijk gradient ca lumen vs bloed
effecten calcitonine
- remming osteoclasten om bot resorptie te doen (dus minder calcium in bloed)
- rceptoren hersenen?
maar het speelt echt minimale rol
FGF23 wat
remt de remming van fosfaatexcretie
hypofosfatemie
- skelet
= bij jeugd: rachitis -> kromme benen
= bij ouderen: osteomalacie: verhoogde kans op fracturen, botpijn - spier
= spierpijn
=spierzwakte - vermoeidheid
- dysfunctie hart en hersenen
als je een pt hebt met laag fosfaat of calcium
PTH en vitD prikken
flowchart in docu!!!!!!!!11
risicofactoren vitD deficientie
- oud
- migratieachtergrond
hyperparathyroïdie
- primair: o.b.v. bijschildklierziekte bv adenoom
- secundair: door langdurige hypocalciëmie
- tertiair: autonoom
hypercalciëmie symptomen
- geen concentratie
- depressie
- verward
- minder spierkracht
- misselijk
- obstipatie
- pancreatitis
- nierstenen
- polyurie
- ritmestoornissen
flowchart 2 in docuu!!!!!!