ZO week 16 Flashcards

1
Q

welke vaatverwijding spray je onder de tong?

A

nitroglycerine spray

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waardoor wordt ACS meestal veroorzaakt?

A

Door een ruptuur van een atherosclerotische plaque in een coronair vat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het verschil in behandeling van ACS ST-elevatie en non-ST-elevatie?

A

ST-elevaties zo snel mogelijk PCI (<90 min anders thrombolyse)
non-ST-elevatie eerst thrombolytica en in later stadium <48 uur hartcatherisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kun je een infarct op ECG zien?

A

pathologische Q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat gebeurt er als je de diagnose COPD stelt terwijl het astma is?

A

patiënt wordt onderbehandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk twee vormen van nierarteriestenose kun je onderscheiden?

A
  • Atherosclerotische nierarteriestenose (origo a.)
  • Fibromusculaire dysplasie (distaal in a. en kralensnoeraspect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een significante nierarteriestenose en wat wordt daarmee bedoeld?

A

Een stenose van meer dan 50%, omdat een dergelijke stenose leidt tot een afname van de renale perfusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de verschillende beeldvormende technieken, waarmee een nierarteriestenose zichtbaar gemaakt kan worden.

A

Duplex echografie

Computer tomografie angiografie (CTA)

Magnetische resonantie imaging angiografie (MRA)

Conventionele angiografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de afkorting van cystenieren?

A

ADPKD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zijn cystenieren erfelijk?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly