PD.2: hart ritmestoornissen Flashcards

1
Q

waarom wordt heparine toegediend?

A

om stollingen te voorkomen op de katheter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aan welke kant wordt de incisie gemaakt?

A

arts staat altijd aan de rechterkant van de patiënt dus de rechter pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke arterie vindt de behandeling plaats?

A

a. radialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een depressie?

A

een elevatie in de achterwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke coronair arterie loopt op de achterkant van het hart?

A

a. coronaria dexter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar loopt de LAD?

A

aan de voorkant van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar loopt de RCX?

A

rondom het hart dus de zijkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly