HC.16.4: Integratie longen-nierfunctie Flashcards

1
Q

waar hoort een hypokaliëmie bij?

A

alkalose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een acidemie?

A

acidose met alkalose en een pH lager dan 7,35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn 3 redenen voor metabole acidose?

A
  • verlies HCO3
  • nieuw zuur
  • geen H+ uitscheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voor nieuwe zuren kennen we?

A

lactaat en ketonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de DD van hemoptoë?

A
  • infectie
  • bronchotasieën (verwijding luchtwegen)
  • maligniteit
  • a-v- malformatie
  • longinfarct bij embolie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke ANCA geassocieerde systemische vasculitis zijn er?

A

GPA = Wegener’s granulomatosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is Anti-GMB nefritis voorbeeld?

A

goodpasture’s syndroom (anti-GBM antistoffen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke behandeling geef je bij een vasculitis met hoge creatine waardes?

A

plasmaferese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is plasmaferese?

A

plasma verwijderen en vervangen. plasma is waar bloedcellen zich in bevinden. dit is een soort dialyse systeem en hiermee verwijder je immunoglobines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet medicatie eindigend op -imab?

A

anti b-cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly