ZO 11.3 DTP B Flashcards

1
Q

Wanneer geef je bij een wond antibiotica?

A

Als je hem niet primair kan sluiten, dan geef je AB tegen huidbacteriën (Stafylokokken en streptokokken) en straatvuil (o.a. Bacillus en Clostridia soorten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van C. Tetani?

A

De juiste volledige naam is Clostridium tetani
Het aspect in Gram-kleuring van C.Tetani is Gram-positief
C.Tetani is staafvormig
C.Tetani leeft strikt anaëroob
C.Tetani is in staat tot sporevorming
Het belangrijkste pathofysiologische aspect van C.Tetani is toxine gemedieerd
De belangrijkste woon-, en verblijfplaatsen van C.Tetani zijn de darm en in de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het klinische beeld bij de volgende bacteriën?
C. Botulinum
C. Difficile
C. Perfringens

A

C. Botulinum: botulisme
C. Difficile: pseudomembraneuze colitis
C. Perfringens: gas gangreen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke leeftijdsgroepen hebben de hoogste kans op tetanus?

A

Indien de moeder adequaat is gevaccineerd, zal een pasgeborene voldoende anti-tetanus antistoffen hebben en zo beschermd zijn tegen wat heet ‘neonatale tetanus’. Kinderen van 1-12 maanden lopen potentieel wel een verhoogd risico, omdat enerzijds de titer van maternale anti-tetanus antistoffen daalt en anderzijds de eigen productie ten gevolge van de DTP vaccinatie nog opgang moet komen. Volwassenen ouder dan 50 jaar zijn een andere risicogroep, omdat het hier veelal nooit gevaccineerde personen betreft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn 2 complementaire strategiën om neonatale tetanus te voorkomen?

A
  1. hygiënische werkwijze bij de bevallingen (schone handen, schone ondergrond, hygiënisch doorknippen en bedekken van de navelstreng)
  2. immunisatie met tetanus-toxoïd van vrouwen in de vruchtbare leeftijd (15-45 jaar). De antilichamen die de vrouw tegen tetanus-toxoïd produceert, bereiken transplacentair het ongeboren kind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Opisthotonus?

A

Buigspasme cq. rigiditeit vande axiale spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Risus sardonicus?

A

Grimmige lach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Trismus?

A

Kaakklem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het Teken van Chvostek?

A

Spasme mondmusculatuur na kloppen op n.facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het Teken van Trousseau?

A

Verkramping van de hand na oppompen bloeddrukmanchet om bovenarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van een tetanus infectie?

A

Behandeling van de tetanusinfectie dient erop gericht te zijn dat het toxine wordt geneutraliseerd door toediening van humane tetanus immunoglobulinen, nog voordat het in contact kan komen met het centrale zenuwstelsel. Eenmaal aan het centrale zenuwstelsel gebonden kunnen de toxinen niet meer door deze immunoglobulinen worden aangegrepen. Humane tetanus immunoglobulinen kunnen eenmalig zowel intramusculair als intraveneus worden toegediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de AB behandeling van tetanus en waar wordt de patiënt verpleegd?

A

De antibiotische therapie van keuze is penicilline intraveneus gedurende 10 dagen. Omdat penicilline de effecten van het tetanus toxine zou kunnen agoneren, wordt ook wel metronidazol gebruikt.
Aangezien de geringste externe stimulus kan leiden tot een zeer ernstige en zelfs fatale krampaanval, zal de patiënt bij voorkeur worden verpleegd in een prikkelarme omgeving onder continue monitorbewaking en goede observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er gedaan tegen de spierkrampen die tetanus kan veroorzaken?

A

Daarnaast is de behandeling erop gericht om spierkrampen te voorkomen zonder dat dit gepaard gaat met ademhalingsdepressie, bewustzijnsverlies en verlies van de spontane beweeglijkheid. De voorkeur gaat uit naar benzodiazepinen, maar ook neuromusculaire blokkade kan worden overwogen.
Bij dreigende respiratoire insufficiëntie ten gevolge van larynxspasme of spasme van de ademhalingsspieren volgt intubatie en beademing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe behandel je de pijn en autonome instabiliteit bij tetanus?

A

Ter bestrijding van de pijn geniet morfine de voorkeur, dat tevens van invloed is op de sympatische hyperactiviteit. Autonome instabiliteit kan ook worden behandeld met sedativa, hoewel het effect hiervan vaak niet afdoende is. Labetalol, een a- en ß-blokker, en morfine, die de sympathische a-adrenerge tonus verlaagt, zijn werkzaam gebleken. Het gebruik van alleen ß-blokkers kan leiden tot hartstilstand of hartfalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de doodsoorzaken bij een tetanusinfectie?

A

Met de huidige therapeutische mogelijkheden is de sterfte bij tetanusinfectie gedaald tot 10-20%. Autonome instabiliteit is moeilijk te behandelen en vormt daarom in de westerse wereld met nosocomiale infecties de belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met tetanus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kunnen tetanussporen weer geactiveerd worden?

A

Door verandering van de omgeving

17
Q

Wat is de pathogenese van tetanus?

A

De vegetatieve bacteriën produceren twee typen toxinen: tetanolysine en tetanospasmine. Dit laatste veroorzaakt de ziekte tetanus. Tetanospasmine wordt lokaal opgenomen en zeer snel retrograad getransporteerd via de axonen van het a-motorneuron naar het centraal zenuwstelsel. Het tetanospasmine grijpt aan op de neuronmusculaire overgangen alsmede op de excitatoire en inhibitoire synapsen. Door inhibitie van motorische controle op ruggenmergniveau, als gevolg van blokkade van zowel het gamma-aminoboterzuur- als het glycinesysteem, treden spasmen op. Ook kan stimulatie van het autonome zenuwstelsel en vooral het sympathische deel hiervan plaatsvinden.

18
Q

Wat is de incubatietijd van tetanus en hoelang kunnen de krampen aanhouden?

A

De incubatietijd van tetanus varieert van 2 tot 21 dagen en is langer naarmate de afstand van de wond tot het centrale zenuwstelsel groter is. De typische klinische verschijnselen zijn aanhoudende dan wel herhaaldelijk terugkerende spierkrampen. De symptomen kunnen gedurende enkele weken tot maanden aanhouden waarna ze restloos verdwijnen, maar ze kunnen ook tot de dood leiden, vooral wanneer de ademhalingsmusculatuur door de spierkrampen niet meer functioneert.

19
Q

Wat is de kliniek van tetanus?

A

Tetanus komt echter meestal gegeneraliseerd voor (‘gegeneraliseerde tetanus’), met trismus voorafgegaan door keelpijn en slikklachten. De trismus kan eenzijdig ontstaan, maar wordt weldra dubbelzijdig. Andere verschijnselen zijn onrust, irritatie, stijve nek en aanspannen van borst- en buikspieren. Vervolgens ontstaan spierkrampen van de kaak, nek, rug en buik. Een aanhoudende trismus leidt tot de risus sardonicus (‘grimmige lach’, veroorzaakt door kramp van de gelaatsspieren). De aanhoudende ernstige contracties van zowel de rug- als de borstspieren resulteren in opisthotonus. Het bewustzijn blijft doorgaans ongestoord.
Karakteristiek zijn de plotselinge aanvallen - bij de minste externe stimulus - van tonische contracties van alle spieren welke leiden tot opisthotonus, flexie en abductie van de armen en extensie van de benen, waarbij tevens apneus kunnen optreden. Een dergelijke aanval gaat met veel pijn gepaard. Sommige patiënten krijgen hierbij spasme van glottis en larynx met grote kans op dodelijke afloop.
Dysfagie, dysurie alsmede urineretentie kunnen eveneens optreden.
Pas na enige tijd ontstaat autonome dysfunctie waarbij ernstige wisselingen in bloeddruk en hartritme optreden, evenals hyperpyrexie en profuus transpireren. Deze autonome instabiliteit komt bij 21-60% van de tetanuspatiënten voor, is het gevolg van door toxinen veroorzaakte hersenstamlaesies en leidt tot hyperactiviteit van het sympathisch zenuwstelsel.

20
Q

Wat is de kliniek met de porte d’entree van tetanus aan het hoofd?

A

Wanneer de C. tetani via een porte d’entrée aan het hoofd (verwonding of infectie) binnentreedt, kan de lokale tetanusinfectie beperkt blijven tot uitval van de spieren die verbonden zijn aan hersenzenuwen III, IV, VII, IX, X of XII (‘cefale tetanus’). Ofschoon deze variant een zeer hoge letaliteit heeft, kan volledig herstel optreden.

21
Q

Zijn anti-microbiële testen zinvol om de diagnose tetanus te stellen?

A

In een Gram-preparaat van de wonduitstrijk kunnen de karakteristieke Gram-positieve staafjes worden gezien en onder anaërobe condities kan de bacterie worden gekweekt. Echter, in meer dan de helft van alle tetanus casussen zijn deze microbiologische onderzoeken niet bijdragend voor de diagnose.

22
Q

Is serologisch onderzoek zinvol om de diagnose tetanus te stellen?

A

Het tetanustoxine zelf komt in zulke kleine hoeveelheden in het lichaam, waardoor het zo weinig immunogeen is dat serologisch onderzoek eigenlijk geen plaats heeft in de diagnostiek van de ziekte. Een negatieve serologische uitslag is zelfs meer ondersteunend voor de diagnose dan een positieve, omdat deze aangeeft dat de persoon geen immuniteit had vóór het accident. In Nederland wordt een grens van 0,1 IU/ml aangehouden.

23
Q

Waaruit bestaat het vaccin voor tetanus?

A

Het vaccin bestaat uit gedetoxificeerd toxine dat geadsorbeerd is aan een adjuvans, waardoor na injectie wel antistoffen tegen het toxine worden gevormd.

24
Q

Wat is het vaccinatiebeleid bij tetanus?

A

De belangrijkste preventie van tetanus is de actieve immunisatie volgens het schema van het Rijksvaccinatieprogramma waarbij op de leeftijden van 2, 3, 4 en 11 maanden, alsmede 4 en 9 jaar het tetanusvaccin (=tetanus toxoïd!) wordt toegediend. Sinds de introductie van de actieve immunisatie met het tetanusvaccin in 1952 is een zeer sterke daling opgetreden van de incidentie van tetanus.
- Bij een onbekende of onvoldoende vaccinatiestatus dient men bij verwonding tetanusvaccin (het volledige schema: 0-1-6 maanden) alsmede humane tetanus immunoglobulinen toe.
- Bij een normale vaccinatiestatus wordt eenmalig boostervaccinatie toegediend indien de laatste vaccinatie 1-15 jaar (internationaal 10 jaar!) geleden plaatsvond.
- Indien de vaccinatie van meer dan 15 jaar (internationaal 10 jaar!) geleden dateert, dienen naast het volledige vaccinatieschema tevens immunoglobulinen te worden gegeven.
- Een doorgemaakte tetanusinfectie biedt geen bescherming tegen herhaling; daarom is actieve immunisatie, bij opname en na 1 en 6 maanden noodzakelijk.
- Een continue adequate immuunstatus wordt bereikt met een tetanus toxoïd herhalingsbooster om de 10 tot 15 jaar.

25
Q

Wat is voldoende anti-toxine in het lichaam?

A

De immunisatie tegen tetanus is een van de effectiefste entingen die wij kennen. Toch is het onmogelijk aan te geven welke hoeveelheid tetanus antitoxine ‘absolute’ bescherming biedt. Dit hangt, behalve met de effectiviteit van het immunologisch geheugen, onder meer samen met de sterk wisselende omstandigheden die in een bepaald (anaëroob) wondgebied kunnen heersen (soms met een massale productie van tetanustoxine), waardoor er zeer incidenteel toch gevallen van tetanus worden beschreven bij adequaat geïmmuniseerden. Er bestaat dus alleen bescherming als er een voldoende hoeveelheid antitoxine is ten opzichte van de gevormde hoeveelheid toxine. Arbitrair is het ‘beschermende’ niveau vastgesteld op 0,1IU/ml serum, bepaald in een neutralisatieproef bij dieren. Na een serie van 3 injecties tetanustoxoïd (of 4 in geval van DKTP) wordt dit antitoxine niveau altijd bereikt.

26
Q

Welke van de volgende beroepsgroepen zou je als risicogroep(en) beschouwen voor tetanus?

A

De kans op infectie met C. tetani wordt bij de volgende beroepscategorieën groter geacht:
- personen die grondwerk uitvoeren;
- personen die een hoger ongevalrisico hebben (mogelijk ook bij sporten);
- personen die een grotere kans op penetrerende wonden hebben. Deze vormen door hun diepte vaak gunstige anaërobe condities waarbij C. tetani zich bij uitstek vermenigvuldigt. Personeel in slachthuizen valt in deze groep (veel slachtvee is zoals de mens besmet met C. tetani).
Zoals:
Dierenverzorgers
Keurmeesters Voedselvoorziening
Slachters
Voetballers
Skaters

27
Q

Hoeveel procent van de bevolking is drager van C. tetani in de buik?

A

10-20% van de Nederlandse bevolking is drager van C. tetani in de darm.

28
Q

Hoe verspreidt tetanospasmine zich?

A

Tetanospasmine verspreidt zich zowel via de axonen van motorneuronen van lokale spieren nabij de wond, als via de bloedbaan naar elders gelegen spiergroepen en hun motorneuron axonen.