VO 11.1 en 11.2 Infecties vna het centraal zenuwstelsel

Question 1

Wat zit er om het CZS heen en wat is de functie daarvan? Wat ligt er buiten de meningen?

Answer 1

Meningen en liqour zit om het CZS heen: deze beschermen het CZS. Epiduraal = buiten de meningen

Question 2

Welke CZS infecties zijn er? En welke klachten passen erbij?

Answer 2

• Meningitis: nekstijfheid
• Encephalitis: verwardheid
• Hersenabces

Question 3

Waar hangt de meest waarschijnlijke verwekker van een infectie van het CZS vanaf?

Answer 3

• leeftijd
• seizoen
• vaccinatiestatus
• reisanamnese
• immuunstatus

Question 4

Welke verwekker van een infectie aan het CZS zie je meer bij volwassen en welke bij kinderen?

Answer 4

Volwassenen: N. meningitis en S. pneumoniae. Neonaten: E. coli.

Question 5

Wat is de meest voorkomende virale oorzaak van een infectie aan het centrale zenuwstelsel?

Answer 5

Herpes Simplex Virus, dit kun je behandelen met acyclovir.
Daarnaast kan het ook komen door enterovirussen.

Question 6

Hoe kun je de diagnose van een het CZS infectie stellen?

Answer 6

Liquor: cel aantal en differentiatie (leuko’s?), kweek, kleur, glucose, eiwit.
Normaal: weinig leuko’s en een gelige kleur (helder)
Glucose verlaagd past bij een bacteriële infectie. Monocytair past bij een viraal beeld of TBC.

Question 7

Welke AB geven we voor een infecties aan het centrale zenuwstelsel?

Answer 7

We geven breedspectrum die: N. meningitis, S. pneumoniae en listeria dekken. Dit zijn bèta-lactam antibiotica, ceftriaxon gaat over de bloed-hersenbarrière heen, we geven ook amoxicilline erbij, omdat dit ook listeria dekt.

Question 8

Hoe kan IV drugsgebruik leiden tot een hersenabces?

Answer 8

Drugsgebruik kan leiden tot een endocarditis. Propjes met bacteriën kunnen losschieten van de klep en naar de hersenen gaan. Dit kan leiden tot een hersenabces.

Question 9

Wat zie je aan glucose en eiwit bij een bacteriële en virale meningitis?

Answer 9

Viraal: glucose normaal, eiwit normaal of verhoogd.
Bacterie: glucose verlaagd, eiwit verhoogd.

Question 10

Waar passen misselijkheid en braken bij?

Answer 10

Verhoogde intracraniale druk

Question 11

Wat is de trias van meningitis?

Answer 11

Koorts, hoofdpijn, nekstijfheid.
Slechts 80% heeft deze elementen.

Question 12

Wat is het nadeel van kleuringen?

Answer 12

Weinig sensitief. Auramine kleuring heeft maar een sensitiviteit van 25%.

Question 13

Wat kleurt een auraminekleuring aan?

Answer 13

Mycobacteriën en zuurvaste staven.

Question 14

Hoe zien gisten eruit?

Answer 14

Ovaal vormig: groter dan een bacterie, sommige zijn groter dan anderen (moeder-dochtercel), dit is de manier waarop gisten delen.

Question 15

Waar hebben mensen met IV-drugsgebruik een hoger risico op?

Answer 15

HIF infectie

Question 16

Wat is typische aan een cryptokokkenmeningitis?

Answer 16

• verhoogde openingsdruk
• subacuut beloop

Question 17

Welke test kun je ook doen om een cryptokokkenmeningitis aan te tonen naast een kleuring?

Answer 17

Cryptokokkenantigeentest

Question 18

Wat zijn verwekkers van hersenabcessen?

Answer 18

Streptokokken, S. aureus, vergroenende streptokokken.

Question 19

Als er sprake is van een virale verwekker wat voor kweek kun je dan het beste doen bij verdenking op een infectie in het CZS?

Answer 19

Kweek keelwat of faeces. Dit is sensitiever dan een LP

Question 20

Waar zit listeria in?

Answer 20

Melk, rauw vlees

Question 21

Wat voor test is een ELISA?

Answer 21

kwalitatief (niet kwantitatief). Antistoffen die binden aan antistoffen in het serum van de patiënt. Met deze antistoffen kun je ook zien of het IgM (pentameer: acute fase, minder specifiek) is of IgG (monomeer: bindt specifieker en sterker).

Question 22

Stelling: geen micro-organismen in de liquor punctie betekend dat er geen meningitis is. Juist of onjuist?

Answer 22

Onjuist.
- Sens 70%
- Voor TBC moet je een andere kleuring aanvragen
- Aseptische meningitis kan voorkomen bij virale infecties

Question 23

Hoe kun je gisten in de liqour aantonen?

Answer 23

Met oost-indische inkt en met gram-kleuring

Question 24

Wat is de therapie voor gram-negatieve diplokokken met een kapsel in de liquor?

Answer 24

Ceftriaxon. Na kweek meningokokken dan penicilline.

Question 25

Wat kun je zeggen over de farmacokinetiek bij CSF en serum?

Answer 25

• CSF en serum concentraties zijn zeer variabel
• piekconcentratie in serum en CSF vallen niet samen
• de halfwaardetijd is hoger in CSF
• Concentratie-tijd verhouding verschillend tussen serum en CSF

Question 26

Hoe stellen we HIV vast?

Answer 26

Met een combitest: ELISA gevolgd door immunoblot om het te controleren

Question 27

Hoe behandelen we cryptokokken?

Answer 27

Met anti-mycotica zoals amfoterocine B

Question 28

Wat is er kenmerkend aan een meningokokkeninfectie?

Answer 28

Het is meldingsplichtig, knuffelcontacten moeten worden opgespoord en krijgen profylaxe met: ceftriaxon, ciprofloxacine of rifampicine

Question 29

Heeft gentamycine een grote of kleine therapeutische bandbreedte?

Answer 29

kleine

Question 30

Kan je ceftriaxon geven als de concentratie in het liquor hetzelfde is als de MIC?

Answer 30

Bij bèta-lactam antibiotica wil je de concentratie graag een tijd lang boven de MIC hebben zitten. Dus nee.

Question 31

Wat zijn de kenmerken van een cryptokok?

Answer 31

wit droge kolonie, groter dan stafylokok, we zien budding, gram-positief, oost-indische kleuring positief

Question 32

Wat zijn de kenmerken van een meningokok?

Answer 32

grijze kolonie, koffieboontjes, gram-negatief, diplokokken, auramine en oost-indische inkt negatief.