HC 11.1 Systemische immuunziekten / vasculitiden Flashcards

1
Q

Wat is een auto-immuunziekte?

A

Ziekte waarbij het afweersysteem zich richt tegen lichaamseigen bestanddelen / lichaamseigen antigenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kunnen auto-immuunziekte tegen gericht zijn?

A

Ze kunnen orgaanspecifiek of systemisch zijn. Het is meestal orgaanspecifiek (schildklierziekte of diabetes mellitus type 1). Bij systemisch zijn er meerdere orgaansystemen aangedaan, dus er moet een bestanddeel op zitten, wat door het hele lichaam zich bevindt (bijvoorbeeld bloedvaten). Voorbeelden van systemische auto-immuunziektes zijn SLE, RA en vasculitiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van vasculitis?

A

Definitie: Ontsteking van de bloedvaten waarbij het klinisch beeld afhankelijk is van plaats en kaliber van de aangedane bloedvaten. (ziektebeeld waarbij het afweersysteem zich richt op het bloedvat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar delen we vasculitis op in? En waarom doen we dat?

A
  • Indeling naar grootte van aangedane bloedvaten:
    o groot
    o middelgroot
    o klein
    (vroeger werd de indeling gedaan naar primair en secundaire vasculitis (ander probleem onder, zoals een infectie))
    We delen in naar grootte, omdat:
    o Andere klinische presentatie
    o Ander pathogenetisch mechanisme
    o Andere behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

In het plaatje hiernaast zie je dat het lumen veel kleiner is geworden, daarnaast zie je ook ontstekingsinfiltraat om het lumen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de pathogenese van grote bloedvaten?

A

Een bloedvat is opgebouwd uit verschillende lagen. Bij de grote bloedvaten begint het probleem aan de buitenkant (aan de kant van de adventitia). De grote bloedvaten hebben eromheen een adventitia liggen en hierin liggen onder andere dendritische cellen. Hij ligt daar waarschijnlijk om een vasculitis te voorkomen maar bij patiënten die een vasculitis krijgen is het ook de veroorzaker.
Normaal ligt de dendritische cel zoals bij 1 te rusten. Bij een vasculitis raakt de dendritische cel geactiveerd. Een geactiveerde dendritische cel hoort naar een lymfeklier te gaan. Maar de dendritische cel in de vaatwand doet dit niet, die blijft daar zitten. In de adventitia zitten ook vasovasoren: de voedende bloedvaten van de bloedvaten. Als je een groot bloedvat hebt heeft deze ook zuurstof nodig. Via de vasovasoren komen de lymfocyten naar de dendritische cel toe. De lymfocyten worden dan geactiveerd: ze gaan cytokinen maken –> ontstekingsreactie, hierdoor krijg je een vasculitis waarbij alle lagen (niet alleen de adventitia) zijn aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het belangrijkste cytokinen wat de DC’s maken tijdens vasculitis van de grote bloedvaten?

A

Het belangrijkste cytokine dat door de lymfocyten wordt aangemaakt is IL-6. Hierin grijp je ook op in om medicatie te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee mechanismen waardoor vasculitis van de kleine bloedvaten kan optreden?

A

Twee verschillende mechanismen
- Immuuncomplex
- ANCA-geassocieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen de kleine en grote bloedvaten?

A

Kleine bloedvaten hebben geen adventitia. Ze zijn namelijk zo klein dat ze hun zuurstof en hun voeding uit het lumen zelf halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is immuuncomplex-gemedieerde vasculitis?

A

Als je een infectie hebt dan maak je antistoffen. Antistoffen binden aan antigenen en vormen immuuncomplexen. Macrofagen ruimen uiteindelijk de immuuncomplexen op.
Bij deze patiënten worden er heel veel immuuncomplexen gevormd. De macrofagen kunnen ze niet meer op. De immuuncomplexen slaan vervolgens neer op de vaatwand. Ze geven een ontstekingsproces op de vaatwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ANCA-geassocieerde vasculitis?

A

Antistoffen vormen geen immuuncomplexen. Deze antistoffen zijn gericht tegen iets dat in het cytoplasma van de witte bloedcellen (neutrofielen granulocyten) zit.
ANCA: Anti Neutrofielen Cytoplasmatische Antilichamen. Normaal gesproken kunnen deze antilichamen niet binden aan neutrofielen: want ze zijn gericht tegen iets wat in de granulocyt zit. Een antistof gaat normaalgesproken niet door een celmembraan.
Mensen dragen de ANCA’s vaak al langer bij, als de neutrofiele granulocyten geactiveerd raken, dan komen de cytoplasmatische eiwitten (MPO en PR3) waartegen de ANCA’s gericht zijn naar het oppervlak. Dan kunnen de antistoffen er wel bij. Dan krijg je een opregulatie van adhesiefactoren van de neutrofiele granulocyt. Deze neutrofiele granulocyt gaat aan de vaatwand plakken en hierdoor krijg je een vasculitis.
1 van de infecties die de neutrofiele granulocyten activeert zijn infecties met een stafylokok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de symptomen van vasculitiden? En hoe ontstaan ze?

A

Symptomen als gevolg van:
1. vrijkomen van inflammatoire cytokinen
- algemene malaise
- koorts
- gewichtsverlies (bij langer bestaan van de vasculitis)
2. ischemische schade aan bepaalde weefsels (als vaten ontstoken raken, gaan ze dicht zitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van vasculitiden?

A
  • Meestal subacuut beloop (weken-maanden)
  • Pijn (door de ischemie en ontsteking)
  • Tekenen van ontsteking prominent (koorts, rash, artritis)
  • Vaak multiorgaan dysfunctie (omdat de bloedvaten overal inzitten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de gevolgen van vasculitiden?

A

De gevolgen van vaatwandondersteking zijn vernauwing, trombose (attachment van trombocyten op de ontstoken vaatwand) en vaatwand verzwakking met eventueel ruptuur, je krijgt eerst een aneurysma (door ontsteking functieverlies hierdoor wordt de vaatwand zwak).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bevestig je de diagnose vasculitis?

A

De diagnose vasculitis bevestig je in principe altijd histologisch, dus een biopt nemen. Als je geen biopt kunt nemen hoe kun je het dan bevestigen: met een angiografie (je krijgt vernauwingen en aneurysma’s dus je ziet een soort kralensnoer) of een PET-scan (je ziet dan dat de vaatwand aankleurd als teken van activiteit van de vaatwand).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Arteritis temporalis, geeft hoofdpijn en behandel je met corticosteroïden (omdat ze anders blind worden) en je ziet het met name bij ouderen.

17
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Ziekte van Takayasu, komt voor bij jonge vrouwen meestal van Aziatische afkomst. Deze mensen overlijden heel vaak, aan ernstige ischemische schade.

18
Q

Wat is de behandeling van grote vaten vasculitis?

A
  • Tocilizumab blokkeert IL-6
    Patiënten met grote vaten vasculitis moet je agressief behandelen. Behandeling = prednison, een andere middel wat we geven is tocilizumab wat de receptor voor IL-6 blokkeert.
19
Q

Wat zijn de kenmerken van polyarteritis nodosa?

A

Polyarteritis nodosa (PAN)
- Aspecifiek begin
- Vasculitis fase: huid, zenuwen, tractus digestivus en hart zijn aangedaan
- Sterke associatie met hepatitis B infectie
- Je behandelt met hepatitis behandeling en prednison + cyclofosfamide (het is een chemotherapie)
Je ziet hierbij specifieke huidafwijkingen op de benen: livedo reticularis.

20
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Op het plaatje zie je dat deze patiënt met name last heeft van zijn buik na het eten. Want na het eten heb je zuurstof nodig. Hierdoor krijg je ischemische klachten van de buik.

21
Q

Wat is de ziekte van Kawasaki?

A
  • Kinderziekte met een incidentie van 10/100.000
  • Mogelijk ook associatie met COVID-19 (deze kinderen kregen na COVID een hartinfarct)
  • Je behandelt met gammaglobuline (IVIG) + aspirine ter preventie van coronair lijden. Goede prognose bij het optijd behandelen.
    Het ziektebeeld geeft virale verschijnselen met onder andere huiduitslag, daarnaast krijgen kinderen ook last van een aardbeientong. Dit gaat dan weer over maar dan krijgen ze een hartinfarct. Het gaat om kinderen van 3-4 jaar. Je krijgt bij kawasaki een vasculitis van de coronair arteriën.
22
Q

Wat is de pathofysiologie van Henoch-Schönlein?

A

Dit is de meest voorkomende vorm van immuuncomplex gemedieerde vasculitis. De antistof is hierbij gericht tegen IgA.
Deze kinderen hebben heel vaak eerst een bovenste luchtweginfectie, hierbij maak je IgA antistoffen (mucosale betrokkenheid). Het volgt dus vaak in aansluiting op een infectie. Dit beeld zie je vaker in de winter en najaar. Antistof bindt aan het antigeen en je krijgt immuuncomplexen. Deze kinderen maken veel immuuncomplexen aan en deze slaan neer onder andere in de bloedvaten van de huid (met name in die van de benen: door stase en druk).

23
Q

Wat zijn de kenmerken van Henoch-Schönlein?

A

Kenmerken hiervan zijn purpura, artritis, buikklachten (IBD-achtig beeld: diarree en bloederige ontlasting (aneurysma en lekken van de bloedvaten)), nierbetrokkenheid (en algemene symptomen: koorts).
- Het komt voornamelijk voor bij kinderen.
- De gemiddelde leeftijd is 5,9 jaar en 93% is onder de 9 jaar.

24
Q

Wat is kenmerken aan het histologische beeld van Henoch-Schönlein?

A

Het histopathologische beeld laat een leukocytaire vasculitis zien en IgA-1 deposities. Naast IgA is er ook een belangrijke rol voor neutrofielen, endotheelcellen en complement.

25
Q

Wat is het nierbeeld dat ontstaat bij Henoch-Schönlein?

A

Door de immuuncomplexen die neerslaan in de nier krijg je een glomerulonefritis. Ze presenteren zich met een actief urine sediment met eiwit en leukocyten.

26
Q

Wat is de behandeling van Henoch-Schönlein?

A

De behandeling bestaat uit een expectatief beleid, je behandeld heel vaak niet: bij ernstige nierbetrokkenheid: NSAID’s en steroïden. De prognose is goed, soms met opflakkeringen. Meestal gaat het vanzelf over. Het gaat binnen een paar weken over omdat dan de infectie over gaat –> geen immuuncomplexen meer.

27
Q

Wat zijn de kenmerken van hypersensitiviteit vasculitis?

A

Een hypersensitiviteit vasculitis is ook een vasculitis van de kleine vaten. Het is beperkt tot de huid. Er is een ‘uitlokkende factor’ nodig. Het onderscheid met Henoch-Schönlein kan je maken doordat hier geen IgA-1 deposities zijn.
De prognose van hypersensitiviteit vasculitis is goed. Het verdwijnt na 1-4 weken. Behandeling = stoppen met de medicatie.
Reactie op iets lichaamsvreemd: bijvoorbeeld een geneesmiddel. Dit zijn meestal eiwit gebaseerde geneesmiddelen, zoals antibiotica. Hier wordt een afweerreactie tegen gevormd –> immuuncomplexen. Heel veel geneesmiddel = heel veel immuuncomplexen. Onvoldoende opname door macrofagen –> neerslag.
Het duurt 10-14 dagen voordat zo’n reactie optreedt omdat er eerst immuuncomplexen moeten worden gevormd. Als de patiënt opnieuw wordt behandeld met hetzelfde geneesmiddel zie je dat deze reactie veel eerder ontstaat omdat er al antistoffen zijn gevormd.

28
Q

Wat zijn de kenmerken van cryoglobulinaemie?

A

Op de plaatjes hiernaast zie je een cryoglobulinaemie. Cryoglobulines zijn antistoffen die neerslaan onder koude omstandigheden (ontsteking van de vaatwand op de plaats waar ze neerslaan –> afsluiten bloedvat, ischemie, afsterven weefsel) en oplossen bij warmte. De problemen bevinden zich op de weefsels waar het koud is. Je kunt de antistoffen wegnemen door plasmaferese (werkt wel, maar niet acuut) of rituximab. Bij cryoglobulinemie krijg je het afsterven van ledematen.