HC 12.3 Geschiedenis van infectieziekten II Flashcards

1
Q

Wat zijn de dominante denkstijlen in de geschiedenis?

A
  • Vóór 1800: meeste verklaringsmodellen ziekte sterk individueel gericht
    o Unieke interactie: constitutie, levensstijl, levensloop; individu-omgeving
  • Collectieve ziekten (epidemieën!) vormden daardoor probleem en vroegen om een verklaring
    o Verklaring van (collectieve) verspreiding en niet (alleen) ziekteoorzaak!
  • Verschil collectieve ziekte t.o.v. individuele ziekte als ‘bouwsteen’ voor twee dominante ‘denkstijlen’ in geschiedenis:
    –> configuratie vs. contaminatie
    –> Binnen beide denkstijlen óók: predispositie
    –> Het zijn analytische begrippen: functie (inhoud = tijd-/contextgebonden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het configuratie-model?

A
  • Unieke combinatie van lokale omstandigheden die gezonde balans - arrangement of climate, environment and communal life – verstoort
  • Holistisch, inclusief, interactief, contextueel, multifactorieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het contaminatie-model?

A
  • Besmetting mens op mens = transmissie van ‘morbid material’
  • Meer algemeen: 1 specifieke ‘event’ of ‘agent’ als oorzaak. Het is dus monocausaal en reductionistisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is predispositie voor nodig?

A

(Pre)dispositie, binnen beide denkstijlen nodig voor: Verklaring van verschillen in ‘vatbaarheid’ (individueel, sociaal, geografisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de historische verschuiving van denkstijlen over de tijd?

A
  1. Omgeving – configuratie - oudheid tot medio 19e eeuw
  2. Kiemtheorie – contaminatie – vanaf 2e helft 19e eeuw (ontdekking van bacteriën)
  3. Sociale hygiëne - predispositie – eerste helft 20e eeuw
  4. Epidemiologische transitie – risicofactoren / synthese – 2e helft 20e eeuw
  5. ‘Global health’ – ?? – 21e eeuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke traditie behoort tot de configuratie theorie?

A

Klassieke ‘airs, waters, places’ traditie
‘Nadruk op het lichaam zoals het zich altijd bevindt, altijd in proces is, altijd in wisselwerking staat met de omgeving die het in stand houdt en bedreigt’
- De omgeving kan gezondheids-bevorderend zijn maar het kan deze ook bedreigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke gebeurtenissen spelen een rol in de geboorte van public health?

A

Verlichting, natiestaat, industriële revolutie en cholera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de epidemiologie of place?

A
  • ‘Configuratie van slopende lokale omstandigheden’
    –> ‘In kaart gebracht’ met geografisch-statistische methode (hoe donkerder hoe meer doden)
  • VB: Cholera (NTvG)
    o Verschillen morbiditeit en mortaliteit tussen wijken in Rotterdam!
    o Cijfers koppelen aan analyse lokale omgevingsfactoren
     Bodem, ligging (hoog/laag), lucht, drinkwater, etc…→ miasma: waar rottende organische materie ophoopt, dit zorgt voor kwalijke dampen
     Gericht op verbreiding van de ziekte (niet ontstaan ervan)
  • Hygiënistenbeweging/sanitaire hervormingen (politiek!!!)
    o Nadruk op preventie van (verbreiding) toekomstige epidemieën, o.a. door ‘gezonder maken woningen in achterbuurten’
    o ‘Verkeerde’ (miamsa-)theorie’ → effectieve interventies? De maatregelen die getroffen werden werkten wel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie was von Pettenkofer? Wat was de grondwatertheorie? En wat schrijft Rosenberg daarover?

A
  • (Zeer effectieve!) sanitaire hervormingen in München
    o 1865: hoogleraar van ‘openbare hygiene’
    o ‘apostle of good water, fresh air and proper sewage disposal’
  • ‘Much ridiculed’ grondwater-theorie
    o (Zelfs) na ontdekking van vibrio cholerae door Koch (1883): ‘necessary but not sufficient cause’
    o Bacterie moest eerst in grondwater ‘rijpen‘ (‘mature’) alvorens virulent te kunnen worden → grondwaterniveau’s en geologische en andere omgevingsvariabelen
  • Rosenberg:
    –> desire to retain older, holistic, environmentally oriented framework’
    –> ‘configuratie’ bleef ‘important undercurrent in medicine/public health, even after germ theory’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom duurde de bacteriële revolutie een halve eeuw?

A
  • Lang proces vanaf 1830 (of zelfs eerder). Factoren:
    o Technologisch: introductie verbeterde microscoop
    o Institutioneel: evolutie experimentele laboratoriumwetenschap
    o Wetenschappelijk: nieuwe observaties + theorieën: cellen, schimmels, ‘wormen’, ‘vormen’
    –> Kiemtheorie kwam niet out of the blue
  • Tegelijk: formulering kiemtheorie pas jaren 1860, uitwerking ervan duurde daarna nog meerdere decennia
    o Louis Pasteur als ‘experimentator’ en publiek figuur
    o Robert Koch en Duitse ‘school’ van bacteriologie als ‘systematiseerders’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de spin-offs van de bacteriologie?

A
  • Chirurgie: antisepsis (Lister) en asepsis (patiënten gingen voorheen met name dood aan de infecties na operaties)
  • Immunologie (Metchnikoff; fagocytose)
  • Serologie (Von Behring: paardenserum tegen difterie)
  • Virologie
  • “Chemotherapie”: zoektocht naar magic bullets (Ehrlich)
    –> Contaminatie-model’: specifieke oorzaak vinden en met specifieke ‘bullet’ uitroeien (zonder bijwerkingen)
    o Preventie → curatie?
    –> VB: Syfilis (1900-1910): bacterie – Wassermantest – Salvarsan (nr. 404)
    –> VB: penicilline / antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het magic bullet denken?

A
  • Have disease (pneumonia) > take pill (penicillin) > kill something (microbe)
  • Lock and key model: Specific chemical agent locks into specific target (microbe or part of microbe) and turns it ‘off’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat schrijft Mukherjee?

A
  • ‘Magic bullet methaphor’ and ‘lock and key model’
    o ‘seductive’: we tried to replicate it over and over again
    o historicus A. Brandt: 20th century medicine characterized by the search for magic bullets
  • Only worked partly:
    o 1.000.000 chemical reactions in human physiology
    o only 250 can be targeted by current medicines based on lock and key model (0,025 %)
  • We need a different model (cell → organism → environment)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren de gevolgen van magic bullet denken voor de ‘airs, waters, places’ traditie?

A
  • ‘Epidemiology of place moved from center stage’
    o Geografische, sociaal-wetenschappelijke, ecologische benaderingen bleven in stand, maar kregen slechts ondersteunende rol
  • Dit komt door successen biomedische laboratoriumwetenschappen:
    o Gecontrolleerde omgeving/condities
    o Een steeds meer ‘naar binnen gekeerd’, biochemisch en biofysisch begrip van het lichaam/van ziekte
    –> (Groeiende kloof lab – kliniek; bench – bedside, sinds Pasteur/Koch)
    –> ‘Lichaam steeds meer geabstraheerd van zijn bijzondere omgeving’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat toonden de spaanse griep en tuberculose in begin 20e eeuw?

A
  • “Dat er niet één enkele oorzaak is van massale ziekte
  • Die causaliteit omvat meer dan de agent die rechtstreeks aan het proces ten grondslag ligt.
  • Die oorzaak ligt ook in de kenmerken van de aangevallen bevolking
  • en in de kenmerken van de omgeving waarin zowel de gastpopulatie als de agens zich bevinden”
  • (H)erkenning beperkingen bacteriologie
  • Interbellum: pogingen tot ‘fusie’ van bacteriologie, immunologie en 19e-eeuwse ideeën over epidemiologie en ecologie…
  • ..EN ‘sociale hygiëne!’ → relatief meer nadruk op ‘predispositie’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van sociale hygiëne en predispositie?

A
  • Ziekten niet langer geografisch of somatisch lokaliseren, maar in de sociale omgeving (gedrag)
  • Gevolg voor public health: verbreding van fysisch-geografische aanpak en biologische aanpak met sociaal-culturele hervormingen
  • Initiatieven gericht op:
    o Zorgen voor een gezond nageslacht
    o Verzorging van kinderen
    o Bestrijding van alcoholisme, geslachtsziekten, asociaal gedrag…
    o ….én tbc: ‘ziekte van het sociale verkeer, niet van fysisch-geografische omgeving’
17
Q

Wat is het debat over tbc en (pre)dispositie?

A
  • 1901: 15% van alle sterfgevallen
    o Ca. 10.000 doden (bevolking: ca. 5 miljoen)
    o Tbc: ‘volkziekte nr. 1’
  • Besmetting met tbc bacterie (Koch 1882) wijdverbreid (N.B. besmetting ≠ ziekte!)
    –> grote verschillen in vatbaarheid voor tbc / gevolgen van besmetting
  • Debat over oorzaken van deze verschillen + consequenties:
    o Hereditaire dispositie →‘degeneratie’ – eugenetica? (erfelijkheid)
    o Mate van expositie → directe profylaxe/preventie!
    o Verminderde weerstand door sociaaleconomische factoren → indirecte profylaxe/preventie
18
Q

Wat gebeurde er door de ideeën over predispositie en sociale hygiëne?

A

Ontstaan en verbreding van maatschappelijk ‘middenveld’
Dáár vindt plaats:
- ‘Ontmoeting’ overheid, artsen én burgerlijke organisaties
- Identificatie missstanden / collectieve problemen in volksgezondheid
- Vermogen tot samenwerking en bestrijding van misstanden/problemen
- Ontwikkeling normen en waarden als grondslag voor beleid
o “Rechtvaardigheid, geweldloosheid, solidariteit, burgerplicht, democratische zelforganisatie, eigen verantwoordelijkheid, erkenning van pluraliteit en diversiteit, oriëntatie op algemene zaken die verder strekken dan de individuele belangen”
o Vgl. Rosenberg: patterns of social value and institutional practice’

19
Q

Wat is de epidemiologische transitie?

A
  1. Epidemiologische transitie: infectieziekten > chronische ziekten (2e helft 20e eeuw)
    - Debat over oorzaak daling infectieziekten
    - Virulentie ziektekiemen↓ - biologische evolutie
    - Sanitaire hervormingen - configuratie
    - Kiemteorie, serums, vaccins, antibiotica
    o Contaminatie, ‘magic bullet’ (+‘directe preventie’ van expositie)
    - Levensstandaard / welvaart / voeding (McKeown-these!)
    o sociale hygiëne + predispositie
    o ‘modern versions of configurationism’
    - Denkstijlen ‘mirror and imply policy choices’ (R’berg): waar moeten we het geldt aan uitgeven?? De interpretatie van data is politiek. Daarnaast veranderen de ziekten en de definities van ziekten.
20
Q

Wat zijn de 3 fundamentele veranderingen: public health/epidemiologie na WOII?

A
  1. Introductie concept (multifactoriële) risicofactoren
    o Verbreding epidemiologie: álle mogelijke gezondheidsproblemen (infectie én chronische ziekten)
    o ‘Paradigmawisseling’ (statistisch, multifactorieel, correlatie)
  2. Zwaartepunt preventie verschoof van collectieve voorzieningen naar individuele leefstijl en/of biologische kenmerken
  3. Verdwijnen van vanzelfsprekendheid normen en waarden verbonden aan publieke gezondheid
    o Vertrouwen in gezag/autoriteit viel weg + secularisatie → kritiek op paternalisme en moraal beleid
    o Nadruk op verhouding professionele hulpverlener – mondige patiënt
21
Q

Wat was er te zeggen over AIDS?

A
  • Paradigma risicofactoren óók toegepast op infectieziekten
    o O.a. veel aandacht voor / beleid gericht op ‘risicogroepen’ en ‘risicogedrag’
    o Voor breed publiek eerste kennismaking met ‘risico(factor)’ als epidemiologisch begrip
  • Rosenberg:
    o Managing randomness – veel onzekerheid/angst
    o ‘thin line between risk and blame’, cultural assumptions (soa!)
    o HIV: ‘contaminatie’ - maar toch óók ‘configuratie’ en ‘predispositie’ (mn. met oog op preventie!)
    –> ‘both a biological and a social phenomenon’
22
Q

Wat houdt de global health in?

A

5 global health: terugkeer infectieziekten na 1980
- Emerging diseases (HIV/aids, dengue, ebola, zika, etc.)
- Re-emerging diseases (malaria, tbc, cholera, etc.)
- ‘Globale’ factoren:
o Klimaatverandering: verspreiding (sub)tropische ziekten, vb. Lyme, dengue
o Globalisering: bevolkingsgroei, urbanisatie, wereldhandel en –productie, bio-industrie, antibioticaresistentie, massatoerisme: (zoönotische) epi-/pandemieën, SARS, Mexicaanse griep, Q-koorts, Covid-19
–> Mobiliteit mensen, dieren, producten, voedsel vs. ecologische ontwrichting/exploitatie natuurlijke leefomgeving en daardoor ‘spillovers’
- Opkomst term / (onderzoeks)veld ‘global health’ (NB: veel méér dan alleen infectieziekten)

23
Q

Wat zijn de denkstijlen in global health?

A
24
Q

Wat was de conclusie van Packard?

A
  • De wereldwijde gezondheid van vandaag bevat elementen van beide visies….
    o … Toch was het overwegend onderworpen aan technische benaderingen die hun oorsprong vinden in de koloniale geneeskunde in het begin van de twintigste eeuw.
  • Dit wil niet zeggen dat we de waarde van Artsen Zonder Grenzen of de aanpak die het vertegenwoordigt willen ontkennen…
    o … Maar zonder basisgezondheidszorg zullen veel bestaande en opkomende gezondheidsproblemen onbeheerd blijven.
  • Als de geschiedenis ons iets leert, is het dat het vinden van een vaccin levens zal redden…
    o … Maar het zal ook de inspanningen vertragen om gezondheidssystemen op te bouwen die de structurele oorzaken van ziekten verlichten
25
Q

Wat is de verantwoordelijkheid van artsen / zorgsector? En hoe doen ze dat dan?

A

Verantwoordelijkheid artsen / zorgsector
- Signaleren / agenderen
- Eigen gedrag / organisatie gezondheidszorg, o.a. energiegebruik en medisch afval
Hoe dan?
1. Adaptatie van gezondheidssystemen – weerbaarheid
2. Mitigatie van de milieu impact – 55% CO2 reductie in 2030
3. Gezondheidsbevordering
- Patiëntvoorlichting klimaat en gezondheid
1. Actieve mobiliteit
2. Preventieve interventies
3. Dieet
4. Toegang tot anticonceptie en familieplanning
- Beleid en politiek: creëren van een win/win