Tumor evolutie - sequentiele veranderingen Flashcards

1
Q

kankercellen

A
  • Hebben afwijkingen in hun DNA (mutaties)
  • Onttrekken zich aan regulatie van groei (blijven zich ongeremd delen, gaan niet meer dood)
  • Dringen het omringende weefsel binnen (invasie) en vormen uitzaaiingen op afstand (metastasen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tumor vs normale cel

A

 Genomische afwijkingen: DNA
 Veranderingen op transcriptie niveau: mRNA, non-coding RNAs
 Epigenetische veranderingen: DNA methylering, histon modificaties
 Verandering in eiwitten: expressie, activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

specifieke genomische afwijkingen tumorcellen

A

drivers; Zijn oorzakelijk betrokken bij de transformatie van een normale cel in een tumorcel, of spelen een rol bij de progressie van de getransformeerde cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet specifieke genomische afwijkingen tumorcellen

A
  • Passengers/hitchhikers: kan zomaar ontstaan en verdwijnen
  • Age-related genomic aberrations
    Hebben geen direct effect op het ontstaan/progressie van een tumor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

proto-oncogen (dominant)

A

in één van de 2 allelen vindt een activerende mutatie plaats. Dit is bij een proto-oncogen omdat de mutatie dominant is, al voldoende om het tumor fenotype tot uiting te laten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tumorsuppressorgen (recessief)

A

er is een deletie of inactiverende mutatie plus nog een deletie of inactiverende mutatie: Knudsons two hit hypothese. Er zijn nu 2 afwijkende allelen ontstaan, wat zorgt voor het tumor fenotype.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VAF

A

VAF: gemuteerde allelen/alle allelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

coverage

A

aantal malen dat een base-positie (onafhankelijk) bepaald is, hoe hoger hoe deeper gesequenced

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer werkt erlotinib?

A

alleen als EGF-R gemuteerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

VAF proto-oncogen

A

stel: 80 tumorcellen, 20 normale cellen. Proto-oncogen dus dominant, betekent 1 allel fout, dus: 80/80+80+40) = 40%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VAF tumorsuppressorgen

A

o Per 100 cellen 80 tumorcellen en 20 normale cellen
o Alle normale cellen hebben 2 allelen dus worden 40x, tumorcellen gewoon 80x.
o 80/120 = 0,67.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

samenvatting I

A
  • Genomisch instabiel
  • Ontstaan door mutaties in tumrosuppressorgenen en in proto-incogenen
  • Hebben driver, passenger/hitchhiker en age-related mutaties
  • Zijn clonale proliferaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

samenvatting II

A
  • Homogeniteit van mutaties is aanwijzing, maar geen bewijs voor causale betrokkenheid bij maligne transformatie
  • Heterogeniteit van mutaties (subpopulatie) kan van belang zijn: progressie, metastasering, resistentie
  • Zijn clonale proliferaties met intra tumor heterogeniteit
  • Intratumor heterogeniteit speelt een belangrijke rol bij het biologisch gedrag van tumoren: preogressie, metastasering, resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly