Het ontstaan van chromosomale afwijkingen Flashcards
chromosoom
DNA, histonen, andere eiwitten
DNA
genen, centromeer, telomeren
Hoe zit DNA in de cel?
Het DNA zit opgerold rondom nucleosomen die bestaan uit histonen en rolt steeds verder op > enorm ingepakt stuk DNA in chromosoom. Elke cel bevat ongeveer 2 meter DNA en zit ingepakt in een kern van 10 micrometer doorsnede.
Celcyclus
G1, S, G2, M
G1 fase
Celgroei. Van elk chromosoom is een kopie aanwezig. Meeste cellen in deze fase
S fase
verdubbeling DNA. Elke chromatide wordt gekopieerd. Elk chromosoom heeft hierna 2 chromatiden
G2 fase
klaarmaken voor mitose. Er wordt gecontroleerd of alles goed verdubbeld is
M fase
uitverdeling van chromosomen over dochtercellen. Uiteindelijk gaan deze 2 dochtercellen met elk een chromatide weer naaar de G1 fase en kan de cyclus door blijven gaan.
Mitose
- profase
- prometafase
- metafase
- anafase
- telofase
6 cytokinese
profase
DNA wordt compact gemaakt totdat losse chromosomen zichtbaar zijn
prometafase
Kernenvelop wordt afgebroken > chromosomen los in cytoplasma. In deze fase worden de chromosomen vastgemaakt aan tubuline draden.
metafase
Chromosomen liggen geordend in de cel. Ze worden naar het midden van de cel getrokken.
anafase
De chromosomen worden naar 2 kanten van de cel getrokken > chromosomen verdeeld onder 2 dochtercellen.
telofase
Rondom het afzonderlijke DNA worden nieuwe kernenveloppen aangelegd > DNA gaat decondenseren.
cytokinese
Vorming van 2 cellen. Nadat kernen gescheiden zijn, deelt cytoplasma zich ook.