Relatie tussen DNA schade en kanker

Question 1

BEP

Answer 1

bleomycine, etoposide en cisplatine

Question 2

Topoisomerase I

Answer 2

maakt een enkelstrengsbreuk, haalt de andere streng door de breuk heen en ligeert daarna de uiteinden

Question 3

Topoisomerase II

Answer 3

maakt een dubbelstrengs DNA breuk en haalt er een ander dsDNA deel doorheen waarna de breuk wordt hersteld.

Question 4

Etoposide

Answer 4

een topoisomerase remmer die zorgt voor een dubbelstrengs DNA breuk, zorgt dus voor remming op het punt dat topoisomerase II de ruggengraat van het DNA al heeft geknipt

Question 5

PARP1

Answer 5

betrokken bij het inzetten van de reparatie van de enkelstrengs breuk; dit bindt aan enkelstrengs breuken en modificeert eiwitten door een poly ADP ribose staart

Het maakt de reparatie van enkelstrengs breuken efficiënter

Question 6

Waarom werkt NHEJ niet bij dubbelstrengs breuk bij 1 uiteinde?

Answer 6

Er is maar 1 uiteinde; homologe recombinatie is dan essentieel voor herstel, RAD51 is ermee belangrijk

Question 7

BRCA1 en 2 mutatiedragers

Answer 7

Hogere kans op kanker

Question 8

Waardoor komt inactivatie van het gezonde allel

Answer 8

door verlies van heterozygositeit

Question 9

Wat gebeurt er als er een PARP remmer wordt gegeven?

Answer 9

De enkelstrengse breuk kan niet meer worden gerepareerd >ophoping enkelstrengs breuken

Question 10

Wat voor reparatie is er in een cel zonder mutatie in BRCA (proficient)?

Answer 10

homologe recombinatie, dus dubbelstrengs worden hersteld

Question 11

synthetische lethaliteit

Answer 11

homologe recombinatie is gestoord, dubbelstrengse breuk kan niet hersteld woredn > celdood

Question 12

Hyperthermie

Answer 12

Tumor verwarmen 60-90 min tot ongeveer 42 graden > DNA reparatiemechanismen kunnen geremd worden

RAD51 stapelt niet meer op door afbraak van BRCA > PARP1 remmer nu wel effectief