Diagnostiek van kanker - pathologische begrippen Flashcards
Workflow pathologie
- Biopt nemen van de tumor
- Fixeren met formaline, dit zorgt voor crosslinking van aminogroepen, waardoor lysis wordt voorkomen. Weefsel zonder fixatie is te zacht om het dun te snijden.
- Solvent wisselen: overgang hydrofiel naar hydrofoob. Dit gebeurt met mengmachines en duurt enkele uren.
- Inbedden van geselecterde stukjes paraffine. Dit stolt op de onderkant van de cassette. Door het biopt hierin toe te voegen ontstaat ffpe (formaline fixed paraffine embedded).
- Snijden van coupes op de microtoom
- Plakken van coupe op objectglas
- Kleuren van weefsel
- Afdekken van preparaat met dekglas
- Beoordelen via microscoop
Technieken terminologie
Aspiratie/smears (FNA): geen formaline etc. nodig, maar wel minder nauwkeurig. Is cytologie dus is snel.
Vriescoupe
Biopt
Incisie/excisie
Resectie: operatieve verwijdering door snijdend specialist > vaak grotere preparaten die bewerking vereisen.
Vriescoupe
tijdrovend, meer een noodoptie. Omzeilen de hele pathologie workflow met fixeren en inbedden. Gebeurt meestal peroperatief om direct een snijdende specialist te kunnen informeren over de aard van iets wat aangetroffen wordt of over de eventuele radicaliteit van de ingreep.
Kankerdiagnose anders dan weefselpijpje of biopt
- Op geleide palpatie
- Op geleide ultrasound
- Op geleide MRI
- Soms ‘blind’ (verhoogd serum PSA, maar geen evidente palpabele of echografische afwijkingen)
- i.h.a. altijd multipele biopten, bilateraal tot 12!
Hoe verloopt verwerking prostaatbiopten
als excisie
Waarom is een botbiopt bewerkelijker dan huid of maagbiopt?
Het bevat hydroxy-apatiet (gemineraliseerd) en is te hard om met formaling te fixeren. Moet eerst ontkalken.
Hoe gaat een mamma biopt?
Wordt gedaan met een biopt gun. Een afwijking kan nog steeds gemist worden omdat een biopt niet altijd representatief is. Laesies die men niet kan voelen moeten gebiopteerd worden onder begeleiding van beeldvorming. Bij tumoren van de mamma ziet men wel eens verkalkingen. Het biopt kan onder een röntgenapparaat worden gelegd om te kijken waar de verkalkingen liggen.
Hoe wordt naalddikte uitgedrukt?
Gauge. Cytologie als morfologische ondersteuning: gaat sneller. Geen inbedding nodig. Naald bij histologisch onderzoek is 14-18 G. De naald bij punctie cytologie is 22-25G.
Chirurgische resecties
groter dan biopte, diagnose is vaak al bekend. Er moet worden bemonsterd want niet alles kan worden ingesloten.
Na ontvangst: fixeren, dan lamelleren, kijken en bemonsteren. Ieder preparaat heeft een eigen protocol van bemonsteren > microscopische beoordeling volgt > diagnose
dunne naald biopsie
22-25 G, FNA = cytologie
cellen hiervan moeten gekleurd worden want zijn kleurloos
dikke naald biopsie
core biopsie, histologie
Cytologie via scopie + echo
maakt lymfeklieren uit mediastinum bereikbaar.
Bronchoscopie met echo: Er wordt door de bronchuswand heen geprikt in een lymfeklier.
nieuwste ontwikkelingen
- Immunohistochemie: monoklonale antistoffen kunnen eiwitten specifiek visualiseren. Deze specifieke worden toegevoegd aan de coupe.
- Moleculaire diagnostiek: PCR, Sanger, NGS
- Image digitalisation, image recognition, AI en deep learning
Pathologische labtechnieken
- Diagnostisch: histologie, cytologie, immunohistochemie
- Verkrijgingswijzen zoals biopt, punctie, excisie
- Pathologie technieken voor chirurgische preparaten = therapiecontrole. Kijkt naar snijranden, biobanken, prognose (TNM).
- Pathologie voor therapiekeuze: ER receptor bepaling, Her2 amplificatie, KRAS mutatie, EWS translocaties. NB vaak dure geneesmiddelen.