Beeldvorming - nieuwe technieken en therapie Flashcards
Essentiele eigenschappen radiofarmaca
- Selectief voor een specifiek target in het lichaam.
- Hoge aantrekkingskracht voor het target
- Weinig opname in andere weefsels
- Radioactief label, behouden affiniteit
- Geschikte halveringstijd
typen radioactiviteit
- Radioactief verval met deeltjes (massa)
- Alfa (twee protonen, twee neutronen) en beta (elektron) straling - Radioactief verval met elektromagnetische straling (geen massa)
- Gamma straling (fotonen)
alfa straling
laag doordringend vermogen, hoog ioniserend vermogen
beta straling
hoger doordringend vermogen, lager ioniserend vermogen dan alfa
gamma straling
hoog doordringend vermogen, laag ioniserend vermogen
principe nucleaire geneeskunde
Injectie van radiofarmacon > verdeling/verwerking van radiofarmacon in het lichaam > detectie van uitgezonden straling vanuit de patiënt (emissie)
PET
- Positonen zijn positief geladen en vertrekt uit de kern van het radionuclide (emissie).
- Vervolgens botst positron tegen elektron in het weefsel. De combinatie van positron en elektron verdwijnt.
- Wanneer er massa verdwijnt, ontstaat er energie.
Deze energie bestaat uit 2 fotonen die in precies de tegengestelde richting vertrekken als waar het positron vandaan kwam. Deze twee plaatsen worden gedetecteerd door een kristal ring die rondom de hele patiënt zit. Uit deze twee plaatsen wordt een ‘hit’ berekend.
gamma camera
Farmaca zenden straling uit naar collimator. Door een kristal hierboven worden de fotonen omgezet naar lichtflitsen die via fotomultiplier buizen worden doorgestuurd naar computer en een beeld vormen.
PET-CT
fysiologische/metabole informatie van de PET kan worden gecombineerd met anatomische informatie vanuit de CT.
skeletscintigrafie
kijkt naar het botmetabolisme. Vormt een evenwicht tussen aanmaak en afbraak. Als er skeletmetastasen zijn kunnen osteoblasten of clasten geactiveerd worden > verstoring in afbraak/aanmaak.
Welke tumoren hebben osteosclerotische werking?
prostaat, mamma en long
Welke tumoren hebben osteolytische werking?
multiple myeloom, niercel carcinoom en melanoom
Botzoekende radiofarmaca
- Calciumanaloga (18F-NAF of 223Ra-RaCl2) of bisfosfonaten (99m-Technetium-HDP)
- Binden aan hydroxyapatiet (bouwsteen minerale botmatrix)
- Accumuleren in actieve opbouw/ombouw
- Bijv: metastasen, fracturen, artrose, artritis
- Maar niet in puur lytische botmetastasen
Wat veroorzaakt hotspot op skeletscintigrafie?
- Reactie van het botweefsel door de aanwezigheid van metastase
- Niet de metastase zelf, maar de metabole reactie van het bot
- Niet de opname van het radiofarmacon in de tumorcellen van de metastase
palliatieve therapie bij pijnlijke botmetastasen
- Angeletica (pijnstillers)
- Systemische (chemo)therapie
- Externe radiotherapie
- Radionuclidentherapie
o Doelen: pijnstilling, levensverlenging