Radiobiologie Flashcards
radiotherapie
toepassen van ioniserende straling met als doel het vernietigen van tumorcellen.
werking radiotherapie
- Ioniserende straling fotonen, elektronen
o Opgewekt in lineaire versneller uitwendig lineaire versneller
o Ontstaan door verval radioactieve stoffen inwendig brachytherapie. - Lokale afgifte van energie
alfa straling
heliumkern, gaat niet door papier heen.
beta straling
elektronen, bereikt weefsel maar alleen oppervlakte
gamma straling
fotonen, dit is bij uitwendige bestraling en gaat niet door beton heen
ioniserende straling bij radiotherapie
- Opgewekt met lineaire versneller (fotonen of elektronen)
- Vanuit een bron bij brachytherapie (fotonen)
- Met een cyclotron (protonen)
Wat doet straling?
Een atoom heeft een kern met elektronen om zich heen. Ioniserende straling schiet een elektron weg. Het ioniserend vermogen is dus het vermogen om een elektron kwijt te raken. Als ioniserende straling water raakt schiet er een elektron weg waardoor H2O+ overblijft. H2O+ kan zich omzetten in H+ en OH radicaal. Radicalen zijn zeer reactief en willen reacties aangaan in het lichaam. Als een radicaal reageert met een ander molecuul, wordt dit molecuul radicaal.
directe DNA schade
ioniserende straling maakt DNA direct kapot, wat resulteert in celdood
indirecte DNA schade
ioniserende straling valt op andere atomen, waardoor vrije radicalen ontstaan. De radicalen kunnen DNA-schade veroorzaken, wat leidt tot celdood.
LET
dichtheid van energie-afgifte langs het spoor van een ioniserend deeltje
hoge LET
er wordt veel energie afgegeven over een kleine afstand.
- alfa straling
- DNA direct beschadigd
lage LET
Bij een lage LET is er minder energie/afstand of wordt er minder vaak schade veroorzaakt.
- gamma straling
- beschadigt DNA via radicalen
Welke LET bij gelijke energie overdracht is effectiever?
hoge LET
Welke LET wordt voor klinische toepassingen gebruikt?
lage LET
effect straling cellulair
Doel van radiotherapie is vernietiging van kankercellen en sparen van gezonde cellen. Tumorcellen zijn meer stralingsgevoelig dan normale cellen. Om zoveel mogelijk gezonde cellen te behouden, wordt bestraling gefractioneerd. Iedere cel heeft eigen overlevingscurve.