Immunotherapie van kanker Flashcards

1
Q

problemen bij immuunrespons tegen kanker

A

tumoromgeving is vaak immuun-suppressief en tumorcellen zijn weinig immunogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cancer immune editing

A

editing van kankercellen met als doel aanvallen door het immuunsysteem te ontwijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kanker immuuncyclus

A

APC presenteert antigenen aan CD8+ cytotoxische Tcellen, die de tumorcel gaat opzoeken. Na herkenning via HLA molecuul peptide en co-stimulatie zal de CD8+ cel vervolgens aanvallen  apoptose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kanker immuuncyclus stappen

A
  1. Vrijkomen van tumorantigenen
    a. Kunnen vrijkomen bij bijv. bestraling of apoptose
    b. Immuunsysteem gebruikt dit als herkenning
  2. De vrijgekomen antigenen worden opgenomen en verwerkt door tumorcellen in de omgeving.
    a. Door bijv. dendritische cellen, deze worden dan APC.
  3. Presenteren van het antigeen in de lymfeklier
    a. Presentatie aan de CD8+ cytotoxische T-cel via HLA-1, presentatie aan CD4+ T helper via HLA-2. Zorgt voor co-activatie van cytotoxische Tcel.
  4. T-cel gaat via bloed richting tumor (CLT)
  5. T-cel infiltreert door endotheel naar tumor (CLT, endotheelcellen)
  6. T-cel herkent tumorcel (CLT, kankercellen)
  7. Tumorcel wordt gedood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tumor ag presentatie

A

APC gaat met tumorantigeen naar lymfeklieren  wordt aan CD4+ en CD8+ cellen gepresenteerd. Om T-cel te activeren moet het niet alleen HLA gebonden worden maar ook de co-stimulator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PD1

A

belangrijke inhiberende factor die bindt aan PD-L1 op APC. De T-cel wordt zo geinactiveerd. De tumorcel zal PD-L1 tot expressie brengen  T-cellen geactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

immunotherapie

A

is een opkomende behandeling van kanker. Er wordt door manipulatie en/of stimulatie van het immuunsysteem van de patiënt geprobeerd om kankercellen aan te vallen. In kanker zijn er veranderingen in het DNA waardoor ze afwijken van gezonde cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

revolutie immuuntherapie

A
  • We weten nu wat het immuunsysteem doet stoppen – checkpoint inhibitors
  • We kunnen medicijnen maken die deze checkpoint inhibitors kunnen blokkeren
  • Deze medicijnen zijn antilichamen die specifiek een ‘target’ kunnen binden (biologicals)
  • Als je hiermee behandelt, dan zal het immuunsysteem in actie komen om de kankercellen te gaan aanvallen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cytokines

A

IFN alfa en beta, IL-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

monclonale antistoffen

A

HER-1-2-3(-4), VEGF(R), CD20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

immuun-checkpoint remmers

A

mAb anti PD-1, anti PD-L1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vaccins

A

HPV, dendritische cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cel- en gentherapie

A

tumor infiltrerende lymfocyten, CAR-Tcells

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen tumoren met veel mutaties?

A

stimuleren meer respons van het immuunsysteem in vergelijking met tumoren met weinig mutaties. Dit komt doordat veel mutaties zorgen voor formatie van veel neo-natigenen die het immuunsysteem nog niet kent en dus aanvalt

zijn gevoeliger voor immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klinische immuuncheckpoint remmers

A

anti CTLA4, anti PD-1, anti PD L1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ICI in de praktijk

A
  • moet IV
  • combinaties met elkaar/chemo/angiogenese remming
  • zeer lange halfwaarde tijd
  • palliatief, adjuvant, neoadjuvant en inductie
  • onduidelijke dosis-effect en toxiciteit relatie
17
Q

toepassing ICI in de kliniek

A
  • vroeger naar behandeling kijken
  • soms hele vroege en diepe responsen
  • steeds meer indicaties/tumoren: CTLA4 remming beperkter inzetbaar dan PDL1 remming
  • biomarkers: MSI ziekten goede indicatie
18
Q

ICI kanttekeningen

A
  • (soms) opmerkelijk gunstige resultaten bij vergevorderde stadia met metastasering
  • Response is relatief traag, maar langdurig
  • Effectiviteit van ICI als monotherapie is beperkt. Het is wel goed te combineren met andere therapieën.
  • De kosten zijn erg hoog.
19
Q

bijwerkingen ICI

A
  • Huidproblemen
  • Levertoxiciteit
  • Pneumonitis
  • Thyroiditis
  • Kan leiden tot auto-immuun reacties
20
Q
A