Principes van signaaltransductie - 1 Flashcards
G-CSF
groeifactor voor ontwikkeling neutrofiele granulocyten (witte bloedcellen)
EPO
groeifactor voor ontwikkeling rode bloedcellen
TPO
groeifactor voor ontwikkeling trombocyten
Hoe werkt groeifactor algemeen?
Groeifactor kan specifieke binding aangaan met receptor die het signaal opvangt –> processen in cel geactiveerd door dimeervorming > celdeling
Signaaltransductie groeifactoren
membraanreceptor geactiveerd door groeifactoren > eiwitten gaan in cytoplasma reactie aan > transcriptiefactoren in kern binden op promotorregio van DNA > gen geactiveerd, mRNA productie en uiteindelijk eiwit
3 hoofdgroepen membraanreceptoren
ionkanaal, G-eiwit gekoppeld en enzymgebonden
enzymgebonden receptoren
enkelvoudige ketens vormen oiv een ligand een dimeer, 2 categorien
- tyrosine kinase receptoren
- non RTK
tyrosine kinase receptoren
hebben een extra-, intra-, en transcellulair domein. Enzymactiviteit zit in receptor zelf
NON RTK
receptoren voor bloedcel factoren zitten anders in elkaar. De receptor zelf heeft geen kinase activiteit, maar er zit enzymactiviteit gekoppeld aan het intracellulaire domein van receptoren, rest hetzelfde als andere receptoren
defosforylering
Inactivering wordt uitgevoerd door fosfatasen. Vaak via 2 klassen: tyrosine en serine/threonine fosfatasten. Het gefosforyleerde tyrosine in geactiveerde receptor vormt een interactie met SH2 domein dit vormt bindingsplaats voor fosfatase, SHP1. Het fosfatase ontvouwt en fosfatase activiteit deactiveert JAK kinase.
receptoren bloedcel groeifactoren
- Geen intrinsieke tyrosinekinase activiteit, maar activeren JAK tyrosine kinases, nu bekend als Janus kinases.
- Activatie van JAKs vindt plaats in trans (‘’cross’’), na receptor-dimeervorming en conformatieverandering.
- JAKs fosforyleren tyrosines in receptor ketens en in signaaleiwitten. Dit activeert de functie van deze signaaleiwitten, wat leidt tot verschillende cellulaire responsen (transcriptie, translatie, proliferatie, differentiatie, celoverleving, metabolisme).
- Afwijkingen in receptoreiwitten en JAKs en cytoplasmatische tyrosinekinases zijn betrokken bij verschillende bloedziekten en vormen een doelwit voor gerichte targeted therapie.
Hematologische maligniteiten veroorzaakt door storingen in receptor functie/tyrosine kinase activiteit
Acute lymfoblasten leukemie (ALL): IL-7 receptor, JAK2
Myeloproliferatieve aandoeningen (PV, ET, PMF): JAK2, TPO-R (MPL)
Chronische myeloide leukemie: Abl tyrosine-kinase (bcr-abl)
Chronische neutrofielen leukemie (CNL): G-CSF receptor
Signaaltransductie door G-CSF receptor
Zolang er geen groeifactor is, is JAK inactief. Als GCSF bindt aan de groeifactor, wordt een homodimeer gevormd waaraan JAK kinase zit. Door de dimeervorming kunnen ze elkaar activeren (cross-activering). Signaalmoleculen binden aan deze gefosforyleerde tyrosine in de receptoreiwit met hun SH2-domein. Activering zorgt dat het signaal wordt doorgegeven.
CSF3R mutaties in CNL
- spontane dimeervorming
- JAKs actief zonder G-CSF binding
- G-CSF onafhankelijke proliferatie
myeloproliferatieve aandoeningen
- polycythemia vera: teveel rode bloedcellen door mutatie JAK2 eiwit
- essentiele trombocytose: teveel bloedplaatjes
- primaire myelofibrose: teveel fibrose in beenmerg