Metastaseringspatroon, relevante ziektebeelden Flashcards

1
Q

Lymfoide neoplasieën

A

heel veel verschillende types, maar de indelingen in 2 hoofdklassen is een handig beginpunt
- non hodgkin en hodgkin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

extra nodaal

A

op plaatsen waar normaal geen lymfeklieren zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ziekte van Kahler

A

als er meerdere plasma cel myelomen aanwezig zijn. B-cellen produceren fragmenten van immunoglobulinen (light chains). Voorkeurslocatie is beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hamartoom

A

De meest voorkomende tumor in de long; vet, kraakbeen, bloedvaten en bindweefsel. Het blijkt clonaal. Hamartoma is een benigne neoplasie (was vroeger niet zo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Presentatie patient longtumor

A
  • Hypercalciëmie: PHTp door ectopische hormoonproductie
  • Cushing syndroom: ADH stijging door ectopische hormoonproductie
  • Afwijkend ADH: hyponatriemie door ectopische hormoonproductie
  • Myastjenia gravis (spierziekte)
  • Clubbing
  • Stollingsafwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar liggen longtumoren doorgaans?

A

in de bronchus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

typen tumoren long

A

plaveiselcarcinoom, adenocarcinoom, kleincellig longcarcinoom, neuro-endocriene carcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

plaveiselcarcinoom long

A

Vooral hoog in de luchtweg aan
* 98% van de rokers 75% in de 1e-3e orde bronchi
* Moleculair: p16INK4 inactivatie (verhoogt replicatief vermogen), vaak p53 mutatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

adenocarcinomen long

A

dieper in de long
- 75% rokers KRAS mutaties, niet rokers EGFR mutaties (gevoelig voor crizotinib)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mutaties adenocarcinoom long

A
  • p16INK4 inactivatie/p53 mutatie/Rb inactivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kunnen precursor laesies in de alveoli?

A

transformeren naar adenocarcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neuro-endocriene carcinomen long

A

neuro-endocriene cellen kunnen maligne transformeren > neuro-endocriene carcinomen. Deze cellen kunnen groeistoornissen veroorzaken, autonoom worden en invaseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kleincellig longcarcinoom

A

Is hooggradig neuro-endocrien carcinoom
* >98% van de rokers
* Agressiever dan niet-kleincellige types: gemiddelde overleving zonder behandeling is 2-4 maanden.
* P53 mutatie (50-80%)
* Rb mutaties (80-100%)
* P16 overexpressie

grootcellige bestaan ook maar zeldzamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

is screening op longcarcinomen mogelijk?

A

Longcarcinomen lijken voorstadia te hebben. Echter, niet alle voorstadia ontwikkelen zich tot carcinomen. De beste preventie is niet roken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

coloncarcinoom

A

sporadisch vaak met somatische APC mutatie vanuit een poliep
* Kleine metastasen leiden niet direct tot slechtere prognose
* Levermetastases kunnen gereseceerd worden  patienten doen het beter na resectie van levermetastasen ivm patienten die dat niet kregen.
* Grote tumorhetereogeniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pathways coloncarcinoom

A

Wnt, sessiel serrated adenoma, microsatelliet instabiele type

17
Q

Histologie coloncarcinoom

A

microscopisch zijn dit altijd cylindrische cellen. Adenocarcinomen dus. Goed gedifferentieerde adenocarcinomen, weinig of slecht gedifferentieerd adenocarcinoom, slijmvormend carcinoom.

18
Q

Wat doen K-ras mutaties in gemetastaseerde colonkanker?

A

voorspellen effect van Cetuximab

19
Q

mammacarcinoom

A

LCIS en DCIS
- DCIS heeft variaties (goed en slecht gedifferentieerd) en meer voorlopers dan carcinomen

20
Q

3 typen carcinoom mamma

A
  • Oestrogeen receptor positief, HER2 negatief (vaakst)
  • HER2 positief
  • Oestrogeen receptor negatief, HER2 negatief
21
Q

Her2 overexpressie meten

A

met immunohistochemie, bij twijfel in situ hybridisatie (FISH of CISH)