Trainingsleer: Kracht Flashcards

1
Q

Wat is een motorische eenheid? Verschil FT en ST?

A

Een motorisch neuron bezenuwd via axonen verschillende spiervezels, dit is een motorische eenheid.
* FT -> grotere motorische eenheden -> direct grotere krachtproductie
* ST -> kleinere motorische eenheden -> kleinere veranderingen in geleverde kracht mogelijk (houding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is een skeletspier opgebouwd?

A
  • Een skeletspier bestaat uit spiervezels die als spierbundels samengepakt zitten. (De spiervezels zijn omgeven door capillairen, die zuurstof brengen naar de spiervezels en mitochondriëen.)
  • Deze spiervezels bestaan uit myofibrillen met sarcomeren
  • sarcomeren zijn de kleinste contractiele eenheden van een spier, ze bestaan uit myosine- en actinefilamenten
  • Myosinefilamenten zijn relatief dik
  • actinefilamenten zijn dunner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt contractie tot stand in een spier?

A
  • ATP wordt gesplitst in ADP en een energierijkefosfaatbinding in het troponinehoofdje van myosine. Dit laat het fosfaat los en bindt aan actinefilamenten. Het troponinehoofdje ondergaat structurele veranding, wat lijdt tot power stroke (spiercontractie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het belang van sarcoplasmatisch reticulum in de spiervezels?

A

Productie calcium wat belangrijk is voor het creëren van een actiepotentiaal bij spiercontractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van mitochondrieën in de spiervezels?

A

ATP-productie door middel van ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke systemen kunnen ATP maken?

A
  • Beta-oxidatie (vvz)
  • aërobe glycolyse (mitochondriëen)
  • anaërobe respiratie (verzuring)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van kracht?

A

Kracht is de eigenschap van een spier om door het ontwikkelen van spanning samen te trekken tegen een uitwendige weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is velocity based training? (krachttraining)

A

Contracties uitvoeren met maximale snelheid, als snelheid daalt reeks stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is vermogen? (Krachttraining)

A

Kracht x Snelheid
belangrijk voor prestatie die sporter zal leveren, hoger vermogen => betere prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definieer maximale kracht

A

De hoogste kracht die een spier kan ontwikkelen bij een willekeurige contractie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de 1RM?

A

Maximale gewicht dat je op een technisch correcte manier 1x kan verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is krachtreserve?

A

De grenskracht min de maximaal willekeurige kracht.
Met een willekeurige contractie kunnen we slechts 70% van de spiervezels rekruteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kunnen we de maximale kracht verhogen?

A
  • Hypertrofie (grenskracht en max kracht zal stijgen, krachtreserve blijft gelijk)
  • Neuromusculaire adaptaties (max kracht zal stijgen zonder dat grenskracht stijgt) => je massa zal niet toenemen -> sporten waar gewicht van belang is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is snelkracht/explosieve kracht?

A

de eigenschap van het spier-peessysteem om weerstanden met een zo groot mogelijke contractiesnelheid te overwinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen snelkracht en explosieve kracht?

A

Bij snelkracht overweegt de snelheid, bij explosieve kracht overweegt gewichtscomponent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is elastische kracht?

A

de snelkracht in de rek-verkortingscyclus. De eigenschap om vanuit een excentrische contractie zo snel mogelijk over te gaan in een concentrische contractie.
Dit komt veel meer voor in de sport dat zuivere snelkracht/explosieve kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom kunnen we hoger springen bij een counter-movement jump dan bij een squat jump?

A
  • Door excentrische contractie van de spiervezels hebben we hogere rekrutering (zonder dat hersenen eraan te pas komen, vgl patellapeesreflex) -> reflexboog
  • Spier-peessysteem is soortvan rekker-systeem -> bij excentrische contractie zal dit op rek gebracht worden, bij concentrische contractie laten we rekker lost => elastische energie komt vrij

  • Squat jump = doorbuigen, 5sec blijven staan (excentrische contractie weggewerkt), dan springen
  • Counter-movement jump = explosief doorbuigen en krachtig springen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is duurkracht/krachtuithouding?

A

Duurkracht of krachtuithouding: de eigenschap om een krachtinspanningen zo lang mogelijk vol te houden of een zo groot mogelijk aantal herhalingen binnen bepaalde tijd uit te voeren.

Roeien, zwemmen, kajak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Met welk materiaal trainen we isotoon/dynamisch?

A

Krachttoestellen (fitness), losse halters, lichaamsgewicht, medicine ball, rekkers,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het CAM-systeem bij krachttraining?

A

Om spiertonus gelijk (isotoon) te houden is katrol niet rond maar soortvan ovaal zodat tonus spier steeds gelijk kan blijven naargelang hoe gewricht verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de negatief dynamische methode?

A

We werken excentrisch met een gewicht groter dan de max kracht. Dit zorgt voor hypertrofie maar ook zeer grote micro-traumata en dus DOMS.
We gebruiken dit in praktijk niet veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van de isotone/dynamische methode van krachttraining?

A

Voordelen
* Goede krachttoename
* We kunnen sportspecifiek werken (open keten)
* Intra- en intermusulaire coördinatie verbeteren (vnl bij open keten)
* We kunnen veel soorten kracht trainen

Nadelen
* Zonder CAM-methode geen maximale krachtwinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vanaf wanneer laten we kinderen beginnen met krachttraining?

A

Hoe vroeger hoe beter. initieel met eigen lichaamsgewicht.
Vanaf ong 10j kan techniek van open keten oefeningen aangeleerd worden (bv squat met bezemsteel in nek)
=> super veel voordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe bepalen we de 1RM?

A
  • Via trial & error
  • Extrapolatie 1RM door met ander gewicht bepaald aantal herhalingen te kunnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke effecten willen we bekomen bij verschillende intensiteiten van krachttraining?

A
  • 80-100% -> Neuromusculaire adaptaties (maximale kracht)
  • 60-80% -> hypertrofie, basiskracht, explosieve kracht
  • 20-60% Krachtuithouding, snelkracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is basiskracht?

A

Initiële krachttraining bij beginnelingen om lichaam te versterken en klaar te maken voor volgende stap in krachttraining

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe bepaal je hoeveel rust je geeft tussen reeksen bij krachttraining?

A

afhankelijk van welke vorm kracht je traint -> nadenken over welk energiesysteem gebruikt wordt:
* 5 contracties van 3 sec = 15sec => anaëroob alactisch
* Langere reeksen -> lactaateleminatie belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoeveel rust geven we bij neuromusculaire krachttraining tussen reeksen? Waarom?

A

We willen meer spiervezels rekruteren & coördinatie tussen spiervezels verbeteren
=> we willen spiervezels elke reeks optimaal kunnen activeren, er moet dus veel ATP beschikbaar zijn
=> ATP volledig geregenereerd na 3-5min, dan doen we 4-5 herhalingen

Dit doen we via verticale sequentie om meer recuperatie te bieden.

Maximale kracht, snelkracht, explosieve kracht zijn vormen van neuromusculaire training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wanneer organiseren we onze krachtsessies volgens verticale sequentie?

A

Wanneer er meer recuperatie nodig is (3-5min). We gebruiken dan andere spiergroepen bij de verschillende oefeningen: Power, max kracht (neuromusculaire adaptaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is power?

A

Snelkracht/explosieve kracht

31
Q

Wanneer organiseren we onze krachtsessies volgens horizontale sequentie?

A

Wanneer we spier willen uitputten om zo een mechanische/metabole prikkel te geven. We werken dan met onvolledige recuperatie (30-60s):
Hypertrofie, krachtuithouding

32
Q

Aan welke frequentie doen we aan krachttraining?

A
  • Krachttraining is belastend (vermoeidheid, glycogeenvoorraad uitgeput, mechanische prikkel,…) -> we hebben dus 48u recuperatie nodig => 3x/week bij sporten waar krachttraining ondersteunend is
  • krachtsporters >3x/week, maar dan afwisseling BL/OL
33
Q

Wat willen we bij maximale krachttraining (neuromusculair) bereiken?

A
  • Neuromusculaire adaptaties
  • Synchronisatie agonisten/antagonisten (intermusculaire coördinatie)
  • Synchronisatie motorische eenheden (intramusculaire coördinatie)
  • Verhoogd percentage gerekruteerde spiervezels bij willekeurige contractie
  • Verkleint de krachtreserve
  • Geen overdreven hypertrofie
  • Zware belasting pezen/gewrichten
34
Q

Wat zijn de modaliteiten van maximale krachttraining (neuromusculair)?

A
  • 80-100% 1RM
  • 1-8 HH
  • 4-6 reeksen
  • 3-5min rust tussen reeksen (want anaëroob alactisch)
  • Optimale uitvoeringssnelheid (3s concentrisch/ 3s excentrisch)
  • Verticale volgorde oefeningen

doen we bv bij duursporters
Met deze modaliteiten nog steeds variatie steken in training!

35
Q

Wat willen we bij hypertrofische krachttraining bereiken?

A
  • Vergroten van bestaande skeletspiervezels (hypertrofie)
  • Transitie van satellietcellen naar functionele spiervezels
  • Failure bij elke reeks wat een mechanische of metabole prikkel geeft en bovenstaande mechanismen stimuleert

Door mechanische prikkel of metabole prikkels

36
Q

Wat zijn de modaliteiten van hypertrofische krachttraining?

A
  • 60-80% 1RM
  • 8-25 HH (elke reeks tot failure => mechanische prikkel)
  • 3 reeksen
  • 30-60s recuperatie
  • Optimale uitvoeringssnelheid (3s concentrisch/ 3s excentrisch
  • Horizontale sequentie
37
Q

Waarom nemen we bij hypertrofische krachttraining een gewicht van 60-80% 1RM?

A
  • Zo kunnen we meer herhalingen doen => echte uitputting, metabole acidose, verzuring => metabole prikkel (hoger gewicht zou lagere metabole prikkel geven)
  • Spanning op spieren is hoog: meer gewicht = hogere mechanische prikkel (reeks tot failure nemen, lager gewicht zou minder mechanische prikkel geven

Veel gewicht: 4 x 3s = 12sec
Minder gewicht: 12 x 3s = 30+ => spierschade, microtraumata = nodig voor hypertrofie

1-2 herhalingen in de tank laten per reeks

38
Q

Wat zijn uitputtingsmethoden bij hypertrofische krachttraining?

A

Bijkomende herhalingen voor volledige uitputting van de spier, bv:
* burn-out sets (lichter gewicht)
* complementaire oefening na elkaar (squat-leg press)
* cheat reps
* herhalingsmethode met dwang & ondersteuning partner

39
Q

Wat zijn de modaliteiten voor basiskracht?

A
  • 60-75% 1RM
  • 8-20 Herhalingen
  • 3-5 min rust
  • 3 reeksen
  • optimale uitvoeringssnelheid: 3s concetrisch / 3s excentrisch
  • Verticale sequentie
40
Q

bij welke doelgroep doen we aan basiskracht?

A
  • Initieel, om het lichaam klaar te maken. We gebruiken het als voorbereidingsprogramma: zo leren we de oefeningen kennen en leren we werken met intensiteiten
  • Eerste weken na recuperatieperiode
41
Q

Wat willen we bereiken met basiskracht training?

A
  • Algemeen versterken van lichaam (beetje hypertrofie en neuromusculaire adaptaties)
  • Evenwicht creëren in de spierkracht
  • algemene fitheid
  • voorbereiden andere vormen van krachttraining
42
Q

Wat willen we bereiken met explosieve kracht / snelkracht?

A
  • Inter- en intramusculaire adaptaties
  • Rechtsverschuiving kracht-snelheidscurve
  • Snellere krachtopbouw in kracht-tijdrelatie
43
Q

Wat zijn de modaliteiten van explosieve krachttraining?

A
  • 60-80% 1RM
  • 6-15 Herhalingen (totdat snelheid zakt)
  • 3 reeksen
  • 3-5 min rust
  • Explosief: max concentrisch / 3s excentrisch
  • Verticale sequentie
44
Q

Wat zijn de modaliteiten van snelkracht training?

A
  • 30-60% 1RM
  • 15-30 Herhalingen (tot daling snelheid)
  • 3 reeksen
  • 3-5 min rust
  • explosief: max concentrisch / 3s excentrisch
  • Verticale sequentie
45
Q

Wat willen we bereiken bij krachtuithoudingstraining?

A

** verhoogde aërobe/anaërobe capaciteit**
* aëroob: boksen, roeien, worstelen, wielrennen,…
* anaëroob: atletiek, zwemmen,…

** Weerstand (lactaattolerantie) stijgt**
* Cave: hoog glycogeenverbruik

46
Q

Wat zijn de modaliteiten voor aërobe krachtuithoudingstraining?

A
  • 20-50% 1RM
  • 30-100 Herhalingen (tot failure)
  • 2-3 reeksen
  • 30s-2min rust
  • Specifieke uitvoeringssnelheid
  • Horizontale sequentie
47
Q

Wat zijn de modaliteiten voor anaërobe krachtuithoudingstraining?

A
  • 40-60% 1RM
  • 25-60 Herhalingen (tot failure)
  • 2-3 reeksen
  • 30s-2min rust
  • Specifieke uitvoeringssnelheid
  • Horizontale sequentie
48
Q

Welke invloed heeft maximale kracht op de krachtuithouding?

A

Als de maximale kracht stijgt (bv. je kan pushups met extra gewicht), dan zal je uithouding automatisch ook stijgen (je kan 40 ipv 20 pushups)

49
Q

Wat zijn de 4 belangrijkste vormen van krachttraining?

A
  1. Isotone krachttraining
  2. Isometrische krachttraining
  3. Isokinetische krachttraining
  4. Plyometrie
50
Q

Wat is de definitie van isometrische krachttraining?

A

Krachttraining waarbij de kracht uitgeoefend door de spier gelijk is aan de uitwendig opgelegde belasting. Bijgevolg is er geen lengteverandering van het spierpeescomplex

51
Q

Bij welke doelgroep we isometrische krachttraining?

A
  • Weinig in sport-context
  • Vaak in revalidatie-setting: pt mag niet over volledige ROM beweging
52
Q

Wat zijn de voordelen van isometrische krachttraining?

A
  • Statische krachttoename
  • Op korte termijn efficiënt
  • In revalidatiesetting (vrijheidsgraden beperkt)
  • Toepasbaar voor maximale kracht (neuromusculaire adaptaties, hypertrofie), krachtuithouding
  • Weinig apparatuur nodig
53
Q

Wat zijn de nadelen van isometrische krachttraining?

A
  • Geen explosieve kracht/snelkracht
  • Enkel krachtontwikkeling in specifieke gewrichtshoek
  • Beperkte transfer naar dynamische beweging
  • Spierelasticiteit↓
54
Q

Waarom is isometrische kracht efficiënt als vorm van training?

A

Het is lastig voor de spier omdat er intramusculaire druk ontstaat: De arteriëen in de spier worden afgesnoerd waardoor we occlusie krijgen. Er kan dus geen zuurstof in de spier & metabole bijproducten (H+) kunnen spier niet verlaten
=> Metabole acidose

Vanaf 30-40% max statische kracht krijgen we gedeeltelijke occlusie, wat dus een metabole prikkel geeft met effect op het anaëroob lactisch en alactisch systeem

55
Q

Bij welke intensiteit is isometrische krachttraining effectief

A

Vanaf 30-40% max statische kracht krijgen we gedeeltelijke occlusie, wat dus een metabole prikkel geeft met effect op het anaëroob lactisch en alactisch systeem
Als we nog zwaarder gaan (>50%) krijgen we volledige occlusie, wat dezelfde prikkel geeft.

56
Q

Wat is de definitie van isokinetische krachttraining?

A

Krachttraining waarbij de snelheid van de beweging over het volledige bewegingsverloop gelijk is.
Hierbij passen we ook het CAM-systeem toe, waardoor krachtlevering in elke hoek gelijk is

57
Q

Bij welke doelgroep gebruiken we isokinetische kracht? Wat is het doel?

A
  • Vnl revalidatiesetting & testing/screening sporters
  • Verschil L/R, evenwicht spiergroepen (bv Hstrings/Qceps) -> precursor blessures
58
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van de isokinetische krachtmethode?

A

Voordelen
* Nuttig in sporten met isokinetisch verloop (zwemmen, roeien)
* Goede methode krachtontwikkeling
* Revalidatie

Nadelen
* Apparatuur duur
* Krachtontwikkeling snelheidsspecifiek

59
Q

Wat is de definitie van plyometrie?

A

Trainingsmethodiek die gebruik maakt van de koppeling tussen excentrisch spierwerk en concentrisch spierwerk om de elastische kracht te ontwikkelen.
Een spier die wordt uitgerekt kan sneller en krachtiger contraheren

60
Q

Waarom kan een spier die uitgerekt wordt, sneller en krachtiger contraheren?

A
  • Voorrekking (spierspoeltjes (soort mechanoreceptor) geactiveerd)
    => beschermingsreactie (plotse lengteverandering niet te groot laten worden, anders schade)
    -> reflexboog ontstaat (RM)
    -> spiervezels die we bij willekeurige contractie niet kunnen activeren, worden nu geactiveerd
  • Spierpeesmateriaal is elastisch (bindweefsel, fascia)
    -> op rek
    -> extra energie vrijgesteld bij contractie
61
Q

Wat willen we bereiken met plyometrische training?

A
  • Rekrutering van meer motorische eenheden (en bijhorende spiervezels).
  • Verhoogde snelheid van de firing rate (vuurfrequentie) van de motorische neuronen.
  • Ontwikkeling zenuwstelsel: krachtiger en snellere reactie op spierrekking.
  • Transitie van maximale kracht naar explosieve/snelkracht.
  • Verhoging sprintsnelheid, sprongkracht, wendbaarheid

=Neuromusculaire adaptaties

62
Q

Wat is de slagmethode van plyometrie?

A

Katrolsysteem die we met lage belasting laden, zodat we excentrisch - concentrisch kunnen bewegen

63
Q

Wat is het principe van elektrostimulatie?

A

Met behulp van een elektrische prikkel wordt een spier tot contractie gebracht.
Grotere rekrutering van motorische eenheden/spiervezels mogelijk
-> we werken op de grenskracht, want 100% van de spiervezels kunnen gerekruteerd worden
Oorsprong: binnen revalidatiesetting

64
Q

Wat is het principe van whole-body vibration?

A

Bij vibratie zullen gamma-motorneuronen en alfa-motorneuronen elkaar in gang houden => continue prikkeling alfa-motorneuronen => sterkere contractie (meer spiervezelrekrutering)
= Tonische vibratie reflex

  • Spierspoeltje: wanneer zijn mechanoreceptoren lengteverandering detecteren, zullen afferente zenuwvezels dit naar alfa-motorneuronen sturen => signaal naar spier => contractie (zonder tussenkomst hersenen) => ook spiervezels die we bij willekeurige contractie niet kunnen aanspreken zullen contraheren
  • mechanoreceptoren in gewrichten detecteren positie gewricht -> sturen prikkel naar gamma-motorneuronen -> sturen prikkel naar uiteinden spierspoeltjes dat ze moeten contraheren (=> spierspoeltje wordt uitgerekt) => spierspoeltje opnieuw getriggert => nog meer contractie spier
65
Q

Wat is de functie van een spierspoeltje?

A

wanneer zijn mechanoreceptoren lengteverandering detecteren, zullen afferente zenuwvezels dit naar alfa-motorneuronen sturen => signaal naar spier => contractie (zonder tussenkomst hersenen) => ook spiervezels die we bij willekeurige contractie niet kunnen aanspreken zullen contraheren

Dus: lengteverandering => spierspoeltje getriggert => contractie => rek weg => contractie stopt

66
Q

Wat is de functie van mechanoreceptoren in de gewrichten?

A

mechanoreceptoren in gewrichten detecteren positie gewricht -> sturen prikkel naar gamma-motorneuronen -> sturen prikkel naar uiteinden spierspoeltjes dat ze moeten contraheren (=> spierspoeltje wordt uitgerekt)

67
Q

Wat willen we bereiken met whole body vibration training?

A
  • Hoge recruteringsgraad van spiervezels (~95-100%)
  • Neuromusculaire adaptaties: verhoogt de recruteringsgraad bij willekeurige contracties
  • Geen of weinig hypertrofie
  • Vaak statisch of licht dynamisch => specificiteit eerder laag
68
Q

Werkt whole body vibration?

A

Het werkt om de kracht te verhogen, maar de effecten zijn niet groter dan normale krachttrainingsvormen & de specificiteit is te laag => steeds minder

69
Q

Wat zijn nadelen van hypertrofie-training?

A
  • Gewicht neemt toe (kan nadeel zijn)
  • Negatieve impact op techniek bij sporten (omdat morfologie [verhoudingen spieromvang] verandert)
70
Q

Hoe periodiseren we krachttraining op een jaarplan?

A
  • Basiskracht: eerste weken (beginner: 8-12w, ervaren: 3-4w)
  • Dan hypertrofie (opbouw spiermassa vraagt tijd)
  • maximale kracht: dichter bij competitie, opgebouwde spiermassa leren gebruiken
  • eventueel explosieve kracht/snelkracht
  • Dan sportspecifiek
71
Q

Wat zijn de belangrijkste zaken om aan te denken bij het opstellen van een krachttrainingsprogramma?

A
  1. Welk soort kracht heeft sporter nodig (afhankelijk van sport en periode)
  2. Welke oefeningen geef je (beginnen GKK, dan OKK, sportspecifiek)
  3. Oefenmodaliteit bepalen (afhankelijk van periode)
  4. Organisatievorm bepalen
72
Q

Wat zijn de algemene richtlijnen van krachttraining?

A
  • Goede dosering
  • Goede opwarming
  • Bij pijn of kramp: stoppen
  • Ken je zwakke punten
  • Goed en stevig schoeisel
  • Eerst techniek dan opdrijven belasting
  • Oefen veelzijdig
  • Core stability
  • Variatie
73
Q

Wat zijn de 4 basiswetten van krachttraining?

A
  1. Ontwikkel gewrichtslenigheid (zorgt ook voor relaxatie spieren)
  2. Ontwikkel stabilisatoren (onevenwichten wegwerken)
  3. Ontwikkel rompkracht (core-stability)
  4. Ontwikkel bewegingen, geen afzonderlijke spieren (OKK)