T&C: Cervicaal Praktijk Handelen Flashcards
Wat is het doel van distractietechnieken?
Pijndemping (weinig functioneel), we voeren deze uit in axiale richting
We kunnen tractie aanhouden of oscillerend werken
Wat is het doel van gappingtechnieken? Wanneer gebruik je deze techniek? Waarop letten we?
Pijndemping door decoapatatie in het facetgewricht.
Bij compressiepijn.
De prime mover bij een gappingtechniek is de lateroflexie, de richting is naar de heterolaterale schouder. Meestal vanuit afysiologische UH (LF en ROT tegengesteld).
Bv. ROT L + LF rechts in richting linker schoudertop => maximale opening linker kant
Wat is het doel van translatietechnieken?
Functieherstel. Kan vanuit fysiologische of afysiologische houding.
Deze doen we dus niet in lage graad
Wat zijn de 2 soorten translatietechnieken?
- Ventrocraniale translatie: de prime mover is rotatie , de richting is naar het heterolaterale oog
- Dorsocaudale translatie: de prime mover is lateroflexie, de richting naar de inferieure scapulapunt
bv venterocraniaal fysiologisch: LF rechts, rot rechts met overdruk linker hand T naar rechter oog
bv venterocraniaal: LF links, rot rechts, L hand T geeft overdruk in richting rechter oog P
bv dorsocaudaal fysiologisch: LF links, ROT links, linker hand T geeft overdruk richting rechter scapulapunt
Wat is het verschil tussen articulaire rekpijn en articulaire compressiepijn?
Bij compressiepijn zorgt de facettaire compressie voor de pijn, bij rekpijn zorgt rek op de capsuloligamentaire structuren
van het facet voor de pijn. Gepaard met de pijn vinden we ook bewegingsbeperking. Bij compressiepijn is die beperking in de meeste gevallen in de richting van de pijnlijke zijde, bij rekpijn is de beperking in de meeste gevallen weg van de pijnlijke
zijde.
Welke technieken zullen we toepassen ter behandeling van rekpijn? Waarom?
Bij rekpijn ga je primair de rek vermijden, maar toch proberen in de richting van functieverlies te werken. In een eindstadium, als de patiënt opnieuw rek op het
facetgewricht kan verdragen, kan je wel rek geven:
1. Distractie
2. Translatie ventrocraniaal
Vb. REKPIJN re met beperking naar rotatie links - lateroflexie links
1. Distractietechniek
2. Translatietechniek ventrocraniaal lfl re – rot li (afysiologisch)
3. Translatietechniek ventrocraniaal lfl li – rot li (fysiologisch)
Welke technieken zullen we toepassen ter behandeling van compressiepijn? Waarom?
Bij compressiepijn ga je primair de compressie vermijden.
Indien mogelijk kan je in de richting van de
bewegingsbeperking werken. Als de patiënt compressie kan verdragen, kan je wel compressie geven, om het facet opnieuw gewoon te maken aan een vorm van compressie.
1. Distractie en gapping
2. Translatie ventrocraniaal
3. Translatie dorsocaudaal
Vb. COMPRESSIEPIJN re met beperking naar rotatie rechts – lateroflexie rechts
1. Distractietechniek
2. Gappingtechniek rot re – lfl li
3. Translatietechniek ventrocraniaal lfl li – rot re
4. Translatietechniek dorsocaudaal rot re – llf re (fysiologisch)
Hoe voeren we de tractiemobilisatie C2-C7 (onbelast) uit?
- Houding P : In ruglig, cervicale wervelzuil in neutrale houding.
- Houding TH : Staat aan het hoofdeinde van de tafel, het hoofd van de P rustend op tafel.
- Handgreep : TH ligt met beide wijsvingers t.h.v. de proc. articulares inf. van de bovenliggende wervel. Beide handen ondersteunen het hoofd van de P. TH voert een tractie uit in craniale richting.
Hoe voeren we de flexie mobilisatie C2-C7 (onbelast, van craniaal naar caudaal) uit?
- Houding P : In ruglig.
- Houding TH: Staat aan het hoofdeinde van de tafel.
- Handgreep : Met beide handen omvat men de proc. articulares inf. van de bovenliggende wervel. Het hoofd rust op de tafel of de buik van de therapeut en men voert een anteflexie met tractie uit op het betrokken segment. TH mobiliseert de bovenliggende wervel in anteflexie rondom een transversale as gaande door het betrokken segment.
Hoe voeren we de extensiemobilisatie C2-C7 (onbelast, van craniaal naar caudaal) uit?
- Houding P : In ruglig.
- Houding TH : Staat aan het hoofdeinde van de tafel.
- Handgreep : TH omvat met beide handen de proc. articulares inf. van de bovenliggende wervel. Hoofd van de patiënt steunt op tafel of op de buik van de TH. TH voert een extensie uit tot het betrokken segment. TH mobiliseert de bovenliggende wervel in extensie rondom een transversale as gaande door het betrokken segment.
Hoe voeren we de rotatiemobilisatie C2-C7 (onbelast, van craniaal naar caudaal) uit?
- Houding P : In ruglig,.
- Houding TH : Staat aan het hoofdeinde van de tafel en ondersteunt met beide handen het hoofd van de P.
- Handgreep : TH ligt met de wijsvinger (radiale zijde) van de mobiliserende hand t.h.v. de proc. articulares inf. van de bovenliggende wervel van het te behandelen segment. TH roteert ter hoogte van het betrokken segment. De wijsvinger van de mobiliserende hand geeft een lichte overdruk in cranio-ventrale richting.
Hoe voeren we de lateroflexie (onbelast, van craniaal naar caudaal) uit?
- Houding P : In ruglig, het hoofd rustend op het abdomen van de TH, cervicale wervelzuil in lichte anteflexie.
- Houding TH : Staat aan het hoofdeinde van de tafel en ondersteunt met beide handen het hoofd van de P.
- Handgreep : TH ligt met beide wijsvingers (radiale zijde) t.h.v. de proc. articulares inf. van de bovenliggende wervel van het te behandelen segment. TH voert afwisselend een linker en rechter laterale glijding uit parallel met de schouders of in de richting van de heterolaterale schouder.
Hoe voeren we de gappingmobilisatie C2-C7 (onbelast, van craniaal naar caudaal) uit?
- Houding P : In ruglig, cervicale wervelzuil in neutrale stand
- Houding TH : Staat aan het hoofdeinde van de tafel, het hoofd van de P rustend op tafel
- Handgreep : TH ligt met beide wijsvingers t.h.v. de proc. articulares inf. (bilateraal) van de bovenliggende wervel. De wervelzuil wordt op niveau voorgepositioneerd in een lateroflexie (weg van de pijnlijke zijde) en tegengestelde rotatie. Op die manier treedt er maximale decoaptatie op in het gewricht. De overdruk wordt gegeven in de concaviteit in de richting van de heterolaterale schouder.
Hoe voeren we de afysiologische translatiemobilisatie naar ventrocraniaal uit (C2-C7)?
- Houding P: In ruglig, cervicale wervelzuil in neutrale stand
- Houding Th: Staat aan het hoofdeinde van de tafel, het hoofd van de P rustend op tafel
- Handgreep: De therapeut omvat bilateraal het te mobiliseren segment met de beide wijsvingers. De 2de falanxen liggen ter hoogte van de processus articularis inferior van de bovenliggende wervel. De andere vingers omvatten ontspannen de bovenliggende segmenten.
- men voert een lateroflexie en tegengestelde rotatie uit op het segment. Gezien rotatie de prime mover is wordt gestart vanuit lateroflexie met daarna een rotatie in ventrocraniale richting. Bij een lateroflexie rechts en rotatie links zal de rechter hand de ventrocraniale translatie in de richting van het linker oog accentueren.
Hoe voeren we de fysiologische translatiemobilisatie naar ventrocraniaal uit (C2-C7)?
- Houding P: In ruglig, cervicale wervelzuil in neutrale stand
- Houding Th: Staat aan het hoofdeinde van de tafel, het hoofd van de P rustend op tafel
- Handgreep: De therapeut omvat bilateraal het te mobiliseren segment met de beide wijsvingers. De 2de falanxen liggen ter hoogte van de processus articularis inferior van de bovenliggende wervel. De andere vingers omvatten ontspannen de bovenliggende segmenten.
- Men voert een gelijkgerichte lateroflexie en rotatie uit op het segment. Gezien rotatie de prime mover is wordt gestart vanuit lateroflexie met daarna een rotatie in ventrocraniale richting. Bij een lateroflexie links en rotatie links zal de rechter hand de ventrocraniale translatie in de richting van het linker oog accentueren.