T&C: Cervicaal Praktijk Onderzoek Flashcards
uioyuihjkIn welke 3 delen verdelen we de CWZ?
- Hoogcervicaal (C0-C2)
- Mid- en laagcervicaal (C3-C7)
- CTO (tot T3)
Wat is het segmentum mobile? (CWK)
Het segment waarin beweging kan optreden tgv actie vd musculatuur. Dit segment wordt gevormd door 2 opeenvolgende wervels (die in verbinding staan via disci en ligamenten), en de beweging wordt gegenereerd door de gewrichten:
* Discus intervertebralis
* 2 facetgewrichten
* gewrichten van luschka (proc incunati)
kort: segmentum mobile = wervel + facetgewricht + spieren, neurogene en vascualaire structuren
Uit welke delen bestaat een cervicale wervel?
- Corpus vertebrae (met processi uncinati (grootst C4-C6))
- arcus (met pedikel en lamina)
- processus articularis superior
- processus articularis inferior
- processus spinosus (gespleten)
- processus transversus (met opening -> foramen transversarium, voor a. vertebralis // behalve C7)
Wat is speciaal aan de facetgewrichten van de CWK?
mbt richting, innervatie
** Zygapophysiale gewrichten **
* Sterk geïnnerveerd => vatbaar voor pijn & degeneratie
* venterocraniaal gericht (=> veel beweeglijkheid mogelijk):
-> bovenaan (C3) 45° (relatief vlak)
-> onderaan (T1) 70° (relatief verticaal)
tov horizontale
Wat is speciaal aan de discus intervertebralis van de CWK?
- Eerste discus = C2-C3
- Relatief hoge discushoogte
- Discus blijft meer op zijn plaats door proc uncinati
Waarin verschilt de atlas van de andere cervicale wervels?
C1
* Geen corpus
* Geen proc spin
* 2 massae laterales, verbonden via korte arcus ant & lange arcus post
* Fovea dentis vormt gewrichtsvlak in ant arcus
* Proc transv steken ver uit naar lateraal (palpatie)
Waarin verschilt de axis van de andere cervicale wervels
C2
* Dens (anterior, steekt craniaal uit)
* Heeft bovenaan 2 gewrichtvlakken voor atlas (proc art sup), onderaan 1 voor de corpus van C3 + 2 proc art inf
* heeft proc spin
Welke wervel is de vertebra prominens? Waarom?
C7: heeft langere proc spinosus dan overige cervicale wervels => goed palpeerbaar
In welke range is de CWZ meest actief? Wat is het gevolg voor de spieren en ligamenten?
Mid-range => veel musculaire activiteit, weinig ligmantaire stabilisatie nodig (dit is pas end-range)
Uit welke delen bestaat het ruggenmerg?
Substantia alba (witte stof):
* Tracti (bundels die omhoog/omlaag lopen)
Substantia grisea (grijze stof):
* Cornu dorsalis (achterhoorn)
* Cornu lateralis (zijhoorn)
* Cornu ventralis (voorhoorn)
Door wat is het RM omhuld?
Door de meninges (hersenvliezen):
* Dura mater (buitenkant)
* Arachnoidea mater
* Pia mater (binnenkant)
Wat is de cornu lateralis?
De zijhoorn: bezit viscero-motorisch neuronen van het OS
Wat is de cornu dorsalis?
De achterhoorn: bezit schakelneuronen die sensorische informatie doorgeven naar de sensorische banen in de witte stof. Op segmentaal niveau ontvangen ze sensorische info van de afferente dorsale wortel
Wat is de cornu ventralis?
De voorhoorn: bezit motorische voorhoorncellen
Hoe is het RM verbonden met spinale zenuwen?
Via de dorsale wortel (perifere sensoriek) en de ventrale wortel (perifere motoriek)
Uit welke takken is de plexus cervicalis opgebouwd?
De ventrale rami van C1-C4
Uit welke takken is de plexus brachialis opgebouwd?
De ventrale rami van C5-T1 => n musculocutaneus, radialis, ulnaris & medianus
Hoe varieert de ROM in de CWK?
Lager => minder ROM door ribben, verminderde discushoogte & stand facetten
LF & ROT zijn gelijk gekoppeld
Wat is nociceptieve pijn?
Pijn afkomstig van een geïnnerveerde structuur, deze gaat meestal niet over de middellijn, maar kan wel gerefeerde pijn geven
bv door facet, discus, spier, zenuw
Wat is synovitis van een facetgewricht? Wat kan de oorzaak zijn?
Ontsteking facetgewricht
* Degeneratieve aandoening (arthrose)
* Inflammatie
* trauma
Hoe kunnen we uit het klinisch onderzoek afleiden dat pijn van het facetgewricht afkomstig is?
- Pijnlijke palpatie
- is pijn unilaterale, diep & dof?
- Pijnprovocatie bij EXT, LF homolat & ROT heterolat
- Mobiliteitsbeperking segmentaal
- Lokale spierhypertonie
- Evt gerefereerde pijn hoofd (C0-C3) of scapulagebied (onder C3)
Wat is degenerative disc disease?
Naam voor degenatieve verschijnselen van mobiele connecties WK => discusdegeneratie & osteofytvorming
treedt vnl op C5-C6: combinatie van veel beweging & weinig beschermde discus
Welke discus-aandoeningen zien we thv CWK?
- Degenerative disc disease
- Discus hernia
- Duscusdisruptie
Wat is het typisch pijnpatroon van de discus?
- nekpijn (vaak bilateraal)
- gerefereerde pijn (interscapulair)
- Toename bij compressieve activiteiten
- Vaak minder pijn in liggende houding
- evt. met radiculaire pijn (als druk op zenuwwortel)
Hoe kunnen we uit het klinisch onderzoek afleiden dat pijn van de discus afkomstig is?
- Bewegingsbeperking in 1 of meerdere richtingen
- Antalgische houding: lichte flexie en heterolat LF en rot
- Extensie, LF en rotatie ipsilateraal zijn pijnlijk en beperkt
- Compressietest geeft toename van pijn
- Spurling: specifiek maar niet sensitief (valspositieven)
- ULPT: sensitief maar niet specifiek (valsnegatieven)
- Hoesten, niezen, valsalva: subarachnoidale druk stijgt, waardoor meer pijn
Wat is het myofasciaal pijnsyndroom? Wat zijn de oorzaken?
Pijn in de spier en de omliggende fascia.
Vaak door acuut trauma met blijven musculaire pijn (bv. whiplash)
Ook chronisch tgv RSI, slechte houding, stress
Wat is het mechanical interface dysfunction?
Compressiepijn
Ruimte omgeven door zenuwstructuren kan verkleinen of vergroten afh van UH, beweging,.. => er is meer of minder compressie
Wat is de mechanical interface?
ruimte die zenuwstructuren omgeven gevormd door musculoskeletale structuren
Welke beweging vernauwt het foramen intervertebrale?
LF homolat + ROT homolat
Wat zijn mogelijke oorzaken van mechanical interface dysfunction?
- Vernauwing van het foramen intervertebrale: homolaterale lateroflexie en rotatie
- Thoracic outlet syndrome
- N. medianus: pronator tunnel, carpaaltunnel
- N. radialis: supinator tunnel
- N.ulnaris: Cubital tunnel, kanaal van Guyon
Wat is neural tissue dysfunction?
Rekpijn zenuw door beweging die tensie op zenuwstelsel doen toenemen
Wat zijn mogelijke oorzaken van neural tissue dysfunction?
- Discus hernia (vaker bij jonge mensen)
- Stenose (vaker bij ouderen)
Wat is het verschil tussen radiculopathie en myelopathie?
Radiculopathie = druk zenuwwortel (vernauwing foramen intervertebrale)
Myelopathie = druk myelum (vernauwing spinaal kanaal)
Wat zijn de anamnestische kenmerken van cervicaal radiculair syndroom?
- Pijn wordt omschreven als branderig, schietend, scherp,…
- Historiek van zenuwletsel of pathologie
- Pijn is geassocieerd met andere neurologische symptomen (Paresthesieën, gevoelloosheid, zwakte)
- Pijn bevindt zich in een dermatoom
- Pijn reageert niet zo goed op NSAID en simpele pijnstillers
- Pijn is hoog-irriteerbaar
- Spontane en paroxysmale pijn (pijnscheuten)
Wat betekent hoog-irriteerbare pijn?
- Hoge VAS
- Pijn in rust
- pt weet niet wat te doen om pijn te doen afnemen
Wat is het klinisch pijnpatroon bij cervicaal radiculair syndroom?
- Pijn : î extensie, ipsilat LF en rotatie
- Houding : voorovergebogen
- Pijn verlicht door flexie als geen inklemming van neurale structuren
- nekpijn uitstralend naar schouders en dikwijls interscapulair, soms uitstraling BL
- de patiënt KAN eveneens klagen over gevoelsstoornissen in het corresponderende dermatoom en krachtsverlies in het corresponderende myotoom
- sympatische klachten kunnen: gevoel van gezwollen hand, acrocyanose (blauwe extremiteiten)
Wat zien we in ons klinisch onderzoek bij cervicale radiculaire pijn?
- Myotoomdistributie: krachtsverlies
- Reflexen: hyporeflexie
- Dermatoomdistributie: uitstralende pijn in de arm volgens een radiculair patroon
Wat zijn mogelijke oorzaken van myelopathie?
- Cervicale kanaalstenose
- (Mediane) discusprolaps
- (Medullaire) tumoren
Wat zijn de symptomen van cervicale myelopathie?
- Klassiek: meestal bilateraal klachten in armen/handen; moeilijkheden met schrijven/stappen.
- Evt. urinaire disfuntie
- Verlies van vibratie- en diepe gevoeligheid: afhankelijk van plaats van het letsel
- Verlies van posturale controle (achterste kolomdeficit)
- UMN-syndroom (hyperreflexie)