Rosetta Stone Unit 6 Lesson 4 Flashcards

1
Q

Toen ik in Jemen was, heb ik deze hoed gekocht.

Toen ik in Dubai was, heb ik deze chocola gegeten.

Toen ik een jongen was, ik hen met mijn broer gespeeld.

Toen wij op school waren, was het zonnig.

A

When i was in yemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drinken

Past….
Dronk
Hebben gedronken

Toeb ik koffie dronk…..

A

Drank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kussen

Past….

Kuste
Hebben gekust

Toen wij in het park waren, heeft zij mij gekust.

A

Kiss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sleep

Past…..

Sliep
Hebben geslapen

Vertrekken

Vertrok
Zijn/ vertrokken

Toen hij sliep, is het vliegtuig vetrokken.

A

Slept

Left

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Luisteren

Past….

Luisterde
Hebben geluisterd.

Toen ik op het treinstation was,
……heb ik naar de radio geluisterd.
……heb ik een broodje gegeten.
……heb ik een krant gelezen

A

Listened

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik heb appels gekocht toen ik bij de supermark was.

Zij hebben dit gekocht, toek zij in Yemen waren.

Mijn moeder heeft dit boek voor mij gekocht, toen ik een kind was.

Mij dochter heeft deze brieven aan mij geschreven, toek zij in Nederlamds studeerde.

Ik heb deze voor jij gekocht toen jij een baby was.

A

I bought ……

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ja graag

A

Yes please

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Of

Links of rechts?

Zwart of rood?

Appel of sinaasappel?

Wil jij tart of chocola?

Wilt u het boek of de krant?

Wilt u koffie of thee?

Wilt u water of sap?

Wilt u tennissen of golfen?
Ik graag golfen.

Wilt u naar de berger of naar het strand?

Wilt u met contant geld of met creditcard betalen?

A

Or

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Past of lernen

Leerde
Hebben Geleerd

Heb jij Nederlands geleerd?

A

Learned

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Past of studeren

Studeerde
Studeerden

Hebben gestudeerd

Heb jij kunst gestudeerd aan de universiteit?
Ja,

A

Studied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly