Lesson 6 Flashcards
New words
1
Q
Bent u klaar om te bestellen?
A
Are you ready in order to order?
2
Q
Twee koffie graag
A
Two coffee please.
3
Q
Wat voor gebak heeft u?
A
What kind of dessert do you have?
4
Q
Waar staat de appeltaart?
A
Where the apple pie stands?
5
Q
Waroom vraagt u dat?
A
Why do you ask that?
6
Q
Ik hou niet van koude appeltaart
A
I dont like cold apple pie.
7
Q
Twee stukken appeltaart.
A
Two pieces apple pie
8
Q
Dank u wel دانك او فيل
A
Thanks a lot