Meester Kikker Film Flashcards
(102 cards)
1
Q
Lekke band
Ik heb een lekke band.
A
Flat tire
2
Q
Je moet achterop
A
You must ride in the back
3
Q
Ik kom te laat
A
I come too late
4
Q
Kwaad
The docent wordt kwaad.
A
The teacher becomes mad.
5
Q
We halen je in
A
We are overhauling يلحق ب
6
Q
Poten
A
Legs
7
Q
Stoppen
A
Stop
8
Q
Bent u bang voor kikkers?
A
Are you afraid of frogs?
9
Q
Stil !
A
Quiet!
10
Q
Noem maar op
A
You name it
11
Q
Dat dacht ik al.
A
I thought so.
12
Q
Heerlijk
Ik kan heerlijk eten maken.
A
Delicious
13
Q
Het recept
Ik heb een recept voor lekker appeltaart.
A
Recipe
14
Q
De noot
Noten
A
Nuts
15
Q
Allen in het donker
A
alone in the dark
16
Q
Hou je vast
A
Hold on
17
Q
Ik weet niet wat ik moet doen. heb alles al geprobeerd.
A
I dont know what to do. I have tried everything.
18
Q
Ik moet je iets vertellen.
A
I must tell you something.
19
Q
Belpof me dat je het niet verder vertelt.
A
Promise me that you wont tell
20
Q
Ik ben anders dan andere mensen.
A
I am not like other men.
21
Q
Het is een grap, toch?
A
It is a joke? right?
22
Q
Weet je hoe ver ik kan……
A
Do you know how far i can …….
23
Q
Met gemak
A
With ease
24
Q
Daar is nog plek.
A
There is still a place.
25
Het is vandaag een heel belangrijke dag voor onze school.
Today is a very important day for our school.
26
Even kijken wie van jullie het verst kan springen
Let us see who from you can jump the furthest.
27
Waroom achtervolgen we de ...?
Why are we chasing the.....?
28
Ik zal het je uitleggen.
I will explain it to youm
29
Dragen
Kan je dat wel dragen? Dat is zwaar.
Carry
30
Laat maar
Never mind
31
De bloemen moeten gauw in het water.
We must put the flowers in the water soon.
32
Volgens ........
Volgens mij
According to......
33
Het was een geheim.
It was a secret.
34
Je best doen
Do your best
35
Doe het gewoon voor mij
Do it just for me.
36
Plakken
Hoe gaat het met plakken?
Gluing
37
Ophouden
Stop !
38
Zonder toestemming van me
Without a permission from me.
39
Hij is rijk
He is rich.
40
De vleermuis
The bat
41
Wie deed dat?
Who did this?
42
Met mij is alles opperbest.
All is great with me.
43
Hij heeft een dierenarts nodig.
He needs a vet.
44
We eten gehaktballen
We are eating meatballs.
45
Het Toetje
Dessert
46
Ik heb zelfgemaakte Haagse Bluf met bessen uit eigen tuin
I have homemade .........with berries from my own garden.
47
Bedankt voor het eten.
Thanks for the food
48
Jouw beurt
Je hebt afwasbeurt.
Your turn
You have washing dishes turn.
49
Schiet op
Een beetje opschieten
Hurry up
50
Bij een noodgeval
Voor noodgevallen
In an emergency
For emergencies
51
Het leven van een dokter heeft heel voordelen.فورديله
Life of a dokter has many advantages.
52
Het is gevaarlijk
It is dangerous.
53
Door wie?
By who?
54
De moordenaar
Murderer
55
Wat zei je nou?
What did you say now?
56
De vlieg
A fly
57
Dat is natuur.
This is nature.
58
Je moet van me afblijven. افبلايفه
You should stay away from me.
59
Wat heb je met......? De laatste tijd.
What do you have with.......? The last time.
60
Echt niet
Not really
61
Het spijt me van gisteren. Ik was mezelf niet. Ik voelde me helemaal niet lekker.
I am sorry about yesterday. I was not myself. I felt not well.
62
Wat vervelend!
How annoying.
63
Heb u wat te doen vanavond? Wil u met me uit eten? Ik weet een heel leuk restaurantje.
Got something for tonight? Would you like to have dinner with me? I know a good restaurant.
64
Is hij weer ziek?
Is he sick again?
65
Pak je vlieg
Grab a fly
66
Probeer jij ....lollig... te zijn?
Are you trying to be funny?
67
Ze heeft de hik?
She has hiccups.
68
Verbergen
Wat verberg jij daar?
Hide
What are you hiding?
69
Storen stoor stoort
Stoor ik?
Het spijt me van het storen
Disturb
Am i intruptting?
Sorry for intrupting.
70
Ik ben bang dat er iets me Ahmed is.
I am afraid that there is something wrong with Ahmed.
71
Noteren
Ik noteer het meteen.
I write it immediately.
72
Je moet oppassen?
Oppassen voor wat?
You must be careful.
73
Wat een dikke.
What a fat one.
74
Wacht even
Wait for a while
75
Ik vind het zielig voor die vlieg.
I feel sorry for the fly.
76
neem me niet kwalijk
Excuse me
77
Dat ben ik met u eens.
I agree with you.
78
Regels zijn regels
Rules are rules
79
Hij bedoelt het goed at weet ik zeker
He means well, I know for sure
80
Dat is lief.
This is sweet.
81
Wat ga je doen?
What are you going to do?
82
Ik dacht. How moeilijk kan het zijn.
I thought how difficult can it be.
83
Ben je zo eenzaam.
Are you so lonely?
84
Wat is er nou?
What is it now?
85
De les is bijna klaar.
The lesson is almost finished.
86
Oppompen
Allen nog even oppompen.
Inflate a tire
87
Wat kom je doen?
Jou ophalen
Pick you up.
88
Afvragen
Ik vroeg me af.
To wonder
I wondered.
89
Wat moet ik zonder jou?
What must i do without you.
90
Als ik veel fouten maak, dan kan het schoolbestuur mij ontslaan
If i make mistakes, then the schoolboard can fire me.
91
Teveel om op te noemen
A lot to mention
92
Nu niet
Not now
93
Afgesproeken
We hebben afgesproeken
Agreed
We agreed.
94
Ik kom mijn tanden controleren.
I come to check my teeth.
95
Wij hebben een hele drukke dag vandaag
We have a busy day.
96
Weet je wat?
You know what?
97
Ben zo terug
I will be back
98
Ik vind het raar
I find it weird.
99
Laat me los
Let go of me
100
Dicht de deur
Close the door
101
We moeten opschieten
We have to hurry.
102
Ik ga anders doen
I will do it differently.
