Rosetta Stone Unit 4 Lesson 2 Flashcards

1
Q

Het toneelstuk تونيل استوك

De mensen kijken naar het toneelstuk.

A

A play

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het concert كوسغت

Het jongen luistert naar het concert.

A

Concert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De film

A

Film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De voetbal

A

Football

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De golf

A

Golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tennis

A

Tennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De sinaasappel سيناس ابل

A

Orange

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het sap

A

Juice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De wortel

A

Carrot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vinden

Vind
Vindt
Vinden

Het meisje vindt sap niet lecker.
De jongen vindt bloemen mooie.
Mijn dochter vindt fruit lekker.
Zij vindt rennen leuk.

A

Find

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voetballen

A

Play footbal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Golfen

A

Play golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tennissen

A

Play tennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vindt u leuk?

Ik vind voetballen leuk.

A

What do you find nice?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

……..heeft meer ……..dan ………

Het meisje heeft meer taart dan haar vader.

De vrouw heeft minder(less, fewer) sap dan haar man.

If an adjective is ending in r ex. Lekker we put add d at the end ex. Lekkerder.

Ik vind melk lekkerder dan sap.

Ik vind lezen leuker dan rennen.

A

The girl has more cake than her father.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Q. Welk overhemd vindt u mooier?
A. Ik vind het zwarte overhemd mooier dan het blauwe.

Q. Welke schoenen vindt u mooier?
A. Ik vind de blauwe schoenen mooier dan de groene.

Q. Welke fiets vindt u mooier?
A. Ik vind de groene fiets mooier dan de roze.

A

Questioms and answers

17
Q

Kosten

Kost
Kosten

Het boek kost vijftien dollar.

Q Hoeveel kosten de wortels?
A. De wortels kosten 3 euro.

Q. Hoeveel kost de kaartje?
A. De kaartje kost 2 euro.

Q. Hoeveel het sinaasappelsap?
A. Het kost…….

De hoed kost minder dan de jas.

A

Cost