HC.4 Samenwerking bij het diagnosticeren van een pulmonaal ziektebeeld Flashcards
Wat voor CT moet gebruikt worden voor het zien van subtiele afwijkingen?
Voor zien van subtiele afwijkingen, CT scan met dunne coupe dikte, hoge resolutie (HRCT: high resolution CT)
Wat zijn de kenmerken van een secundaire lobulus?
Secundaire lobulus:
- Kleinste longeenheid omgeven door bindweefsel
- In de wand: venen en lymfe
- Centraal: bronchi en arteriën
Waar wordt de longwindow op beoordeeld?
Beoordeling longwindow: • Wat is het patroon? - Nodulair (stippels, willekeurig, centrilobulair, perilymfatisch) - Reticulair (streepjes, grof, fijn) - Verhoogde densiteit (consolidatie, matglas) - Verlaagde densiteit (emfyseem, cysten) • Waar zitten de afwijkingen? - Apicaal, mid, basaal, diffuus - Centraal/ perifeer
Wat is een bronchiëctasie?
Bronchiëctasieën: constant verwijde en geirriteerde bronchiën
Welke lobulus is de vertakking terminale bronchioli?
Secundaire lobulus
Waar wordt een histologische vats biopt op beoordeeld?
pleura, alveoli, interstitium, vaten, lymfebanen, luchtwegen (groot en klein)
Wat voor patroon duidt op IPF?
UIP patroon, fibrose sterk geconsilideerd in vroeg stadia, begin suppleuraal en paraseptaal-> idiopathische pulmonale fribrose (IPF)
Wat zijn mogelijke oorzaken van een niet-specifieke interstitiële pneumonie (NSIP)?
Niet-specifieke interstitiële pneumonie (NSIP) -> medicamenteus/toxisch, collageen vasculaire ziekte gerelateerde interstitiële longziekte (CVD-ILD)